27-mod lettkunde/80-14/dl2 Flashcards

1
Q

NATURALIST PROZA

Voor proza van Tachtigers stond naturalisme model. Wat is dat?

A

Zola in Fr en ook in Nld:
herformulering en radicalisering van proza-opvatting van realisme:
- obj, niet-geidealiseerde weerg vd werkelijkh, incl minder fraaie kanten.

Ook in Nld nog trad 19eS trant + nieuwe mystiek.

p206

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NATURALIST PROZA

Wie was vlgs Kloos de grondlegger vd moderne proza in Nld?

A

Marcellus Emants: introduceerde Fr naturalisme in Nld (Een drietal novellen, 1879).

  • Mensheid bestaat uit mensen, niet engelen of duivels (dus tegen zwart/wit karaktertekening).
  • Ook tegen overdreven fantasie en onwaarschijnlijkheid; niet idealiseren en moraliseren.

p208

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

NATURALIST PROZA

Naturalisme wilde ook aansluiten bij de wetenschap. Hoe?

A
  • Positivisme in de filosofie.
  • Snelle ontwikk in biologie, fysiologie, sociologie, psychologie.
  • naturalisten namen determinisme over (mens bepaald door afstamming, omgeving en tijdomstandigheden).
  • Zola: romancier kan zelf wetensch onderzoek doen door te registreren hoe personages met bep temperament op bep omstandigheden reageren.
  • Frans Netscher: rol in verspreiden ideeen Zola. Studie vd abstracte en metafysische mens. Romanschrijver vlgs hem op zelfde plan als natuurwetenschapper.

p208

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

NATURALIST PROZA

Hoewel Van Deyssel aanvankelijk naturalist was, stelde hij zijn standpunt bij. Wat was zijn visie?

A
  • Netscher kopieert Zola’s ideeen, maar Nld moet ZELF ideeen ontwikkelen: sensitivisme
  • ‘Een liefde’ vertoont naturalistische als sensitivistische trekken (labiele gemoedstoestand valt samen met fysiek-erotische beleving vd natuur.
  • Legt minder nadruk op wetensch registratie vd natuur; meer op indruk die werkelijkheid op schrijver maakt. Inbreng schrijverspersoonlijkheid / temperament.
  • vD was in eigen romanpraktijk minder strikt-wetensch dan hij preekte.

p209

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

NATURALIST PROZA

Waarom was accentverschuiving tov Zola door Van Deyssel belangrijke voor De Nieuwe Gids?

A

Coherentie:
- Poezie Tachtigers: allerindividueelste expressie v allerindividueelste emotie.
vs
- Naturalisme: natuurgetrouwe schets buitenwereld.

Door ook in proza stemming vd auteur en oproepen schoonheid centraal te stellen, mogelijk om tegen buitenwereld gezamenl blok te vormen (Kloos: ‘ONZE werkelijkheid’).

p210

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NATURALIST PROZA

Behalve naturalist Emants bevond ook Couperus zich buiten de kring vd Tachtigers. Waarover schreef hij?

A
  • Eline Vere (feuilleton in krant; ophef over overdosis slaapmiddelen heldin).
  • Psychologische romans met naturalistisch stempel: De stille kracht (1900); Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan (1906).
  • Beperkt succes in eigen tijd. Meer succes met journalistiek, reisverhalen, sprookjes (Psyche, Fidessa) en koningsromans met actuele thema’s.

p211

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NATURALIST PROZA

Welke terugkerende kenmerken vallen op aan naturalistische romans en verhalen in Nld?

A
Acht gelijkenissen (Ton Anbeek):
1. Keuze voor bep hoofdpersonage; 'nerveus gestel' staat centraal. Bv Eline Vere. Gedachtenwereld hoofdpersonage beheerst door groot, enigszins ongericht verlangen, dat conflicteert met realiteit (vaak: conventies burgerl samenleving).
  1. Plot vaak geschiedenis van ontnuchtering. Uitkomst verschillend:
    - vrijwill keuze voor de dood;
    - berusting in droevig lot.
  2. Nadruk op determinisme: geestestoestand niet door eigen schuld maar door invloed van hun omstandigheden (soc milieu, erfelijke belasting).

TWEE THEMATISCHE ASPECTEN:]
4. Sociale kritiek: haat jegens burgerij.

  1. Sexualiteit: belangstelling voor taboe-onderwerp, want werkelijkheid zo natuurgetrouw afbeelden.
  2. Typerende schrijfstijl:
    - natuurgetrouwe dialogen (nabootsen spreektaal en woordkunst/ecriture artiste).
    - beschrijven omgeving: zo nauwkeurig mogelijk; gekunstelde stijl. (neologismen, ongebruikelijke woordkoppelingen, synesthesie). Versterkt door sensitivisme: schilderen met woorden.

7-8. Verteltechniek: vertelinstantie en focalisatie. Verteller geeft zijn oordelen op minder expliciete manier en toont afwisselend visie van versch romanpersonages.

Alles in dienst van bereiken objectiviteit: lezer krijgt feiten aangereikt en trekt eigen conclusies.

p212

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NATURALIST PROZA

In Vldrn worden eigen accenten gelegd in het naturalisme. Vertel daarover.

A
  1. Ideeen Zola ev drongen minder snel door; afgewezen door lit kritiek. Idealiserend proza dominant. Lit in dienst van doorgeven nat, morele en reli waarden (impact Vl Beweging en invloed kath).
  2. Vl naturalisten kiezen vaker voor platteland (ipv stad) als setting (harde, gewelddadige leven boer).

Belangrijkste Vl naturalisten: Cyriel Buysse en Stijn Streuvels (medew VN&S).

p213

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

NATURALIST PROZA

Waarover schreef Buysse?

A
  • De biezenstekker (1890): platteland, dierlijke bruut Cloet. Woordkunst afwezig. Wel naturalistisch: plot, thematiek, vertelwijze.
  • Buysse schreef ook naturalistisch toneel (Het gezin van Paemel, 1903. Over uitbuiting pachter en conflicten tussen hem en kinderen).

p213

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NATURALIST PROZA

Hoe veschilt het werk van Stijn Streuvels van dat van Cyriel Buysse?

A

Schreef ook over boeren en arbeiders, maar:

  • Str creeert eigen, woordkunstig idioom met elementen dialect W-Vl.
  • Contrast tussen kleine, onbeduidende mensel figuren vs machtige natuurelementen en noodlot van myth omvang (De oogst, 1900 en De vlaschaard, 1907).

=> idealistischer getint en minder expliciet tav taboe-onderwerpen. Buysse scherper tav kath en flamingantisme. Str acceptabeler ondanks fatalistisch mensbeeld.

Buysse daardoor lang verketterd buiten VN&S-kring. In Nld minder, bevriend met Couperus.

p214

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NATURALIST PROZA

Hoe werd het naturalisme in Nld ontvangen?

A

Rond 1900 beperkt tot kleine kring van vooruitstr lezers.

  • Van Deyssel, Een liefde: afgekraakt.
  • Buysse, Het recht vd sterkste: Kloos durfde het niet in De Nwe Gids op te nemen.

Poezie en proza Tachtigers beide geen grote lezerskring. Grote publiek ging niet vlot mee in breuk met 19eS lit die jongeren voorstonden.

p215

Buiten comm circuit litdistributie in handen van ideol of reli geinspireerde organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NATURALIST PROZA / TEKST 40 (Eline Vere)

Welke kenmerken vd naturalistische roman daarin?

A
  • ‘nerveus gestel’
  • determinisme (erfelijkheidsfactoren, milieu vermildert erfelijke invloeden)
  • verteltechniek: gebruik indir rede en vrije indir rede.

p215/266 opg4.8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NATURALIST PROZA / TEKST 41b (Van Deyssel)

Leg uit waarom sensitivistisch.

A

Ervaring personage als sensatie in sensitivistische zin:

  • zintuigelijke erv bijz intens (bv woordkunstige beschrijving v kleurnuances; opstapeling bijv nw’en).
  • vermenging versch zintuigelijke indrukken (synesthesie).
  • Personage ervaart iets dat zintuigelijke waarneming te buiten gaat: irreele ervaring van ruimte en tijd en gevoelens van vervreemding.

p215/267 opg4.9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SYMBOLISME

Rond 1890 deed zich in Europese literaturen een verandering voor. Welke?

A

Jaren 80: zintuigelijke waarneming en indiv emoties centraal
Jaren 90: meer belangstelling voor wat aan zintuigen ontsnapt (metafysische, reli).

In de hand gewerkt door groeiende kritiek op positivisme en exacte wetensch + opkomst alt vormen van zingeving (nieuwe mystiek).

Nwe mystiek had uiteenlopende vormen:

  • boeddhisme
  • theosofie
  • occultisme
  • spiritisme.

Lit interesse sloot aan bij toenemende belang progressieve maatsch bewegingen (socialisme, feminisme).

Evolutie, geen breuk. Verschuiving naar geestelijke en collectieve lit voorbereid jaren 80, voltrok zich def in laatste decennium.

Kloos: liefdesverhouding als toegang tot hogere.
Vd Goed, V Eeden: belangstelling voor socialisme (itt Van Deyssel en Kloos).

p216

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SYMBOLISME

Wat blijkt uit het werk van Vermeylen en Gorter na 1890?

A

Dat interesse in het collectieve een meer metafysische belangstelling niet uitsluit.

p216

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GEMEENSCHKUNST / VERMEYLEN

Welk probleem signaleerde hij tav positivisme en individualisme?

A
  • ‘onleding’: wetenschap was er niet in geslaagd de chr godsdienst te vervangen maar had de werkelijkh versnipperd in talloze losse feitjes. Gold ook voor zelfanalyse van individualisten, leidde tot identiteitsverlies.
  • alternatief: harmonie en synthese. Gemeenschapskunst: samenhangende levensvisie biedt synthese van indiv vrijheid en maatsch relevantie.
  • Nieuwe opvatting van t leven, is gevolg van nieuwe opvatting van God/geloof: God niet langer abs heerser, die wereld van buitenaf regeert obv vooropgezet plan, maar God geidentificeerd met interne wetmatigheden vh hele universum (immanente noodzakelijkheid). Dus ieder leeft vrij vlgs eigen aard en heeft tegelijk deel aan eenheid vh gehele leven.

p218

17
Q

GEMEENSCHKUNST / VERMEYLEN

Welke consequenties heeft de nwe maatschappij, voortgekomen uit nw geloof, hebben voor de kunst?

A
  • kunstwerk wordt beeld vd eenheid der maatschappij.
  • kunstenaar zal individuele overstijgen.
  • gemeenschap is niet natie maar gehele mensheid.

p218

18
Q

GEMEENSCHKUNST / VERMEYLEN
Hoe komt het dat uiteenlopende levensbeschouwingen als Van Langendonck (kath) en Vermeylen (vrijz anarchist) konden worden verzoend in VN&S?

A

Door eensgezindheid in verlangen naar eenheid en vergeestelijking. VN&S dus ook op ideologisch vlak streven naar synthese.

p218

19
Q

GEMEENSCHKUNST / VERMEYLEN

Aanvankelijk is zijn werk abstract en sterk (niet-chr) religieus, maar dat verandert. Hoe?

A

Nadrukkelijker op aardse realiteit richten.

  • kunsthistorische opstellen, waarin mens centraal. Liet rev anarchisme achter zich, werd soc-dem (De wandelende Jood, 1906).
  • maatsch engagement: droeg aanzienl bij aan modernisering Vl Beweging. Pol actief (senator voor soc-dem). Rector Gentse univ (kunstgesch en letterk).

p218

20
Q

GEMEENSCHKUNST / VERMEYLEN

Wat was zijn opvatting over gemeenschapskunst?

A
  • kunst van de gemeensch
  • kunst voor de gemeensch
  • samenw tussen kunsttakken (‘Gesamtkunstwerk’).

Tal van schrijvers zaken de lit niet langer als geisoleerde, indiv activiteit, maar wilden band met samenleving opnieuw aanhalen (bv Gorter).

p218

21
Q

GEMEENSCHKUNST / GORTER
Wat was het gevolg van zijn vaststelling dat hij met Verzen (1890) het uiterste aan formeel experiment en individualisme had bereikt?

A
  • Wending naar socialisme.
  • Engagement arbeidersbeweging (lid SDAP).
  • Keerde terug naar sonnet-vorm.
  • Zocht naar leidraad voor leven en kunst dat indiv moest overstijgen.
  • Intensief met wijsbegeerte bezig (aanv Spinoza, later Marx).

p219

22
Q

GEMEENSCHKUNST / GORTER

Hij combineerde zijn praktische politieke inzet met poezie. Geef voorbeelden.

A
  • Nieuwe bundel Verzen (1907): natuur- en liefdeservaringen gekoppeld aan pleidooi voor arbeidersbeweging.
  • Een klein Heldendicht (1906): ontdekking socialisme door jonge kath arbeiders.
  • Pan (1912): Ontwikk mensheid in licht klassenstrijd. Komt overeen met Mei door vergelijkb structuur in drie zangen en myth verwijzingen.

p220

23
Q

GEMEENSCHKUNST / GORTER

Hij was ontevreden met weinig radicale koers SDAP en werd communist. Wat betekende dat voor zijn literatuur?

A

Bleef op voorgrond en Tachtiger-idee van autonome lit verdween niet.

Door lit prestige toonaangevend dichter, sprak met gezag over pol en soc zaken.

‘Schoonheid vd arbeidersbeweging’ in gedicht. Marxisme beinvloedde visie op kunst en lit: kritiek op burgerlijke poezie van Tachtig, maar verdedigde die op punten.

Dubb loyaliteit: lit kwaliteit G’s werk gaandeweg minder hoog aangeslagen + vraag of abstr soc poezie werkelijk pol doel kon dienen.

p220

24
Q

SYMBOLISME
De metafysische belangstelling die ook bij Gorter en Vermeylen te bespeuren is, wordt symbolisme genoemd. Wie worden daar nog meer onder geschaard?

A
  • JH Leopold
  • PC Boutens
  • Karel vd Woestijne
    Noemden zich geen symbolisten, maar kenden Fr symb’en (Verlaine, Moreas (theoreticus), Rimbaud, Mallarme. Voorloper: Baudelaire) wel.

p221

25
Q

SYMBOLISME

Wat is symbolisme en welke twee stromingen zijn er?

A

Niet in 1e plaats gericht op nabootsen zintuigelijk waarneemb buitenwereld.

A) Subjectief symbolisme / stemmingssymbolisme: via weergave buitenwereld een indruk van emotionele toestand.

B) Objectief symbolisme / transcendente symb: nadruk op indiv emotie, op hogere transc werkelijkh die schuil gaat achter wereld zoals wij die kennen. Soms reli ingevuld, soms (nog) abstractere fil termen (‘Idee, Oneindige, Rythmus).

Geestelijke werkelijkheid vaag.

  • Gebruikte symbolen geen vaste, conventionele betekenis, juist moeilijk te interpreteren.
  • Dichter wil veel suggereren (Fr: versterkt door gebruik vrije versvormen; nadruk klank/muzikaliteit).
  • Taal en schrijven zelf vaak onderwerp.

p221

26
Q

SYMBOLISME
In Nld was JH Leopold een bekende symbolist. In zijn gedicht ‘Regen’ (1913) komen aspecten van subj en obj symbolisme voor. Benoem.

A

SUBJ:
- manier waarop beschr vd omgeving na regenbui niet beperkt tot zintuigelijke indrukken, maar ook beladen met emotionele component (personificaties; buitenwereld symbool voor binnenwereld waarnemer)

OBJ:
- zien regendruppel = ervaring v eenheid en samenhang. Stoicijnen: hele kosmos terug te vinden in kleinste onderdeel daarvan.
Ook: druppel symbool voor gedicht zelf.

Leopold sceptischer dan Fr symbolisten tav mogelijkh om via poezie iets van hogere te vatten (Cheops, 1916).

p222

27
Q

SYMBOLISME

In Vlaanderen is Karel vd Woestijne de bekendste symbolist. Is hij vooral obj of subj symbolist?

A

Subjectief: loomheid/ziekte; lich vs geestel verlangen.

Vroege gedichten:
- sterk individualistisch
- gebruik ecriture artiste
maar ook:
- soberder taalgebruik
- aandacht voor transcendente.

Laatste twee nadrukkelijker na WO I.

Veelvuldig gebruik allegorieen en mythologische referenties, in poezie en proza => typerend voor ontwikk naar overstijgen indiv ervaring.
De boer die sterft (1918):
- afscheid nemen van 5 zintuigen, elk gerepresenteerd door een vrouw (vs het spirituele als incarnatie vd sensualiteit).

p223

28
Q

SYMBOLISME

Bij welke schrijvers treffen we symbolisch proza aan?

A

Vd Woestijne
Couperus
Vermeylen
Van Eeden

Zijn plaatsten een veel minder exact beschreven wereld to de positivistische benadering van sommige naturalistische teksten.
Personages eerder symbolen ve alg problematiek dan dat ze scherpe indiv trekken krijgen.

p224

29
Q

GEMEENSCH KUNST / TEKST 42 EN 43
De wandelende jood (Vermeylen) en De kleine Johannes (Van Eeden): titelpersonages zoeken naar zingeving. Mogelijkheden gesymboliseerd door personages.
a. Welke overeenkomsten tussen eindpunt dat resp Johannes en Ahasverus bereiken?
b. Hoe hangt boodschap van beide samen met bredere lit klimaat rond 1900 in Nld en Vldrn?

A

a. Eindigen beide hun tocht bij groep gewone mensen van wie ze levensomstandigheden willen verbeteren (mensheid/arbeiders). Personages koppelen dit aan reli element (Christus).
b. het collectieve en sociaal bewogen aspect EN de reli component sluiten aan bij lit klimaat. Verschuiving waarneembaar is van sterk indiv en zintuigelijk gericht naar vormen van gemeenschapskunst en hernieuwde belangstelling voor vormen van reli.

p224/267 opg4.10

30
Q

SYMBOLISME / TEKST 44 (Leopold)
Waarom is dit gedicht een vb van stemmingssymbolisme?
Leg uit hoe L’s scepsis tav mogelijkheden vd poezie uit dit gedicht blijkt.

A
  1. beschrijving buitenwereld suggereert stemming vd spreker, in menselijk geconnoteerde termen.
  2. twee elementen:
    - titel: staren door het raam suggereert doelloos kijken + barriere tussen dichter en buitenwereld.
    - slot vd gedicht: poging om via bomen stemming weer te geven stokt als wind gaat lilggen en takken niet meer bewegen. Alles zonder ziel, zingeving van korte duur.

p224/267 opg4.11

31
Q

SYMBOLISME / TEKST 45 (vd Woestijne)

Welke kenmerken van het subj en vh obj symbolisme komen er in voor?

A

Subj:
- typerend: project ve stemming op de buitenwereld.

Obj:
- de ik ervaart zowel in zichzelf als in de omringende natuur de alomvattende aanwezigh van God

=> overkoepelend geheel tussen div ervaringen: komen allemaal voort uit God.

p224/268 opg4.12