W9HC3: Afwijkingen aan het hoofd, hals en romp Flashcards

1
Q

Craniosynostose

A

Vroegtijde verbening van de schedelnaden
- groei is loodrecht op de naden
- grotere kans bij IVF
- complicatie: verhoogde intracraniële druk -> chirurgische schedelremodellatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Brachycephalie

A

Korte schedel, compenseert in de breedte.
- dubbelzijdige synostose van de coronanaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Trigonocephalie

A

Wigschedel, driehoekige schedel: puntvormig voorhoofd met afvlakking van de craniale oogstand
- synostose van de voorhoofdsnaad/metopicanaad -> compensatie coronanaden waardoor het voorhoofd naar voren staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Scaphocephalie

A

Bootschedel/langwerpige schedel
- synostose van de sagittaalnaad -> compensatie lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Plagiocephalie

A

Unilaterale verkorting van de schedel, waarbij de craniale oogkasrand afvlakt en de andere zijde van de oogkasrand compenseert
- synostose van de coronanaad of de lamboidnaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positonele plagiocephalie

A

Houdingsafhankelijk: sprake van scheve schedel zonder dat er een probleem is met de naden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten craniosynostose

A

Geïsoleerd of unisuturaal: 1 schedelnaad, geen andere congenitale afwijkingen
Multisuturaal of complex: > 1 schedelnaad, geen andere congenitale afwijkingen
Syndromaal: > 1 schedelnaad, andere congenitale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Syndroom van Apert

A
  • bicorornale craniosynostose
  • zeer grote anterieure fontanel
  • ventriculomegalie of hydrocephalus
  • verhoogde hersendruk
  • hypertelorisme en exorbitisme
  • complexe syndactylie van de handen en voeten
  • progressieve ankylose van gewrichten
  • ontwikkelingsachterstand
  • midface en mandibula hypoplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Facial cleft

A
  • tessier classificatie
  • Treacher collins: bilaterale afwijkingen, tessier 6 (onderooglid), 7 (mondhoeken omhoog) en 8 (afwezigheid laterale orbita)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ptosis

A
  • congenitaal of verworven
  • houden hun hoofd in de nek om te kunnen kijken
  • door verminderde functie levator palpebrae
  • amylopie (slecht gezichtsvermogen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypo- en hypertelorisme

A
  • meest betrouwbaar om de canthus te nemen
  • opereren bij diplopie (dubbelbeelden), eigenlijk alleen bij hypertelorisme
  • kan via een u-shaped osteotomie, box osteotomie of facial bipartition
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mond afwijkingen

A
  • kort tongriempje (frenulum): behandelen met een klein knipje
  • schisis
  • macrostomie: cleft nummer 7, loopt door naar oor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oor afwijkingen

A
  • bestaat uit kieuwbogen
  • bijoren: kan ook een fliebeltje zijn, met kraakbeen -> weghalen tot aan basis tegen teruggroeien
  • flaporen of afstaande oren; onderontwikkelde antihelixplooi, te diepe concha, afstaande lobulus of combinatie
  • microtie: onderontwikkeling van het oor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Craniofaciale microsomie (CFM)

A

Craniofaciale microsomie (CFM)
- mandibula hypoplasie, microtie, orbita/ossale hypoplasie, n. facialis
- weke delen deficiëntie, bijoor, macrostomie, schisis, epibulbair dermoid, hemivertebrae
- c shape gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pierre Robin sequentie (PRS)

A
  1. Micrognathie/retrognathie (kleine kaak/teruggelegen kaak)
  2. Glossoptosis (grote tong)
  3. OSA (obstructief slaap apneu)
    -> 25% palatoschisis U vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hals afwijkingen

A
  • torticollis: scheve hals, agv sternocleidomastoideus -> fysio -> als dat niet lukt spier deels losmaken -> fysio, RF positionele plagiocefalie
  • mediane/laterale halscyste
  • webbed neck: vaak bij syndromale kinderen (turner)
17
Q

Pectus excavatum

A
  • trechterborst
  • variërend van kleine deuk tot grote
  • soms restricties van het hart of de long
  • neemt na puberteit toe
  • vullen met vet of nuss bar
18
Q

Pexus carinatum

A
  • kippenborst
  • overmatig ribkraakbeen
  • evt resectie kraakbeen
  • geen functioneel probleem
19
Q

Poland syndroom

A
  • agenesie sternale lop van de m. pectoralis major
  • hypoplasie van de omliggende structuren zoals mamma, ribben, sternum en spieren
  • vooral bij mannen
  • rechts > links
20
Q

Tubulaire borst

A
  • malpositie bortsplooi
  • herniatie areola
  • constrictie basis mamma
  • hypoplasie
  • huidtekort van de onderplooi
  • asymmetrie