W12HC3: Neurogene blaasafwijking Flashcards
1
Q
Innervatie blaas
A
- urethrale sfincter is somatisch, dwarsgestreept
- detrusor is parasympatisch
- bij plassen relaxeert de sfincter, de detrusor contraheert
- als de urine in de blaas komt -> stretching detrusor spier -> mechanoreceptoren worden gestimuleerd -> signaal via ruggenmerg naar cortex -> blaas motorisch geïnnerveerd, inhibtie van de urethrale sfincter
2
Q
Mictie centra
A
- cortex: voluntairy control center -> timing
- pons: PMC -> coördinatie
- sacraal: SMC -> versterking en fijnafstelling
3
Q
Laesie op hoogte vd cortex
A
- bijv bij cerebrale bloeding
- geen juiste timing -> m. detrusor wordt stug en overactief, nierfunctieverlies
4
Q
Laesie onder PMC
A
- cortex en pons uitgeschakeld -> timing en coördinatue kloppen niet
- tijdens mictie contraheert de detrusor, maar ook de sfincter -> uretra deels dichtgedrukt -> detrusor-sfincter-dysenergie -> detrusor veel meer werk -> door onvolledige mictie met residu UWI’s, slecht voor de nierfunctie
5
Q
Laesie SMC
A
- uitschakeling alle grote centra
- acontractiele blaas
-> slappe, grote blaas: onvolledige mictie -> overloopincontinentie, UWI en stuwing
6
Q
Gevolgen infranucleaire afwijking
A
- acontractiele blaas: lediging raakt verstoord -> urineretentie en evt stuwing
- verminderde compliantie: hoge drukken kan de blaas niet meer aan -> overloop incontinentie
- intrinsieke sfincterdeficiëntie: overloop- of stressincontinentie
- combinatie geeft kleine continentie en residu
-> zorgt voor verminderde nierfunctie
7
Q
Gevolgen supranucleaire afwijking
A
- stugge en overactieve blaas -> verhoogde druk in blaas, spier hypertrofie -> intramurale druk -> stuwing nieren -> verminderde nierfunctie
- overactieve sluitspier -> verhoogde druk in blaas + reflux
- UWI’s -> reflux nefropathie
-> verminderde nierfunctie
8
Q
Oorzaken neurogene blaasfunctiestoornissen
A
- sluitingsdefecten neurale buis (MCC, spina bifida)
- anorectale malformaties
- tethered cord syndrome (ruggenmerg staat op spanning)
- traumatische/iatrogene dwarslaesie
- myelitiis transversa, multiple sclerose
- cerebral palsy
- grote chirurgie in de kleine bekken
9
Q
MMC: meningomyelocele
A
- incomplete laesies
- blaas: overactief, hypocontractiel, stug, niet rekbaar, reflux
- sluitspier: overactief, aangespannen, slap, open
10
Q
Multipele sclerose
A
- afhankelijk van plaats actieve haard
- ter hoogte van cortex: vaak overactieve blaas
- bij pons: dysenergie
11
Q
Behandeling
A
- doel: behoud nierfunctie, continentie, behoud QoL
- gericht op problemen mictiefase
- CIC, alfa-blokker, TUC/SPC, neuromodulator
12
Q
Problemen opslagfase behandeling
A
- anticholinergica: bijwerkingen troebel zien, droge mond, obstipatie
- bèta mimetica
- botuline toxine A (botox): meest potente gif
- TUC/SPC, neuromodulatie, augmentatie, ileum conduit
13
Q
Blaasaugmentatie
A
Terminale ileum openknippen en als kapje gebruiken over de blaas -> vergrote blaas -> grotere capaciteit
- kan zorgen voor hyperchloremische acidose, Vit B 12 deficiëntie, vlokkenproductie, blaasstenen, persisterende incontinentie