23-18e+19eS/18e Flashcards
In de 18eS ontstond een omwenteling van vormentaal. Welke?
Van theatrale (zelf)enscenering (superieure beheersing strenge vormentaal) naar ‘natuurlijk’ (van corsetten naar chemisejurk).
p120
PERIODE - EUR
Welke drie ontwikkelingen, die dir invloed hadden op toenm lit cultuur, passeren de revue?
- intellectuele
- maatschappelijke
- politieke.
p121
PERIODE/EUR/INTELL De verlichting (vaak 1650-1800) heeft invloed op politiek, maatschappij, godsdienst, filosofie, kunst, recht, economie, literatuur. Op welk vlak was het vooral toonaangevend?
Filosofie (Hume, Adam Smith, Hutcheson, Rousseau, Voltaire, Diderot, Montesquieu, Kant).
Nauw verbonden met lit:
- veel filosofen maken gebruik van lit vorm.
- dieper gelegen (‘natuur’ speelt centrale rol):
- veranderende positie vh denkende indiv.
- ontwikk vd moraalfilosofie
p122
PERIODE/EUR/INTELL/REDE
Wat betekende de emancipatie vd rede?
- mens kan kritisch denkend individu worden want van nature redelijk denkend wezen.
- dus geen autoriteitsargumenten, maar voor rede toegankelijke argumenten.
- ieder indiv kan in potentie goede argumenten aandragen (Kant: ‘heb de moed je van je eigen verstand te bedienen / sapere aude’)
p122
PERIODE/EUR/INTELL/MORAAL
De vraag ‘hoe goed te leven’ kon in de verlichting niet meer door de kerk of de stoici beantwoordt worden. Hutcheson stelt een nieuwe weg voor. Welke?
- optimistisch mensbeeld: mens beschikt van nature over zesde zintuig ‘moral sense’ (morele oordelen vellen).
- moet ontwikkeld worden, in sociale omgeving (familie, vrienden, gezelschap). Opvoeding/moeder, vrienden belangrijk.
- affectie tussen mensen: sociabiliteitsideaal (zichzelf verwerkelijken KAN ALLEEN in gemeenzaam contact met anderen, waardoor zichzelf en maatsch tot nut zijn). Ontstaan gezelschappen en genootschappen (2e1/2 18eS). Voor Nld cruciale ontwikk: ook veel lit genootschappen na 1750.
- ‘zachte’ emoties niet langer bedreigend.
Literair:
- lit genootschappen
- inhoudelijk: wisselwerking lit en moraalfil tendens. Aandacht voor gevoelsleven; deugd bel thema.
- nadruk op emotionele effect van lit op lezer: bijbrengen sensibiliteit.
p124
PERIODE/EUR/MAATSCH
De samenleving wordt complexer en omvangrijker. Geef schets.
- kapitalistische systeem krijgt steeds meer vorm.
- technologische vernieuwingen, productieproces efficienter.
- vraag en aanbod groeit
- Industriele revolutie: Eng voorop (intensief filosoferen over economie; Adam Smith).
- fin en mentale emancipatie burgerij
- maar geringe mogelijkheden om pol te participeren. Privileges/macht bleef bij vorst/kleine groep.
p124
PERIODE/EUR/POL
De verlichtingsfilosofie veroorzaakt pol aardverschuivingen. Waarom?
- formuleerde fundamentele kritiekpunten op macht: ipv door God gegeven souvereiniteit natuurrecht.
- mens van nature vrij => staat deel vrijheid aan staat af in ruil voor coll bescherming => staat moet zich aan rechtsregels houden => burgers kunnen machtsuitoefening controleren en corrigeren ==>
- trias politica.
- rechtsgelijkheid (gelijke behandeling ongeacht klasse, sekse, religie).
- afschaff foltering en lijfstraffen.
==> grondbeginselen vd lib en parl staatsvormen.
=> Am onafhankelijkheid (1787): grondwet met mensenrechten, volkssouvereinteit en trias politica.
=> Fr Rev (1789): Verklaring Rechten vd Mens, afschaff geprivilegieerde standen.
p126
PERIODE/NLD
Wat waren oorzaken van de opkomst van het nationaal-literaire reveil in 18eS?
Va midden 17eS stedelijk patriciaat ad macht, gedroegen zich meer en meer als aristocratie en oligarchisch.
- midden 18eS: Nldse variant verlichting. Geen verlichtingsfilosofen. Wel weinig censuur, dus veel fil werken in Nld gedrukt.
- verlichting in Nld: niet rad, vooral om tot nw nationaal besef te komen (vaderland moet hechte gemeenschap zijn).
- lit (antikosmopolitisch, provaderlands) cruciaal voor vormgeven nw nat besef; bereikte 1760/70 breed publiek: nationaal-literair reveil:
- spectators (tijdschriften)
- oprichting lit genootschappen (vaderlandslievende doelstelling: thematiek prijsvragen; toonzetting lit productie; aandacht Nldse taalkunde).
- jaren 80: politieke lading door ec (einde VOC), cult en maatsch (afkeer van corrupte en verfransde elite) achteruitgang.
- Nld verdeeld tussen Orangisten en patriotten, culmineert na Fr Rev: patriotten roepen Bataafse Republiek uit (1794); 1806 Koninkrijk Holland olv Lodewijk Bonaparte.
Dus: lit reveil veroorzaakt door:
- sociabiliteitsideaal/genootschappen
- afkeer elite; bevordert ook nat sentiment.
p126/174 opg3.3
LIT
Welke twee tendensen worden besproken?
1) Fr letterkunde en klass oudheid waren begin 18eS onaantastbaar. Debat over dominantie van beide komt op gang.
2) Burgerij nw leespubliek, dus nwe prozagenres. Nadruk op morele en instruerende functie lit.
p127
LIT/FR&KLASS
Wat waren de gevolgen van het vasthouden aan beheersing ve voorgeschreven vormentaal?
- kennis oudheid en Latijn noodzakelijk om te kunnen schrijven.
- vrouwen konden niet deelnemen aan intell cultuur.
- grotendeels gelegenheidspoezie (begrafenis, bruiloft, off gelegenheid) => lit had retorische functie.
p129
LIT/FR&KLASS
Waardoor kwam de autoriteit vd klass oudheid onder druk te staan id loop vd 18eS?
- dispuut Perrault en Boileau (Querelle des Anciens et des Modernes, 1687): polemiek over ondergeschiktheid v eigentijdse lit aan klassieken.
p129
LIT/FR&KLASS/NLD
Wat is de Poetenstrijd (1711)?
Kritiek op de dichters die niet voor landstaal kiezen.
- Ene groep: achterhaald om te dichten in Latijn; verrijken vaderlandse taal/cult door in Nlds te dichten; Vondel navolgen.
(Complicerend: verhouding tot Fr).
- Andere groep: iet op 17eS teruggrijpen, niet in Latijn schrijven, maar richten op actuele ontwikk in Fr (Justus van Effen).
- Elite vond Fr letterkunde toonaangevend.
p129
LIT/FR&KLASS/NLD
Waardoor ontstond erosie van de toonaangevende positie vd Fr letterkunde?
1) meer ideologisch belang aan moedertaal.
2) meer erkenning Dts en Eng literatuur: Fr niet primaat.
Idee: ieder land heeft eigen temperament en karakter en moet streven naar eigen lit.
Poetenstrijd: geen winnaar, maar voor het eerst discussie over identiteit vd Nldse cultuur/lit.
p130
Geef voor Latijn, Frans en Nederlands de kwalificaties posities aan in het debat over dichterstaal.
Latijn: geleerdentaal / toegang tot intl wetensch discussies.
Frans: kosmopolitisme / lit vaderl op hoger plan door Fr vb te volgen.
Nederlands: nat eigenheid / teruggrijpen Vondel en nat lit op hoger plan tillen.
p130/174 opg3.4
LIT/BURGER
Door de emancipatie vd burger neemt de groep lezers toe en willen die een nieuw type lectuur en lit. Wat was het gevolg?
- opkomst proza: journalistiek en roman groeien.
- ontstaan nationaal georienteerde communicatiegemeenschappen; uitwisselen kennis.
- betere org boekbedrijf.
- leenbibliotheken en leesgezelschappen: voor minder koopkrachtigen ook bereikbaar.
- koffiehuis: mannen bespreken kranten, tijdschriften, nieuws, handel, beleggingen (speculatiekoort bij groot publiek, 1720).
Fin crisis 1720: prenten, blijspelen (Langendijk; koffiehuis bron van gevaarlijke speculaties).
p131