2-proza/verhalende teksten Flashcards
De verschillen tussen verhalende tekstfragmenten krijgen relief binnen de structuur die de teksten tot leden van dezelfde groep maakt. Waarom?
Omdat historische en culturele verschillen zo belangrijk zijn is het zinvol teksten ook in hun gemeenschappelijke structuur te bekijken. Zo verkrijgen zij een basis voor vergelijking, het verschil wordt zichtbaar.
p57
Wat zijn elementen?
Onderdelen van de inhoud van een verhaal = geschiedenis (inhoud van een verhaal, bestaande uit elementen)
Verhaal =
- (in ruime zin) elke tekst die gekenmerkt wordt door narrativiteit (narratologie=studie van specifiek verhalende karakter ve tekst)
- (engere zin) geheel van aspecten dat de geschiedenis kleurt, bemiddelt.
Verteller = woordvoerder van een verhaal (ik-verteller of verteller in derde persoon)
Vertelsituatie = structuur van bemiddeling tussen tekst en geschiedenis, waarbij verteller een bepaalde visie (focalisatie) op gebeurtenissen meedeelt. Is dus specifieke combinatie van verteller en focalisatie.
Elementen:
- Gebeurtenissen (Verandering van een situatie). Bericht = mededeling omtrent een gebeurtenis(sen)
- Figuren: ((Verhaal)element dat betrokken is bij een gebeurtenis, door deze te veroorzaken of ondergaan). Personage: verhaalfiguur, voorzien van eigenschappen en geplaatst in een vertelsituatie.
- Tijdsbestek
- Ruimte
p79
Kunnen gedichten verhalend zijn?
Ja, want de begrippen die samen de verhaalanalyse vormen zijn daarop van toepassing. Dan onderzoek je het verhalende van het gedicht, niet het gedicht als geheel.
p57
Wat is focalisatie?
Kleuring van het verhaal waarin de bemiddeling tussen woordvoerder en gebeurtenissen gestalte krijgt; relatie tussen gebeurtenissen en waarneming ervan.
Focalisator: subject van focalisatie.
p79
Hoe kunnen gebeurtenissen geschematiseerd worden?
Beginsituatie | v iets doorbreekt situatie | v nieuwe situatie: gedrag verandert
p58
Wat bepaalt of we een tekst als bericht/verzinsel en literair/niet zien?
Elke weergave van een reeks gebeurtenissen is een verhaal. De inhoud bepaalt of we het als bericht/verzinsel zien. De vorm bepaalt of we het als literair zien.
Beide zeer relatief, afh van context. Ook lengte en uitvoerigheid niet beslissend (novelle/roman/kort verhaal/bericht: allemaal verhalen)
p60
Wat vormt het skelet van de inhoud van een verhaal?
Gebeurtenissen, figuren, tijdsbestek, ruimte (elementen).
p60
Niet-samenhangende elementen zijn los zand. Hoe wordt samenhang aangebracht?
Door kunstgrepen, die maken van lezen een ordenende activiteit.
- Logisch verband zoeken (is niet per se helder; vaak geleidelijk gedoseerd) –> orde/samenhang/begrip projecteren op iets dat anders verwarrend zou zijn.
- Chronologisch verband: zoeken naar reeks. Elke gebeurtenis brengt nieuwe situatie teweeg (zonder situaties geen gebeurtenis. Situaties zijn achtergrond waartegen gebeurtenissen zich aftekenen –> dat maakt tekst verhalend (en niet beschrijvend).
p61
Verschillen in (chrono)logie tussen verhalen zijn structuurverschillen. Wat als het niet lukt om het verband te zien?
De mislukking daarvan resulteert in een kenschetsen van dit verhaal tov de meer (chrono)logische verhalen.
Er vormt zich een verwachting van onderbreking door gebeurtenissen, die heel verschillend ingevuld kan worden.
Bijzondere manier van samenhang: het structuurelement herhaling (–> thematische samenhang).
p63
Hoe voer je in hoofdlijnen de analyse van de elementen uit?
De schematische uitwerking (lijstje gebeurtenissen; welke figuren; in volgorde; oorzakelijk verband aangeven)
p63
Hoe voorkom je dat je bij het sorteren van de gebeurtenissen omkomt in de hoeveelheid?
- Selectie: hierarchie van belangrijkheid (afmeten aan gevolgen van de gebeurtenis voor geheel van de geschiedenis) –> clusters. Obv intuitieve interpretatie.
- Passages selecteren, die meer in detail geanalyseerd gaan worden. Obv intuitieve interpretatie. Vaak beginpassage en rondom een cruciale wending. Met intelligente keuze van passsage de voorlopige interpretatie nader toetsen.
p64
Is het doel van een analyse om interpretatie te vermijden?
Nee, maar juist de interpretatie expliciet, bespreekbaar en tot op zekere hoogte toetsbaar te maken.
Dus: met selectie van eigenaardige of in spanning tot geheel staande passage inzicht verdiepen en interpretatie evt bijstellen/verwerpen/nader funderen.
p63-64
Waar duiden genreaanduidingen als liefdesgeschiedenis, sprookje, tragedie op?
Suggereren een bepaald, min of meer vaststaand verloop.
p65
Hoe plaats je het skelet van de geschiedenis in een tijdsbestek?
- noteren hoe lang de geschiedenis ongeveer duurt
- in welke tijd deze zich afspeelt
- waar deze zich afspeelt
Wordt zinvol in latere fase, als verdeling van tijdsbestek over gebeurtenissen bekeken wordt en nadere aanduiding en functie van ruimte betekenis krijgt.
Welke aspecten maken een verslag van gebeurtenissen tot een verhalende tekst?
- (Belangrijkste) De vertelsituatie. Iemand vertelt het verhaal. We leven ons in in de gebeurtenissen.
- (Meest karakteristiek en betekenisvol) De woordvoerder/verteller/vertelinstantie. Geeft informatie aan lezer en reconstrueert geschiedenis. Is niet de auteur (maar een tekstuele functie; impliceert een ik). Richt zich tot toehoorder (lezersfunctie; is niet een persoon; impliceert een jij)
p68