P4: Artikel van Baas et al. (2019): Vulnerability to Psychopathology and Creativity: The Role of Approach-Avoidance Motivation and Novelty Seeking Flashcards
introductie artikel Baas
-> Dit artikel onderzoekt de relatie tussen psychopathologie en creativiteit.
Introductie
3 studies beschrijven, voor een oplossing voor een mogelijke relatie tussen psychopathologie en creativiteit. Bekende Theorieën: Onderzoek toont aan dat de relatie tussen psychopathologie en creativiteit afhangt van het type psychopathologie. Creativiteit blijkt positief gerelateerd te zijn aan symptomen van bipolaire stoornis (hypomanische symptomen en positieve symptomen van psychotische stoornissen (hallucinaties en wanen), terwijl het negatief gerelateerd is aan depressie en angststoornissen, evenals negatieve symptomen van schizofrenie (anhedonie = verminderd vermogen plezier en genot). Deze relaties worden beïnvloed door de onderliggende motivatieprocessen: het ‘approach’ (toenaderings) systeem dat creativiteit bevordert, en het ‘avoidance’ (vermijdings) systeem dat creativiteit onderdrukt.
onderzoeksvraag en hypothese
Onderzoeksvraag en Hypothese: De centrale onderzoeksvraag is of er een verband bestaat tussen de neiging tot bepaalde psychopathologie en creativiteit, en hoe deze verbanden worden gemedieerd door motivatieprocessen. De hypothese is;
- Neiging tot psychopathologie geassocieerd met het approach systeem (zoals hypomanie en positieve schizotypie) creativiteit positief voorspellen
- Neiging tot psychopathologie geassocieerd met het avoidance systeem (zoals angst, depressie en negatieve schizotypie) creativiteit negatief voorspellen.
Door middel van drie studies wordt onderzocht of deze psychopathologische neigingen clusteren langs approach- en avoidance-dimensies, en of deze clusters creativiteit op voorspelbare manieren beïnvloeden. Verder wordt onderzocht of novelty approach (motivatie voor nieuwheid) een mediërende rol speelt in deze relaties.
Creativiteit en het benaderingssysteem
Creativiteit wordt gezien als het genereren van nieuwe en potentieel nuttige ideeën. Dit kan ontstaan door het combineren van bestaande kennis en het hebben van nieuwe ervaringen. Creatieve processen worden ondersteund door toegang tot verre semantische concepten en flexibel schakelen tussen verschillende benaderingen.
Uit onderzoek blijkt dat het activeren van het benaderingssysteem creativiteit bevordert, terwijl het vermijden van het systeem dit belemmert. Het benaderingssysteem, dat gericht is op beloning en nieuwe stimuli, kan tijdelijk geactiveerd worden door situaties zoals de belofte van een beloning. Mensen variëren in hun gevoeligheid voor positieve stimuli, wat gemeten kan worden met bijvoorbeeld de Behavioral Activation Scales.
-> Symptomen van bipolaire stoornissen en, in mindere mate, de positieve symptomen van psychotische stoornissen gekoppeld aan verhoogde gevoeligheid in het benaderingssysteem.
Approach:
* Positieve schizotypie: ongebruikelijke dingen horen en zien die er niet zijn, hallucinaties
* Hypomania: bij bipolaire stoornis heb je een lichtere vorm van een manie, dus wel enige mate van controle, positieve emotionaliteit, extraversie, beloningsgevoeligheid
Creativiteit en het vermijdingssysteem
Daarentegen reguleert het vermijdingssysteem gedrag dat gericht is op het ontwijken van negatieve stimuli en wordt geassocieerd met verhoogde waakzaamheid. Situaties van dreiging kunnen dit systeem activeren. Mensen verschillen ook in gevoeligheid voor negatieve stimuli, wat gemeten kan worden met de Behavioral Inhibition Scale. Vermijdingsgevoeligheid leidt vaak tot minder creativiteit doordat het de flexibiliteit en voorkeur voor nieuwe dingen vermindert.
-> Symptomen van angst- en depressieve stoornissen en de negatieve symptomen van schizofrenie zijn gekoppeld aan verhoogde gevoeligheid in het vermijdingssysteem.
Avoidance:
* Angst: is onaangename opwindende staat met zorgen over de toekomst, relatie met vermijding systeem
* Depressie: onaangename negatieve emotie, geassocieerd met vermijding.
* Negatieve schizotypie: emotionele vlakheid, sociaal terugtrekken, onstabiel gedrag en stemming
studie 1 methode
Methode:
* Studie 1a: de eerder genoemde psychopathologieën werden gemeten en de creatieve deelname. Ze moesten voor een baksteen zo veel mogelijk creatieve toepassingen bedenken.
* Studie 1b: de antwoorden bij 1a in verschillende domeinen plaatsen.
Factor analyse: voor elk ding wil je weten dat het een apart construct meet.
-> Met verkennende en bevestigende factoranalyses en modeltesten hebben we de voorspelling getest dat neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het benaderingssysteem (bijv. hypomanie, positieve schizotypie) een benaderingscluster zouden vormen en positief geassocieerd zouden zijn met creativiteit, terwijl neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het vermijdingssysteem (angst, depressieve stemming, negatieve schizotypie) een vermijdingscluster zouden vormen en negatief geassocieerd zouden zijn met creativiteit.
P-factor: kijken of het een gezamenlijke factor heeft, het model gebruikte een bepaalde benadering en de approach factor werkte beter (approach is beter in voorspellen van creatief gedrag, want avoidance had geen verband). -> P-factor: is niet significant en vermijding ook niet.
studie 1 resultaten en conclusie
Resultaten
Beide studies toonden positieve correlaties tussen neigingen naar psychopathologieën en creatieve prestaties. Factoranalyses onthulden twee clusters: een benadering gerelateerd (hypomanie, positieve schizotypie) en een vermijding gerelateerd cluster (angst, depressieve stemming, negatieve schizotypie). Deze resultaten ondersteunen het idee dat verschillende neigingen naar psychopathologieën worden geclusterd in benaderings- en vermijdingsclusters, die respectievelijk positief en negatief geassocieerd zijn met creativiteit.
Conclusie: hypotheses werden bevestigd, met een benadering gerichte psychopathalogien versterken creativiteit, de avoidance pathologie inhiberen creativiteit
studie 2 methode, resultaten en conclusie
Studie 2:
Methode: bevindingen van studie 1 herhalen, met bredere meting voor creativiteit, en verschillende sessies in verschillende weken.
Resultaten: positieve correlatie tussen positieve schizotypie + hypomanie en creatieve prestaties.
-> Creatieve ideeën, gedragingen en prestaties werden gemeten. De creatieve ideeën werden beoordeeld aan de hand van fluency, flexibiliteit, originaliteit en frequentie. De resultaten toonden aan dat positieve schizotypie en hypomanie geassocieerd waren met een verhoogd creatief gedrag en prestaties. De correlaties tussen de verschillende neigingen naar psychopathologie waren voornamelijk positief. Volgens het voorspelde padmodel voorspelde benaderingsgerelateerde kwetsbaarheid voor psychopathologie creativiteit positief, terwijl vermijdingsgerelateerde kwetsbaarheid dit niet deed.
Factor analyse: angst depressie en negatieve schizotypie zorgen voor avoidance, hypomanie en positieve schizotype zorgen voor approach.
Conclusie: hypotheses werden bevestigd, met een benadering gerichte psychopathalogien versterken creativiteit, de avoidance pathologie inhiberen creativiteit
studie 3 methode, resultaat en conclusie
Studie 3:
Methode:
Novelty seeking: chronische benaderings gevoeligheid, je wil graag je omgeving verkennen en nieuwe dingen zien, in het onderzoek gingen ze kijken of het een mogelijke mediator was van benadering psychopathie→ hypomanie heeft positieve associatie, schizotypie niet.
Resultaten
De correlaties tussen variabelen toonden betrouwbare verbanden tussen creativiteitsindicatoren en novelty seeking, evenals tussen verschillende neigingen naar psychopathologie. Positieve schizotypie werd geassocieerd met verhoogde creatieve ideeën, terwijl hypomanie werd geassocieerd met verhoogd creatief gedrag en prestaties. Bovendien vertoonden de creativiteitsindicatoren een positieve correlatie met de novelty seeking-schalen. Hypomanie hing samen met verhoogd novelty seeking, terwijl positieve schizotypie dat niet deed. Controle voor neigingen naar vermijdingsgerelateerde psychopathologie verbeterde de voorspelling van chronische benaderingsgevoeligheid naar nieuwe stimuli door positieve schizotypie.
Het voorspelde padmodel toonde een acceptabele pasvorm, waarbij benaderingsgerelateerde kwetsbaarheid positief, en vermijdingsgerelateerde kwetsbaarheid negatief, novelty seeking en creativiteit voorspelden, en novelty seeking op zijn beurt creativiteit positief beïnvloedde.
-> Conclusie: neigingen tot psychopathologie die met benadering te maken hebben, geassocieerd zijn met verhoogde creativiteit. Novelty approach is de mediator bij psychopathologie en creativiteit
Algemene discussie
Om de relatie tussen kwetsbaarheid voor psychopathologie en creativiteit beter te begrijpen, werden drie studies uitgevoerd om de voorspelling te testen dat neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het vermijdingssysteem (angst, depressieve stemming en negatieve schizotypie) een cluster vormen en verminderde creativiteit voorspellen, terwijl neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het benaderingssysteem (hypomanie, positieve schizotypie) een ander cluster vormen en verhoogde creativiteit voorspellen. Met behulp van een latent variabele benadering bevestigden we dat trait anxiety, depressieve stemming en negatieve schizotypie kwetsbaarheid voor psychopathologie op basis van vermijding vertegenwoordigen, terwijl kwetsbaarheid voor psychopathologie op basis van benadering bestaat uit hypomanie en positieve schizotypie. Onze studies toonden ook aan dat, wanneer benadering en vermijding gerelateerde psychopathologie gelijktijdig werden gebruikt om creativiteit te voorspellen, neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het vermijdingssysteem weinig of geen effect hebben op creativiteit, terwijl neigingen naar psychopathologieën die verbonden zijn met het benaderingssysteem geassocieerd zijn met verhoogde creativiteit. Ten slotte ontdekten we dat kwetsbaarheid voor psychopathologie op basis van benadering eerder dan op vermijding gebaseerde kwetsbaarheid positief verschillende indicatoren van creativiteit voorspelt omdat het geassocieerd is met sterkere individuele verschillen in novelty seeking.
