W8HC7: Borstvoeding Flashcards
1
Q
Advies WHO
A
- 6 mnd volledig borstvoeding
- borstvoeding zo lang moeder en kind dat willen
2
Q
Immunologische factoren in moedermelk
A
- aspecifieke afweer
- specifieke afweer: Ig (IgA)
- cellen
- probiotica
- prebiotica
- cytokines, chemokines en receptoren
- anti-inflammatoire factoren, antioxidanten, lactoferrine
- bindingseiwitten
- enzymen
3
Q
Immuunglobulines
A
Na de zwangerschap duurt het even totdat het kind zelf IgA en IgG maakt -> gat wordt opgevuld door IgA in de moedermelk, is specifiek tegen verwekkers waarmee de moeder in aanraking komt
4
Q
Moeder melk en microbioom
A
Gunstiger profiel, probiotica, meer diversiteit, levenslang effect
- vertering, afweer, gut-brain axis
5
Q
Positieven
A
- minder wiegendood
- minder diabetes en obesitas op latere leeftijd (dosis-effect, duur BV)
- betere hersenontwikkeling (essentiële vetzuren zijn bouwstoffen voor het hersenweefsel en de retina)
- bij atopische familie reductie kans op eczeem
- gunstig effect gedrag en ontwikkeling van het kind, minder postnatale depressies en psychoses
- minder maatschappelijke kosten
6
Q
Prematuren en moedermelk
A
- kan < 32 nog niet aan borst
- via sonde of flesje en afkolven
- moeder geen melk door vroeggeboorte en stress -> lactatiekundige steun
- geeft reductie infecties
- sneller volledig enterale voeding
- minder necrotiserende enterocolitis
- minder heropnames na ontslag
- betere psychomotore ontwikkeling
7
Q
Compositie moedermelk
A
- 100.000 verschillende stoffen
- macro- en micronutriënten
- immunologische componenten
- groei factoren, hormonen
- enzymen
-> compositie varieert met behoefte vh kind; eiwitgehalte neemt af met de zwangerschapsduur en tijd
8
Q
Colostrum
A
- eiwitrijker
- extreem rijk aan Igs en immunologische stoffen zoals lactoferrine
9
Q
Aanvullingen moedermelk
A
Vit D en K
prematuur ook extra eiwit, extra Ca en P
10
Q
Lactatie
A
- melkklierweefsel neemt toe tijdens de zwangerschap
- talgkliertjes/kliertjes van montgomery zorgen voor talg dat de tepel soepel houdt
- spiercellen rond de kliertjes zorgen dat melk eruit kan
- kind gebruikt 3 aangeboren reflexen: zoeken, zuigen en slikken
- hypofyse produceert oxytocine (waardoor de spieren samen trekken) en prolactine zorgt voor de melkproductie
- toeschietreflex van moeder kan door zuigreflex baby en gemoedstoestand moeder
11
Q
Nadelen borstvoeding
A
- sociale bezwaren
- maternale complicaties: tepelkloven, verstopping, mastitis, abcedering, oorzaak vaak door BV techniek
- stille ondervoeding: je weet niet precies hoeveel je geeft, kan in vicieuze cirkel terecht komen (minder binnen, minder kracht, etc) -> bijkolven en voeden
- CI: borstlaesies
- enkele psychofarmaca, antidepressiva, chemo, harddrugs en methadon, overmatig alcoholgebruik