P5: Artikel Jenkins et al. (1998): zijn financiële beloningen gerelateerd aan prestatie? Flashcards

1
Q

introductie artikel Jenkins + doel onderzoek

A

Introductie
Van financiële beloningen wordt vaak gedacht dat ze een invloed hebben op de motivatie en prestatie van werknemers. Toch is er weinig systematisch onderzoek gedaan naar de relatie tussen financiële beloningen en gedragingen van werknemers. Het idee dat financiële prikkels de prestaties verbeteren heeft zowel voor- als tegenstanders.
De stelling dat beloningen performance zouden verhogen heeft voor- en tegenstanders.

-> doel onderzoek: Zoals je ziet is zowel in de theorie als in de praktijk veel ambiguïteit over hoe financiële beloningen invloed hebben op werkprestatie. In de huidige meta-analyse werd gekeken naar de relatie tussen financiële beloningen en werkprestatie. De werkprestatie wordt hierbij op zowel kwalitatief als kwantitatief vlak onderzocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorstanders financiële prikkels

A

Voorstanders:
- Geld heeft de sterkste invloed op prestatie. (Het werkt effectief)
- Het heeft symbolische waarde dat bijvoorbeeld voor erkenning en status kan staan
- Intrinsieke motivatie: mensen hebben geld nodig.
- Verschil in salaris zou stimuleren harder te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tegenstanders financiële prikkels

A

Tegenstanders: te effectief
- Grootste zorg is het effect van geld op intrinsieke motivatie: beloningen zou het gedrag van werknemers extrinsiek controleren en daarmee self-determination (zelfbeschikking) en intrinsieke motivatie verlagen.
- Het brengt de relatie tussen werknemer en supervisor in gevaar, waardoor mensen weinig risico nemen en zich alleen concentreren op de taak. Waardoor men eigenlijk alleen maar het geld achternagaat.
- Geld motiveert niet, zorgt hooguit voor meer tevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

methode

A

Methode
Dit onderzoek is een meta-analyse van 39 studies tussen 1960 en 1996 die keken naar de relatie tussen financiële stimuli en de kwaliteit en kwantiteit van prestatie. Hier was behoefte aan omdat het informatie verschaft over effect sizes, maar vooral ook over potentiele moderator effecten. Onderzochte soorten moderators: setting (lab, in de praktijk etc.), taaktype en theoretisch framework.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

resultaten

A

Resultaten
Uit de onderzoeksresultaten bleek dat financiële beloningen niet gerelateerd waren aan prestatiekwaliteit (r=.08), maar wel aan prestatiekwantiteit (r=.34). Deze relatie werd gemodereerd door de setting (laboratorium, veld en experimentele simulatie) en het theoretische kader (expectancy, reinforcement, goal setting en cognitieve evaluatie), maar niet door de soort taak (extrinsiek/saai of intrinsiek/aantrekkelijk).

LET OP: een beloning zorgt dat de extrinsieke motivatie omhooggaat, zonder dat de intrinsieke motivatie naar beneden gaat. Dit was een nieuwe bevinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

resultaten uitgebreid

A
  • 30.3% van de variantie wordt verklaard door metingsfouten. Er is dus meer onderzoek nodig naar moderators.
  • De relatie tussen de sterkte van de financiële beloning en prestatie:
  • Kwantiteit -> significant met r=0.34.
  • Kwaliteit -> niet significant met r=0.08.
  • Meta-analyse bevestigd relatie tussen performance en beloning met een effect size van 0.34
  • Ofwel: deze resultaten ondersteunen de cognitieve evaluatie theorie niet.
  • Deze positieve resultaten zijn in elke setting gevonden. De sterkste relatie was gevonden in de experimentele setting (combi field/lab), daarna field en als laatste lab. De relatie in laboratoriumexperimenten was dus het laagst.
  • Taak type heeft net wat meer invloed op extrinsieke dan intrinsieke taken. Na correctie blijkt dat taak type waarschijnlijk geen moderator is! Extrinsieke taken beïnvloeden de relatie tussen beloning en prestatie dus net wat meer dan intrinsieke taken.
  • De correlatie varieert significant over de theoretische framework. De sterkste correlatie was gevonden in de expectant-reinforcement (.52) → goal-setting (.23) → cognitive evaluation (.22).
    -> Het artikel biedt steun aan de conclusies van beloning en het effect op intrinsieke motivatie. Het idee dat beloning negatief effect op motivatie zou hebben is enkel het geval in extreme condities (bijv. In je vrije tijd aan een taak werken welke wordt beoordeeld na het krijgen van een vast salaris, waarbij dus geen aandacht meer wordt besteed aan kwaliteit van je werk).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Discussie

A
  • De resultaten ondersteunen de hypothese dat financiële beloningen gerelateerd zijn aan performance kwantiteit/hoeveelheid. Dit ondersteunt eerder de expectancy, reinforcement en goal-setting theorieën dan de cognitieve evaluatie theorie.
  • Een mogelijke verklaring voor intrinsieke motivatie is dat het alleen beïnvloed wordt bij extreme condities.
  • Aangezien deze niet gebruikt zijn in het onderzoek, kan het zijn dat er daarom geen resultaten over zijn.
  • In vervolgonderzoek moet het effect van de grootte van de beloning ook onderzocht worden en de situaties van de werknemers, hoe dit de prestatie beïnvloed.
  • Conclusie: Er is een positieve relatie tussen financiële beloningen en prestatie. De studie benadrukt de wijsheid van het voorzichtig ontwerpen van beloningssystemen. Daarbij benadrukt het de bruikbaarheid van het integreren van financiële beloningen in theoretische frameworks.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

limitaties onderzoek

A

Limitaties van het onderzoek:
- Er zijn strenge inclusiecriteria gebruikt voor de meta-analyse.
- Proefschriften en niet-gepubliceerde werken zijn niet opgenomen in deze studie.
- Bij de meeste studies in de meta-analyse waren de betrouwbaarheidsschattingen niet beschikbaar voor prestatiemetingen. De alternatieve methode die is gebruikt is mogelijk beperkt en gebrekkig.
- De conclusie is gebaseerd op relatief weinig data.
- Er zijn gaandeweg veel subjectieve besluiten genomen bij deze meta-analyse.
- Het formaat van de financiële beloningen is niet meegenomen als moderator.
- Er is geen rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheden tussen werknemers. Dit zou van invloed kunnen zijn op prestatie of het formaat van de financiële prikkeling (bv een goede groepsprestatie leidt tot een grotere bonus).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly