Tubulaire reabsorptie en secretie Flashcards
excretie
resultante van filtratie, reabsorptie en secretie
reabsorptie
selectieve terugname uit het filtraat van nuttige stoffen zoals glucose, aminozuren, Pi, bicarbonaat, zout en water (filtraat naar bloed)
secretie
selectief afgeven van organische verbindingen, afvalstoffen en geneesmiddelen aan de voorurine
( bloedplasma naar glomerulair filtraat)
paracellulair transport
tussen de cellen, tussen de tight junctions door. Stoffen moeten de basaal laterale zijde en apicale zijde passeren; niet selectief
1. chloor: diffusie
2. water: osmotische diurese
3. Ca, Mg, K door solvent drag
Transcellulair transport
Door 2 membranen heen, selectief, kan beide kanten op
Waar is het peritubulaire netwerk (2e capillaire netwerk) belangrijk voor?
Om de proximale tubulaire cellen van bloed te voorzien + reabsorptie
Hoe gaat glucose reabsorptie?
gekoppeld aan Na reabsorptie door Na symporter in apicale membraan door gradiënt
- Na/K pomp houdt Na concentratie laag
SGLT2
1 Na+ en 1 glucose
SGLT1
2 Na+ en 2 glucose
Is SGLT2 of SGLT1 voordeliger?
SGTL2 in 1e deel proximale tubulus, SGTL1 in laatste deel
3 manieren transcellulair transport van glucose
- Na, K pomp: primair actief, elektrogeen en basolateraal
- Na, glucose symporter: secundair actief, elektrogeen en apicaal
- Glucose carrier (GLUT): passief en basolateraal
Wat gebeurt er als het glucose transport maximum is bereikt?
Excretie
splay
effect van variabiliteit tussen verschillende nefronen; nefron met laagste GFR bepaalt de drempel om glucose door te laten
Hoe gaat bicarbonaat reabsorptie?
Via Na/H exchanger komt H+ in filtraat > dit wordt aangezuurd en kan HCO3- omzetten naar CO2 en H2O > in de cel wordt CO2 weer HCO3- en H+ > dit kan naar interstitium
Hoe gaat chloride reabsorptie
Het terughalen van aminozuren, glucose en HCO3- gaat ten koste van chloride > concentratie Cl zal stijgen > spanningverschil > paracellulair transport
OOK diffusie dmv solvent drag mee met water
In late proximale tubulus is transport aan Na gekopeld
Wanneer is er sprake van proteinurine?
Als er meer dan 0,03 g/dag eiwit in de urine zit
Wanneer is er een glomerulaire oorzaak van teveel eiwit
> 3,5 g/dag; er zitten ook grote eiwitten in urine
Wanneer is er een tubulaire oorzaak van teveel eiwit
< 2g/dag; kan ook overloop zijn
Hoe kan abnormale excretie van metabolieten komen
- verhoogde plasmaspiegels: diabetes
- verhoogde SNGFR: teveel gefiltreerd om te reabsorberen
- genetische afwijkingen: transporteiwit kan niet goed functioneren
- Fanconi syndroom: defect aan NaK pomp of mito
secretie in laat proximale tubuli
- secretiepad voor OA- : galzouten, prostaglandines, uraat, lis- en thiazide diuretica, peniciline
- secretiepad voor OC-: adrenaline, Ach, serotonine, morfine, chlorpromazine en cimentidine
Wanneer is competitie handig?
als een medicijn langer gebruikt moet worden, doping