W8HC1: Gevolgen vroeggeboorte voor het kind en neonatale sterfte Flashcards

1
Q

Surfactant

A
  • bestaat uit lipiden en protëinen
  • wordt geproduceerd door type 2 pneumocyten
  • zorgt voor een verlaging van de oppervlakte spanning van de alveoli
  • wordt nog niet gemaakt bij prematuriteit (pas vanaf 34e week) -> respiratoir insufficiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Premature retinopathie (ROP)

A

Bij een premature geboorte zal de angiogenese van de retina plots stoppen -> risico op loslating -> blindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bronchopulmonale dysplasie (BPD)

A

Door stop van de longontwikkeling klappen de longen dicht na uitademing door een tekort aan surfactant waardoor het Respiratory Distress Syndrome (RDS) ontstaat: witte waas longen
- RF: prematuriteit, roken tijdens zwangerschap, hypertensie moeder, laag geboortegewicht, geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Antenatale steroïden

A
  • bij dreigende vroeggeboorte
  • stimuleren longrijping en productie van surfactant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly