W8HC7: Borstvoeding Flashcards

1
Q

Advies WHO

A
  • 6 mnd volledig borstvoeding
  • borstvoeding zo lang moeder en kind dat willen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Immunologische factoren in moedermelk

A
  • aspecifieke afweer
  • specifieke afweer: Ig (IgA)
  • cellen
  • probiotica
  • prebiotica
  • cytokines, chemokines en receptoren
  • anti-inflammatoire factoren, antioxidanten, lactoferrine
  • bindingseiwitten
  • enzymen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Immuunglobulines

A

Na de zwangerschap duurt het even totdat het kind zelf IgA en IgG maakt -> gat wordt opgevuld door IgA in de moedermelk, is specifiek tegen verwekkers waarmee de moeder in aanraking komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moeder melk en microbioom

A

Gunstiger profiel, probiotica, meer diversiteit, levenslang effect
- vertering, afweer, gut-brain axis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positieven

A
  • minder wiegendood
  • minder diabetes en obesitas op latere leeftijd (dosis-effect, duur BV)
  • betere hersenontwikkeling (essentiële vetzuren zijn bouwstoffen voor het hersenweefsel en de retina)
  • bij atopische familie reductie kans op eczeem
  • gunstig effect gedrag en ontwikkeling van het kind, minder postnatale depressies en psychoses
  • minder maatschappelijke kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Prematuren en moedermelk

A
  • kan < 32 nog niet aan borst
  • via sonde of flesje en afkolven
  • moeder geen melk door vroeggeboorte en stress -> lactatiekundige steun
  • geeft reductie infecties
  • sneller volledig enterale voeding
  • minder necrotiserende enterocolitis
  • minder heropnames na ontslag
  • betere psychomotore ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Compositie moedermelk

A
  • 100.000 verschillende stoffen
  • macro- en micronutriënten
  • immunologische componenten
  • groei factoren, hormonen
  • enzymen
    -> compositie varieert met behoefte vh kind; eiwitgehalte neemt af met de zwangerschapsduur en tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Colostrum

A
  • eiwitrijker
  • extreem rijk aan Igs en immunologische stoffen zoals lactoferrine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aanvullingen moedermelk

A

Vit D en K
prematuur ook extra eiwit, extra Ca en P

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lactatie

A
  • melkklierweefsel neemt toe tijdens de zwangerschap
  • talgkliertjes/kliertjes van montgomery zorgen voor talg dat de tepel soepel houdt
  • spiercellen rond de kliertjes zorgen dat melk eruit kan
  • kind gebruikt 3 aangeboren reflexen: zoeken, zuigen en slikken
  • hypofyse produceert oxytocine (waardoor de spieren samen trekken) en prolactine zorgt voor de melkproductie
  • toeschietreflex van moeder kan door zuigreflex baby en gemoedstoestand moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nadelen borstvoeding

A
  • sociale bezwaren
  • maternale complicaties: tepelkloven, verstopping, mastitis, abcedering, oorzaak vaak door BV techniek
  • stille ondervoeding: je weet niet precies hoeveel je geeft, kan in vicieuze cirkel terecht komen (minder binnen, minder kracht, etc) -> bijkolven en voeden
  • CI: borstlaesies
  • enkele psychofarmaca, antidepressiva, chemo, harddrugs en methadon, overmatig alcoholgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly