Osmoregulatie vs volumeregulatie Flashcards
Wat gebeurt er bij een dreigend watertekort?
Plasmaosmolaliteit stijgt > osmoreceptoren stimuleren ADH afgifte door hypofyse > ADH vertelt nier om via AQP2 water te reabsorberen
osmoregulatie
grijpt in op de natriumconcentratie (mmol/L). De Na concentratie beinvloedt de osmolaliteit
volumeregulatie
grijpt in op de Na+ hoeveelheid (mmol). Dit beïnvloedt het bloedvolume en de bloeddruk.
Renale respons
ECV daalt > renale baroreceptoren registreren verlaagde GFR > juxtaglomerulaire cellen geven meer renine af > Ang II en aldosteron stijgen > meer Na reabsorptie en waterretentie.
- Ang II vooral proximale tubulus, aldosteron distaal
Neurale respons
daling ECV opgemerkt door baroreceptoren in organen > afgifte ADH via hypofyse en activatie symp zenuwstelsel > stimulerende werking Na reabsorptie
Cardiale respons
ECV daling opgemerkt door atriale rekreceptoren > minder ANP > Na excretie geremd
osmolaliteit
osmol/kg; moleculaire concentratie van alle in een oplossing osmotisch werkzame stoffen ( 2 x [Na] in plasma, 290 osmol/L)
osmolariteit
osmol/L
Wat kan AVP in hoge concentraties doen?
vasoconstrictie door VP1 receptoren > stijging bloeddruk
tekort aan water
eerst meer water vastgehouden via AVP, als dit onvoldoende is nog dorstprikkel
teveel aan water
AVP afgifte > verlies van meer water dan zout > dehydratie en hypernatriëmie > osmolaliteit verhoogt > toegenomen waterrabsorptie in verzamelbuizen, dorst en vasoconstrictie
Waar kan een nier alleen op reageren?
teveel water, tekort altijd door weinig drinken
Wat zijn TRPV kanalen?
in de hypothalamus, rekgevoelige kanalen die activeren bij zwelling door hyperosmolariteit
- activatie: meer ADH afgifte > dorst > meer water vastgehouden > osmolaliteit daalt en zwelling neemt af
volumeregulatie
Circulerend volume wordt waargenomen door baro in sinus caroticus… > efferente pathways gestimuleerd > op korte termijn worden hart en bloedvaten beïnvloed (bloeddruk), lang de nier (Na+ secretie)
osmoregulatie
plasma osmolaliteit gemeten door osmoreceptoren in hypothalamus > efferente pathways zijn AVP en dorstprikkel > renale waterexretie en water inname
Wanneer wordt Na+ excretie verhoogd?
Toename in ECV, dus door volumeregulatie!!
NIET toename extracellulaire Na+ concentratie (osmoregulatie)
RAAS
streeft naar constant ECV, geregeld via baro > vasomotor centrum > sympaticus > nieren
- bij transplantatie werkt dit niet meer want symp doorgesneden
- regelt verlies water en zout en regelt volumedepletie
Waar leidt volumedepletie toe?
verlaging HMV, BD en renale hypoperfusie > activatie RAAS > vasoconstrictie en Na+ reabsorptie neemt toe
Belangrijkste effecten Ang II
aldosteron secretie via bijnier;
vasoconstrictie;
versterking tuboglomerulaire feedback;
hypertrofie van tubuluscellen;
stimulatie van dorst en ADH secretie in hypothalamus;
oedeem
extreme Na+ retentie en waterretentie, te behandelen met diuretica
dehydratie
kan gevolg zijn van diabetes insipidus
hartfalen, septische shock, levercirrose, zwangerschap en gebruik arteriele vasodilatoren kunnen leiden tot
schijnbare volumedepletie > baro geactiveerd > ADH afgegeven > symp stimulatie en RAAS > waterretentie
Wat is een maat voor ADH
meten van urine osmolaliteit (osmoregulatie)
Wat is een maat voor functioneren RAAS
Na in de urine (volumeregulatie)