Vorm en functie van de bovenste luchtwegen Flashcards

1
Q

cricoid

A

nauwste plek van de luchtweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

conchae

A

neusschelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functies van de neus

A
  • Ademhaling: transport slijm en lucht, verwarming en bevochtiging lucht, filtering met neushaartjes en plakkerige membraan, afweer
  • Reuk
  • Bijdrage aan smaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

afwijkingen neusschot

A
  • geboortetrauma
  • neustrauma
  • adenoidhypertrofie: neusamandel verdikt
  • benauwdheid door neuspathologie: choanaal atresie, vernauwing bij uiteinde neus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

luchtwegobstructies mond

A
  • macroglossie (tongzwelling)
  • ACE remmers: Quinkes oedeem
  • Pfeiffer: lymfe zwellen op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke benauwdheid door afwijkingen zijn zeldzamer

A

In de mond, dan neus en larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functies larynx

A

respiratie, hoesten, scheiding lucht en voedselweg, slikken, stemgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

epiglottis

A

strottenklepje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

membrane thyrohyoidea

A

verbinding tussen hyoid en cartilage thyroidea, waar de stembanden zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

valse stembanden

A

musculeuze structuur en sluiten de epiglottis bij eten en drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

innervatie larynx

A

uit n. vagus
- craniaal: n. laryngeus superior
- interne tak: sensibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

innervatie larynx

A

uit n. vagus
- craniaal: n. laryngeus superior
- interne tak: sensibel
- externe tak: m. cricothyreoideus
- caudaal: n. laryngeus recurrens
- links omhoog aortaboog
- rechts om de subclavia
- rechter recurrens heeft een kortere route richting larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

expiratoire stridor

A

vernauwing van de luchtweg door intrathoracale processen, lage hoesttoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

inspiratoire stridor

A

veroorzaakt een hoogfrequent geluid veroorzaakt door turbulentie, door processen in larynx of cervicale deel van trachea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly