Microscopische anatomie: longen en luchtwegen Flashcards
vestibulum nasi
bekleedt met plaveiselepitheel, gaat over in respiratoir epitheel tot aan bronchioli
bovenste concha
bestaat ook uit reukepitheel met bipolaire zenuwcellen met daartussen steuncellen en basale cellen
seromuceauze klieren
te herkennen aan grote hoeveelheid cytoplasma die verantwoordelijk zijn voor slijmsecretie
sereuze klieren
produceren voornamelijk eiwit voor het secreet
stembanden
meerlagig plaveiselepitheel
als de n. recurrens beschadigd is
geen goede stemvorming
trachea
respiratoir epitheel
- bronchus, bronchi
bronchus
bekleed met repiratoir epitheel, met daaronder lamina propria, slijmbekercellen en ook trilhaarcellen
bronchioli onderscheiden van bronchi
bronchi hebben hyalien kraakbeen in de wand en bronchioli niet
opbouw bronchien en bronchiolen
mucosalaag met trilhaarcellen, slijmbekercellen, basale cellen, neuro-endocriene cellen en club cellen, hladde spiercellen en bij bronchien kraakbeen
basaal membraan
lamina lucida, lamina densa en lamina reticularis
stamcellen
onder epitheel in basale lamina, vooral voor club cellen en type 2 pneumocyten, verbonden met hemidesmosomen en in contact met basale membraan
slijmbekercellen
produceren mucine > trekt water aan > mucus
neuro-endocriene cellen
weinig in gezonde bronchus, nemen in aantal toe bij ontsteking
club cellen
exocriene bronchiolaire cellen en komen voor in kleinere bronchioli
- modulatie van ontstekingsreactie dmv cytokinen/peptiden
- metabolisme schadelijke stoffen
- stamcellen voor trilhaar en muceuze cellen
- surfactant productie
terminale bronchioli
ontspringt van lobulaire bronchioli, takt af tot respiratoire bronchioli en daarna tot ducti alveolaris en uiteindelijk saccoli alveolaris
alveolaire opbouw
- porien van Kohn
- type 1 pneumocyten
- type 2 pneumocyten
- intersitium
porien Kohn
verbindingen tussen alveoli: luchtdruk blijft zo gelijk en zorgen voor collaterale diffusie
type 1 pneumocyten
dun, vormen epitheel van alveoli, kunnen niet delen en zorgen voor gaswisseling
type 2 pneumocyten
produceren surfactant
intersitium
hierin liggen de capillairen
- fibroblasten, macrofagen, elastine en collageen
- teveel interstitium zorgt voor diffusie efficientie afname
respiratoire membraan
te vinden in alveoli en bestaat uit gefuseerd alveolair epitheel, basale membraan en erg dun capillair epitheel