W11HC1: Congenitale afwijkingen van het czs Flashcards

1
Q

Embryonale processen en afwijkingen

A

3-6 wkn: aanleg neurale buis en patroonvorming -> neurale buisdefecten
6-30 wkn: neurogenese en migratie -> microcefalie en migratiestoornissen
12-36 wkn: aanleg axonale banen -> migratiestoornissen
24 wkn postnataal: vorming en verfijning circuits en myelinisatie -> corticale dysplasie en hypo- of demyelinisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 blazig cranip-caudale patroonvorming

A
  • telencephalon: wordt de cortex en basale frontale cortex
  • diencephalon: wordt de (hypo)thalamus
  • mesencephalon: middenhersenen met het aquaduct
  • metencephalon: pons en cerebellum
  • myelencephalon: verlengde merg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dorso-ventrale patroonvorming

A
  • roof plat en floor plats: steuncellen, geen zenuwcellen
  • alar plate (dorsal): sensorisch
  • basal plate (ventral): motorisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sonic hedgehog (Shh)

A
  • uit notochord en bodemplaat
  • induceert ventralisatie van het ruggenmerg -> ontstaan ventraal motorische neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BMP: bone morfogenetic proteïns

A
  • door roof plate (dorsaal)
  • zorgt voor ontwikkeling sensorische zenuwcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Holoproscencephalie

A
  • verstoring dorso-ventrale patroonvorming
  • prosencephalon niet door tot telencephalon
  • geen goede ontwikkeling van de ogen -> cylopisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kieuwbogen en innervatie

A
  • 1e kieuwboog: kauwspieren via n. trigeminus (nV)
  • kieuwspleet 1: buitenste gehoorgang
  • 2e kieuwboog: mimische spieren via de n. facialis (nVII)
  • 3e kieuwboog: stylopharyngeus via n. glossopharyngeus (nIX)
  • 4-6e kieuwboog: spieren via larynx en pharynx via n. vagus (nX)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anterieure-posterieure patroonvorming

A
  • anterieur maakt het endoderm Wnt-remmers
  • posterieur paraxiaal mesoderm maakt Wnt
    -> voorbrein en middenbrein Otx2 activatie en caudaal Gbx2 activatie
  • Wnt: stimuleert Gbx2 en remt Otx2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neurogenese

A
  • aanmaak van neuronen
  • 4-24 weken
  • celdeling vindt plaats aan de binnenzijde -> neuroblasten migreren naar de juiste plaats
  • berust op symmetrische (meer stamcellen) en asymmetrische delingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgen fout neurogenese

A
  • microcefalie: te weinig zenuwcellen ontwikkelt, omvang > 2,5 SD -> mentale retardatie, ontwikkelingsachterstand, motorische en spraakachterstand, epilepsie
  • macrocefalie: PTEN mutatie waardoor de groei niet gereguleerd wordt, vooral grotere zenuwecellen
  • hydrocefalus: vorm van macrocefalie, treedt op door verstopping van de aquaductus Sylvii, X-gebonden L1CAM gen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Migratie

A
  • radiale migratie: migratie van de ventriculaire zijde naar de buitenzije, geldt voor exciterende neuronen
  • tangentiële migratie; inhiberende neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lissencefalie

A
  • brein binnenste buiten, cortex zit binnen in het brein
  • door LIS1 genmutatie
  • radiale migratie is verstoord
  • grove verstandelijke beperking, epilepsie, korte levensverwachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly