Pathofysiologie astma Flashcards
kenmerken astma
heterogene ziekte, met meestal een chronische ontsteking van de lagere luchtwegen
- herhaalde periodes van luchtwegvernauwing met piepende ademhaling, korstademigheid en hoesten
- verhoogde prikkelbaarheid
- grote en middelgrote luchtwegen (trachea, bronchus, bronchi en bronchiolen)
pathologie astma
aanleg en prikkel > inflammatie > veranderingen in de luchtwegen > symptomen
FEV1/FVC
< 0,8 bij astma of COPD
Reactie inhalatie allergeen
mestceldegranulatie > chronische ontsteking
waarom luchtwegvernauwing bij astma?
- acute bronchoconstrictie > hyperplasie spiercellen
- verdikking bronchiale wand > verdikking naar binnen
- mucus plakt aan epitheel
- irreversibele remodelling bronchuswand
biopt astmapatient
veel onstekingscellen, rode bloedcellen, verdikking basaalmembraan en overmatige slijmproductie
TH1 lymfocyt
produceert IFN-gamma en IL2, bij virusinfecties, tuberculose en COPD
TH2 lymfocyt
produceert IL4, 5, 10 en 13, door allergische astma, atropische dematitis en worminfecties
ILC2
gestimuleerd door epitheel ipv dendritische cel
ontstekingsreactie
T cellen worden door DC, mestcellen, eosinofielen, epitheel en fibroblasten geactiveerd > APC > cytokines > ontstekingsreactie
T2 inflammatie meten
eo’s en FeNO zijn in bloed verhoogd
T2 laag astma
Th17 cellen en neutrofielen, reageren slechter op corticosteroiden, door roken en obesitas
IgE
gemaakt door plasmacellen oiv groeifactoren uit T cellen > histaminen > snelle allergische reactie
- mediatoren komen vrij door mestcel > fibrose remodellering
mediatoren door eosinofiele granulocyt (tegen wormen)
zorgt voor afbraak epitheel en slijm
biologicals
monoklonale antistoffen, gericht tegen eosinofiele granulocyt
- heel specifiek, werking op T2 inflammatie, effecten op astmacontrole, longfucntie, weinig bijwerkingen en veilig maar heel duur