Nierziekten Flashcards
IgA nefropathie
HEMATURIE
- =Immunoglobuline, zit op slijmvliezen als eerste verdedigingslinie, herkennen bacteriën en wekken influx leukocyten op, kan polymeriseren,
-Bij IgA nefropathie is er (waarschijnlijk erfelijk) iets mis met IgA
Krijgt net iets andere suikergroepen –> slaat neer in mesangium van nier; mesangio-proliferatief-glomerulo-nefritis
- Presenteert met hematurie en proteïnurie, vaak sluipend beloop, behandeling nodig bij forse proteïnurie of snelle achteruitgang nierfunctie
- Meer in Aziatische landen
Syndroom van Alport
HEMATURIE
-X-chromosomaal, vaak jongetjes die 0 eiwit tot expressie brengen (kan ook autosomaal)
-Hematurie en proteïnurie op jonge leeftijd
Doofheid: COL4A5 zit ook in oor, vormt collageenvezelplaat waarop hoortrilharen zitten
- Huidbiopt of bloedafname en gen laten sequencen
- Basaalmembraan is veel dikker en permeabeler, doordat de vlechtstructuur ervan niet meer werkt
- Vaak voor puberteit al aan dialyse
Thin membrane nefropathie/disease
HEMATURIE
- Dragers van (autosomaal overgeërfde) COL4A3 en COL4A4 hebben lichte vorm van syndroom van Alport, i.v.m. COL4A5 draagSTER
- Basaalmembraan is dun
- Prognose voor nierfunctie goed
- Kunnen presenteren met hematurie
Minimal Change Disease
NEFROTISCH
-Geen afwijkingen: glomerulus met capillairen, mesangiumcellen, endotheel, epitheel en juxtaglomerulair apparaat
-Vooral oorzaak bij kinderen(80%)
-Waarschijnlijk veroorzaakt door circulerende cytokines die ladingen afdekken/productie van proteoglycanen afremmen –> proteïnurie –>
Hierdoor trekken podocytvoetjes terug; minder en stompere tenen (alleen zichtbaar op elektronenmicroscopie, niet op lichtmicroscopie) +
Hele specifieke stoornis van ladingsselectivitet: kleine negatieve eiwitten worden doorgelaten, vooral albumine in urine = selectieve proteïnurie door verlies van ladingsselectiviteit
-Goede prognose, makkelijk behandelen met prednison (=afweerremmer)
Focale Segmentale Sclerose
NEFROTISCH
-Focaal = niet overal in nier, alleen bepaalde plekken
Segmentaal = Niet overal in glomerulus, alleen bepaalde plekken
-Fibrose en sclerose, verlies van deel van glomerulus dat verlittekent –> grootteselectiviteit aangedaan
-Primair: genetische afwijking –> mutatie op niveau van slit pore (aselectieve proteïnurie) in de verankering van nefrine of nefrine zelf
Secundair: veel te zware patiënt met hyperfiltratie/urologische afwijking (niet werkende blaas)
- Soms diagnose gemist doordat niet aangedane deel uit nier wordt gebiopteerd
- Slechtere prognose dan MCD
Membraneuze glomerulopathie
NEFROTISCH
- Voornaamste oorzaak bij volwassenen
- Presenteert met aselectieve prote:inurie
-Sterk wisselend beloop, 20% wordt nierinsufficiënt
-Lichtmicroscopie: dikke paarse basaalmembraan, dikker dan normaal
Zilverkleuring: kleine spikes in immuundeposities, dit is aankleuring van normaal GBM materiaal tussen deposities in
Elektronen microscopie: basaalmembraan (=lichtgrijs) goed te onderscheiden van immuundeposities (=donkergrijs) die basaalmembraan verdikken
-Auto-immuunreactie anti-PLA2R:
Tussen podocyt en basaalmembraan zitten allerlei eiwitten
Bij membraneuze glomerulopathie is er auto-immuunreactie tegen fosfolopase-A2 receptor (anti-PLA2R) waarbij IgG complementactivatie geeft op deze eiwitten (knipt stuk)
Schade beperkt tot onder podocyt –> nefrotisch syndroom, geen snelle achteruitgang nierfunctie, anti-PLA2R meetbaar in bloed
- Komt secundair voor bij aantal aandoeningen (maligniteiten, neergeslagen viruspartikels) waarbij immuundeposities onder podocyt afzetten (hierbij wordt dus geen anti-PLA2R in bloed gemeten)
- Kortom: dikker worden basaalmembraan door IMUUNDEPOSITIES –> DISFUNCTIE PODOCYTEN –> ASELECTIEVE PROTEÏNURIE
Anti-GBM
NEFRITISCH
• Situatie waarbij collageen aan oppervlak komt, wat lichaam nog nooit gezien heeft
○ Hypothese: komt door onthollen van collagenen
• Dit zijn epitopen: plek die herkend wordt door immunoglobuline –>
• Lijden tot immuunrespons: antistoffen tegen eigen collageen (4A)
• Influx van antistoffen leidt tot immuunreactie en uiteindelijk crescentische nefritis
Nierbioptie –> dunne coupes –> kleuren met antistoffen tegen IgG met fluorescente marker
Aangekleurde beeld = hele beloop van basaalmembraan
• Aanval van IgG is ook op basaalmembraaneiwitten
• Omdat het precies de vorm van de basaalmembraan aanhoudt heten dit ‘lineaire deposities’
• In de linkerglomerulus op het plaatje is er rechts geen kleuring: daar zit geen basaalmembraan omdat het daar weggedrukt is door crescentvorming, er zit fibrotisch weefsel
Rapidly progressive glomerulonefritis
• Behandeling anti-GBM nefritis
• Er is sprake van snel achteruitgaande nierfunctie en nierfalen op korte termijn
• Middelen die vorming van antilichamen remmen; immunosuppressiva zoals prednison
• Dialyse met filter met grote gaten
○ Plasmaferese: grote gaten die plasma met immunoglobulines weg kunnen halen
Vers plasma teruggeven; plasmawisseling
○ In grafiek zichtbaar: heel snel anti-GBM weg, creatinine daalt, nierfunctie enigszins gered
Productie remmen met medicijnen, wat er al gevormd is weghalen met plasmaferese
Poststreptococcen glomerulonefritis
NEFRITISCH
Immuuncomplexen ‘planted antigen’
• Circulerende immuuncomplexen hopen op onder de endotheelcel
• Leidt tot proliferatief beeld met crescents
• Bij immunofluorescentie onderzoek geen lineair patroon; wel endotheliale deposities
ANCA
NEFRITISCH
Proliferatie van het extracapillaire epitheel
Anticytoplasmatische antistoffen/Anticytoplasmatic antibodies (ANCA)
• Granulomatose met polyangiitis (GPA)
• Vroeger ziekte van Wegener
• Kan geïsoleerd in de nier voorkomen (heet dan pauci immuun glomerulonefritis)
• Cytoplasmatische antistoffen zijn gericht tegen antigeen in de witte bloedcel –>
○ Witte bloedcel raakt geprikkeld, gaat zich misdragen
○ Witte bloedcellen gaan door de wand van de filtratie barriere –> cellen in ruimte van Bowman –> proliferatie
○ Op plaatje kleuren ANCA-antistoffen in het cytoplasma van de witte bloedcel aan
§ ANCA-antistoffen komen voor bij aantal aandoeningen, waaronder GPA
Lupus/SLE
NEFRITISCH
Lupus nefritis/SLE
Glomerulonefritis in het kader van een autoimmuunziekte (met veel verschillende immuunziektes die kunnen optreden)
• Chronische immuuncomplex ziekte
○ Immuuncomplexen tegen je eigen celkern
• Antilichamen tegen antinucleaire antigenen
• Ziektebeeld sterk afhankelijk van waar deze immuuncomplexen neerslaan (voornamelijk afhankelijk van de lading)
• Vrijwel elk type GN mogelijk
○ Afhankelijk van wat voor soort immuuncomplexen vormen kan er nefritisch óf nefrotisch syndroom ontstaan