Week 11 HC.2 - Pathogenese van longfibrose Flashcards
IPF
- Staat voor ___
- Kenmerk prognose
- IPF is een ___term, veel ___ vormen: (4)
- Prevalentie
- Eventuele medicatie + wat is hier bekend over
- Staat voor Idiopathische pulmonale fibrose
- Slechte prognose, erger dan kanker
- IPF is een verzamelterm, veel secundaire vormen: CTD-ILD, sarcoidose, pneumoconiose, vorm secundair aan reuma
- 3-9 / 100.000
- Fibroseremmers, eerste soort ontwikkeld
Soorten IPF (3)
- Mijnwerkerslong/silicose: hele grove littekens, massaal verlittekende gebieden
- Vorm met fijne littekenvorming als medicatiebijwerkingen
- Systemische sclerose: hele lichaam is aangedaan, met name huid en longen
Etiologie van longfibrose
Longfibrose is het resultaat van ___ –>
Spelen in op ___ –>
Uiten zich in ___
Longfibrose is het resultaat van autoimmuniteit, genetische aanleg, omgevingsfactoren –>
Spelen in op cellulaire mechanismen –>
Uiten zich in verschillende vormen longfibrose
Rol van genexpressie bij IPF
Bij IPF veel genexpressie van bepaald DNA i.v.m. andere vormen van fibrose, belangrijke genetische component
Genen waarin defect gepaard gaat met longfibrose (3);
Wat is er algemeen bekend over welk type genen een belangrijke rol spelen bij IPF
- Surfactant Protein A en C
- Telomeren
- Mucine gen (MUC5B)
Vaak iets te maken met telomeren of surfactant
Kenmerken Type I pneumocyt
- Dun, 95% alveoli oppervlakte
- Weinig delende capaciteit maar
- Essentieel voor gaswisseling
Kenmerken Type II pneumocyt
Stamcelpotentieel in longblaasje
- Kan blijven delen/prolifereren, kan veranderen, kan type I cel worden
- Regeneratie (bij schade aan blaasje, bijvoorbeeld door type I cel te worden)
Produceert surfactant
Typisch genetische afwijking IPF: Surfactant
- Geproduceerd door?
- ___ eiwit, moet ___
- Mutaties in surfactant gen:
- -Zorgt voor ___ –> cel doet 2 dingen –>
- –___ –> ___
- Geproduceerd door Type II pneumocyt
- Complex eiwit, moet heel precies gevouwen worden
- Mutaties in surfactant gen:
- -Zorgt voor verkeerde vouwing –> cel doet 2 dingen –>
- –Proberen productie te verhogen (gaat niet goed)
- –>Cell-senescence (vervroegd oud worden/sluimeren van cel, produceert nog steeds cytokines)
Typisch genetische afwijking IPF: Telomeren
- Wat zijn telomeren
- Waarvoor dienen telomeren
- Wat gebeurt er continu met telomeren? Waardoor?
- Vooral bij defect ___; eiwit dat ___
- Telomeren zijn lange stukken niet-coderend, herhalend DNA aan het uiteinde van de DNA strengen
- Beschermen DNA; bij elke celdeling wordt het (dochter)DNA een stukje korter, door telomeren wordt coderend DNA niet aangetast
- Progressieve verkorting doordat bij DNA-replicatie de uiteinden niet kunnen worden gerepliceerd
- Vooral bij defect telomerase; eiwit dat telomeren terugbouwt in DNA
Kliniek bij mensen met familiaire longfibrose in 4 stappen
- Diagnose: diagnose longfibrose wordt gesteld
- Bij vermoeden familiare component: genetische screening voor meebepalende genen
- Counseling
- Screenen van familieleden op IPF of vergelijkbare ziektes
Wat weet je over Fibrotic March
- Factoren van invloed op longfibrose
- Uiteindelijke aanleiding voor fibrose + soorten van aanleiding
- Kenmerken incidentie
-Naast genetica (en leeftijd en genschade) is er meer nodig voor fibrose, niet iedereen met aanleg krijgt het
- Beschadiging van Type I pneumocyten nodig die willen herstellen
- -Schade zoals rook, werkgerelateerd, viraal, reflux, microbioom, inflammatie, medicatie
-8% bevolking heeft ILA (interstitial lung abnormalities, hele zachte vorm), meestal niet gerookt
2/1000 hebben milde fibrose
2/10.000 hebben echt IPF, vaak oud met aanleg en beschadiging als aanleiding
Cellulair proces achter IPF:
Fases (4) + wat gebeurd er?
Hoe ziet het eruit onder de microscoop?
Verwonding
-Verwonding van alveolus, ontstaan van stolsel –> afzetting en ontstaan van hyaline membranen, oedeem
Inflammatie
-Inflammatoire cellen dringen binnen
Proliferatie
-Collageen depositie door fibroblasten, granulatieweefsel, nieuw epitheel, contractie door myofibroblasten (=fibroblast met contractiele componenten, trekken longweefsel bij elkaar)
Remodelling
-Fibroblast accumulatie en collageen depositie –> STOP-signal, alleen gaat bij longfibrose STOP-signal mis –> fibrose blijft doorgaan
Onder de microscoop zijn fibroblasten bij elkaar zichtbaar in clusters en myofibroblasten die samentrekken en niet meer loslaten –> longinhoud wordt kleiner
Welke stof bevorderd fibrose van de longen bij bestaande fibrose?
Beschrijf dit proces
-Waar zit deze stof?
-Wanneer komt het vrij?
-Waar zorgt het voor en hoe?
-Verschil en rol stof in gezonde vs. fibrotische longen
TGF-beta
-TGF-beta zit vast tussen de verankering van cellen in ECM (integrines en andere eiwitten)
-Bij sterke uitrekking van longweefsel komt het hieruit vrij
-Vrij TGF-beta bindt aan receptor en zorgt voor verdere fibrose
-In gezonde longen komt dit niet snel vrij, omdat deze niet onder grote spanning staan
In fibrotische long komt er TGF-beta vrij: in rust al enigszins, bij verdere uitrekking komt er heel veel vrij omdat gehele weefsel al onder spanning staat (strained ECM)
Wat weten we over de invloed van het gen dat type I pneumocyt –> type II pneumocyt generatie mogelijk maakt?
Bij afwezigheid van dit gen treedt er fibrose op
Vat pathogenese bij longfibrose samen
- Ontstaan door ___
- (aanleiding) –>
- (laatste stap/uiteindelijke probleem)
- Risicofactoren + beschadiging, met invloed van leeftijd en aanleg
- Beschadiging –>
- Onder en subpleurale loop van fibrosevorming