Telwoorden Flashcards
bīnī, -ae, -ă
telkens twee; twee
bĭs
tweemaal
centēnī, -ae, -ă
telkens honderd
centēsĭmŭs, -ă, -ŭm
honderdste
centĭēs
honderdmaal
centŭm
honderd; vele
dĕcĕm
tien
dĕcĭēs / dĕcĭēns
tienmaal; vaak
dĕcĭmŭs, -ă, -ŭm
tiende
dēnī, -ae, -ă
telkens tien
dŭcentī, -ae, -ă
tweehonderd
dŭō, dŭae, dŭō
twee
dŭŏdĕcĭm
twaalf
dŭŏdĕcĭmŭs, -ă, -ŭm
twaalfde
dŭŏdēvīgintī
achttien
mīlĭă, -ĭŭm
duizendtal, duizenden
mīllĭēs / mīlĭēs
duizendmaal
millĕ
duizend; ontelbare
millēsĭmŭs, -ă, -ŭm
duizendste
nōnāgēsĭmŭs, -ă, -ŭm
negentigste
nōnāgintā
negentig
nongentī, -ae, -ă
negenhonderd
nōnŭs, -ă, -ŭm
negende
nŏvĕm
negen
nŏvēnī, -ae, -ă
telkens negen
octāvŭs, -ă, -ŭm
achtste
octingentī, -ae, -ă
achthonderd
octō
acht
octōgēsĭmŭs, -ă, -ŭm
tachtigste
octōgintā
tachtig
octōnī, -ae, -ă
telkens acht