Week 13 HC.8 - Ritme en geleidingstoornissen III Flashcards
Atriaal fibrilleren
- Wat gebeurt er + gevolg AV-knoop
- ECG
- Prevalentie + wat verklaart prevalentie
- Pathologisch proces waardoor boezemfibrilleren ontstaat
-Abnormale boezemactivatie, ritme volledig verdwenen
AV-knoop probeert wanneer mogelijk signaal door te geven (irregulair)
Activatie uit 1 vast plek verdwenen, overal lopen en botsen golven
-ECG
F-waves: abnormale activatie uit meerdere plaatsen, af en toe een QRS
-Vooral bij ouderen: jonge harten hebben niet genoeg massa/stoornissen/verlittekeningen in atria om boezemfibrilleren ‘vol te houden’
-Fibrose van atria –> fragmentatie elektrische signaal –. boezemfibrilleren
Atriaal fibrilleren in de kliniek
- Anamnese
- LO
Anamnese:
Palpitaties, dyspnoe, pijn op de borst
Op lange termijn verminderde inspanningstolerantie, algeheel onwelbevinden, vermoeidheid
LO:
Irregulaire irregulariteit, abnormaal ECG
(Kort samengevatte) oorzakwn
Verandering in boezem om fibrilleren te veroorzaken en te onderhouden!
- Verhoogde atriale druk
- Verhoogde atriale spiermassa
- Ontsteking atrium
- Infiltratie atrium
Beschrijf ontstaan CVA bij atriaal fibrilleren
Atria trillen alleen, trekken niet echt samen –>
Stilstaand bloed kan stollen, vooral in hartoortje (auricula) –>
Als hart weer knijpt: stolsels bloedsomloop in met kans op CVA
Beschrijf kort de CHA2DS2-VASc score
Bij minimaal 1 punt –> recht op antistolling
Iedereen krijgt zelfde dosis –> risico terug naar bijna normaal (wel beetje risico op bloeding, als HAS-BLED score > CHADS-score goed overwegen)
Acute behandeling van atriaal fibrilleren
- Eventuele trigger behandelen
- Rate control: snelle hartslag aanpakken –> AV-knoop met betablokkers/calciumanatagonisten remmen
- Cardioversie (chemisch of elektrisch)
Mogelijkheden lange termijn behandeling van atriaal fibrilleren (2 + uitleg)
Rate control: AF laten bestaan en zorgen dat hartslag rond 80 bpm blijft
- Medicamenteus of His bundel ablatie
- Als hierbij verder geen klachten bij gestaan is de prognose even goed als rhythm control
Rhythm control: hartslag zo normaal mogelijk hoduen
- Medicatie, cardioversie of ablatie
- Altijd IIa indicatie voor katheter ablatie
Verschil mortaliteit rate en rhythm control
In principe geen verschil
-Alleen bij bepaalde onderliggende ziektebeelden lijkt sinusritme iets beter te zijn
Sinus aritmie
- Wat gebeurt er
- ECG
- Fysiologisch fenomeen, hele korte verlenging tussen twee hartslagen
- P-P en R-R even irregulair
Triggered activity
- Wat gebeurt er
- Hoe ziet actiepotentiaal eruit
- Mogelijke oorzaak
- Voorgaande depolarisatie aan het eind van repolarisatie die leidt tot nieuwe depolarisaties
- Na plateaufase paar golfjes tot herstel
- Kan ontstaan door ectopisch focus; op plek van getriggerde activiteit wordt buiten sinusknoop om slag begonnen
Classificatie anti-aritmica medicatie
Klasse 1: Na-kanalen en actiepotentiaal
Klasse 2: beta-blokkers, zullen vooral sinusritme en AV-geleiding vertragen
Klasse 3: verlengt actiepotentiaal
Klasse 4: calcium-antagonisten, kunnen plateaufase van actiepotentiaal verminderen
○ Vooral op AV-knoop en een beetje op het sinusritme
DUS
○ AV-knoop vertragen: klasse II of IV
○ Actiepotentiaal (en prikkelformatie en -doorgifte) klasse I of III
• Ander: adenosine (selectieve blokkade van AV-knoop en digoxine (AV-knoop, hele smalle therapeutische breedte)
Wat zijn wel en niet shockbare ritmes
VF en VT shockbaar, pulsloos en asystolie bvb niet
Welke pacemakers ken je?
Single, Dual en Triple Chamber Pacemaker
en ICD
Wat voor onderdelen zitten in circuit van pacemaker?
Implantable pulse generator (IPT
-batterij, circuitry, connector
Draden
- Kathode (negatief)
- Anode (positief
Weefsel
Single Chamber System
- Waar zit draad
- Functie
- Indicatie
- 1 draad in atrium/ventrikel
- Meet elektrische activiteit, bij geen prikkel –> prikkel afgeven
- Vooral bij chronisch AF of sinusknoop disfunctie zonder AV-blok