W8HC4: Pediatrische klinische farmacologie Flashcards

1
Q

Bioavailability bij kinderen

A

VERHOOGD door:
- zuurgraad (zuur labiel)
- maagontlediging (bij ouder kind)
- oplossing in vloeistof
- oppervalkte duodenum/body mass
- minder efflux transportes
- minder CYP enzymen
VERLAAGD door:
- zuurgraad
- maagontlediging
- GER
- first pass
GEEN ORALE MEDICATIE VOOR LEVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN BIJ NEONATEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Effect pH op absorptie

A
  • zuur-labiel: verhoogde opname bij neonaat (penicilline, erythromycine)
  • zwakke organische zuren: verminderde opname (fenobarbital, fenytoine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Absorptie hangt af van

A
  • bioavailability: afhankelijk van de geabsorbeerde fractie
  • absorptiesnelheid: meestal passieve diffusie, opname met name in het duodenum
  • geneesmiddelkarakteristieken: pKa, oplossing waar geneesmiddel inzit, disintegratie en dissolutie van vaste vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Absorptie bij kinderen

A
  • zuurgraad maag: neonaat ph van 7, na 12 dgn 2
  • maagpassage: vertraagd eerste 6-8 mnd -> opname slecht H2O oplosbare medicatie verminderd
  • darmpassage: vertraagd bij neonaat, versneld bij peuter
  • darmfunctie: pH gebufferd door frequente voedingen, first-pass uptake door de lever vertraagd, darmflora zijn anders, metaboliserende enzymen nemen in de leeftijd steeds meer toe
  • absorptie rectaal; absorptie via hemorrhoidale venen -> geen first pass (wel incomplete resorptie, wisselende resorptie en verlies via feces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lokale middelen

A

Bij kinderen vaker systemische bijwerkingen: huidoppervlak van een kind is relatief groter dan die van een volwassene waardoor de bloedspiegel van een lokaal toegepast middel hoger ligt dan bij een volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Distributie

A

Afhankelijk van de lichaamssamenstelling en eiwitbinding
- neonaten hebben meer water en minder vet dan een volwassene -> groter verdelingsvolume in zuigelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metabolisme

A
  • wateroplosbaar middel -> onveranderd uitgescheiden via de nier
  • non-polair, vetoplosbaar middel -> polair wateroplosbaar gemaakt
    -> fase 1: door cytochroom P450 (sub CYP3A4) gemetaboliseerd, zit enorm verschil in activiteit
  • genetische make-up: extended metabolisers zetten het snel om, poor metabolisers zetten het traag om
  • invloed van ziek zijn: bij heftige ontsteking en orgaan falen wordt het minder snel omgezet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eliminatie

A

Neonataal heeft het een snelle ontwikkeling, einde vh 1e jaar nierfunctie van volwassene waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Toedieningsvorm

A
  • vanaf 6-7 jr kan een kind vaste orale toedieningsvorm in zijn geheel doorslikken
  • < 1 jr vooral drankjes en zetpillen
  • aandachtspunten: hulpstoffen nodig, smaak, beschikbaarheid
  • hulpstoffen: conservering, oplossen, kleurstoffen, stabilisatoren, smaakstoffen, antioxidantia, geurstoffen
  • manipulatie: breken tabletten, fijnmalen, mengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwerkingen geneesmiddelen bij kinderen

A
  • extrapiramidale verschijnselen bij metoclopramide (en antipsychotica0
  • (sederende) antihistaminica en kans op wiegendood
  • tetracyclines verkleuring vd tandmatrix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly