Basale mechanismen bij COPD Flashcards

1
Q

fenotypen COPD

A

bronchitis en bronchiolitis, emfyseem, luchtweginflammatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

risicofactoren COPD

A
  • genetische factoren (alfa-1-antitrypsin deficientie, MMP12)
  • infecties kinderleeftijd
  • luchtweg hyperreactiviteit
  • allergie
  • astma bronchiale
  • vertraagde longgroei
  • oudere leeftijd
  • vrouw
  • roken
  • lagere sociaal economische statis
  • luchtvervuiling
  • beroepsgerelateerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe neemt de vitale capaciteit af bij COPD

A

over de tijd, FEV1 daalt > luchtwegweerstand toegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

componenten luchtweerstand

A

chronische ontsteking luchtwegen, contractie spierweefsel in geleidende luchtwegen, vernauwingen en verlittekening, destructie alveolaire structuur en septa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pathogenese

A
  • oxidatieve stress > verlaagd niveau endogene antioxidanten
  • protease-antiprotease onbalans: destructie elastine > emfyseem
  • inflammatoire cellen en mediatoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er door toxische stoffen?

A

macrofagen en neutrofiele granulocyten geactiveerd > komen op luchtwegepitheel > lymfeklieren geactiveerd > macrofaag biedt inhoud aan DC > inflammatoire reactie door CD8+ cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

roken

A

chronische ontsteking long > alfa 1 antitrypsine > verlies elastische vezels en toename neutrofielen > verlies alveolair oppervlak > hyperinflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

effecten luchtweg

A

door CD8+ raken mucusklieren verdikt en vergroot; lumen vernauwt; ondersteunend bindweefsel gaat kapot > alveoli vallen samen tot grote blaas > verlies diffusieopp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenmerken astma

A
  • veroorzaakt door allergenen
  • mestcellen op epitheel geactiveerd
  • via TH2 cel productie van eosinofiele granulocyten
  • vernauwing luchtwegen met BHR, luchtweerstand reversibel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken COPD

A
  • alveolaire macrofagen spelen een rol die de toxische stoffen aanbieden aan CD8+ Th1 cellen
  • productie neutrofiele granulocyten
  • kleinere luchtwegen vernauwen
  • alveolaire destructie
  • luchtwegweerstand is irreversibel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

longemfyseem

A

alleen diffusie aan rand bullae > diffusiestoornis en elasticiteitsverlies > hart in verdrukking door opgeblazen longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chronische bronchitis

A

in de luchtwegen voor de alveoli; vernauwing en fibrose, chronische ontsteking, contractie gladde spiercellen en dynamische hyperinflatie > mucus hoopt op in luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen chronische bronchitis

A

kortademigheid, erger bij inspanning en progressief; hoest; sputum; expositie risicofactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

diagnose COPD

A

progressieve hoest, sputum, piepende ademhaling en dyspnoe; luchtwegobstructie; rookgeschiedenis; exclusie andere oorzaken
LO: uitademing wordt verlengd en geluid zachterm er kan hyperinflatie ontstaan en er ontstaan een ton thorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

GOLD1

A

mild, FEV1/FVC < 0,70 en FEV1 > 80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

GOLD 2

A

matig, FEV1/FVC<0,7 en FEV1 tussen de 50-80%

17
Q

GOLD 3

A

ernstig, FEV/FVC<0,7 en FEV1 30-50%

18
Q

GOLD4

A

heel ernstig, FEV/FVC<0,7 en FEV1 <30% OF FEV1 <50% en optreden chronische respiratoire insufficientie

19
Q

classificatie

A

gold, mMRC vragenlijst, risico excacerbaties, aanwezigheid comorbiditeit

20
Q

systemische effecten

A

cardiovasculair, gewichtsverlies, spierkracht neemt af, kans op longkanker neemt toe en osteopenie.

21
Q

behandeling COPD

A

vroege diagnose en stadium gerichte medicatie/behandeling, diagnose en behandeling extrapulmonale verschijnselen, adequate voeding en revalidatie.
- rookstopadvies, griepvaccinatie, fysio, medicatie, zuurstof en soms chirurgie

22
Q

prognose COPD

A

beinvloed door stoppen met roken, op gewicht blijven en behoud spieren en conditie

23
Q

BODE index

A

model om prognose COPD in te schatten
- FEV1%
- loopafstand in 6 min
- symptoomscore mMRC
- BMI

24
Q

b2 agonisten

A

cAMP omhoog > gaat bronchospasme tegen

25
Q

anticholinergica

A

blokkeert M1 en M3 receptoren

26
Q

inhalatiecorticosteroïden

A

verlagen niet de mortaliteit; belangrijk voor het voorkomen en verminderen van het optreden van excacerbaties