Casus 7 Flashcards

1
Q

Je bent huisarts en op je spreekuur komt een 54-jarige man voor de controle van zijn astma. Hij vertelt de laatste 6 weken regelmatig een druk op de borst te ervaren.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

DD

A
  • ACS
  • stabiele AP
  • aortaklepstenose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACS pathofysiologie

A

zuurstoftekort in hartspierweefsel: ischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ACS etiologie

A

afsluiting van 1 of meerdere coronairen (door atherosclerose). als een atherosclerotische plaque scheurt ontstaat er een thrombus, wat de al vernauwde arterie volledig kan afsluiten en een myocardinfarct kan veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ACS klachten

A
  • POB uitstralend naar kaak of schouder
  • dyspneu
  • palpitaties
  • malaise
  • transpiratie
  • bleke of grauwe huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ACS voorkeur

A

mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ACS risicofactoren

A
  • hypercholesterolemie
  • familiair positief
  • roken
  • hoge leeftijd
  • mannelijk geslacht
  • diabetes
  • overgewicht
  • hypertensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ACS aanvullend onderzoek

A
  • ECG
  • bloedwaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ACS ECG

A

kan onderscheid maken tussen STEMI (volledige afsluiting) en NSTEMI (gedeeltelijke afsluiting).

STEMI: ST-elevaties in minstens 2 ECG afleidingen
NSTEMI: niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

STEMI aanpak

A

snelle revascularisatie!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NSTEMI aanpak

A

revascularisatie binnen 24 uur tenzij pt instabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ACS bloed

A

verhoogde niveaus cardiale enzymen (troponine T en I)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

behandeling ACS

A

REVASCULARISATIE IS PRIORITAIR
- antitrombotische medicatie
- pijnstillers
- nitraten
- (zuurstof)

REVASCULARISATIE IS PRIORITAIR

NA revascularisatie GOLDEN FIVE en LIFESTYLEMANAGEMENT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

revascularisatie

A
  • PCI: percutaan: katheterisatie
  • CABG: coronaire bypass
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

golden five

A
  • aspirine
  • P2Y12-i
  • ACE-i
  • bètablokker
  • statine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stabiele AP etiologie

A

door stabiele atherosclerotische plaque in coronair

17
Q

stabiele AP pathofysiologie

A

zuurstoftekort in hartspier

18
Q

stabiele AP klachten

A
  • drukkende POB tijdens inspanning, stress, zware maaltijden of kou die IN RUST VERDWIJNT
  • uitstraling armen, hals, rug, kaak of bovenbuik
  • misselijkheid
  • dyspneu
  • duizeligheid
  • transpireren
19
Q

stabiele AP risicofactoren

A
  • familiair
  • eerder vaatlijden
  • DM
  • hypercholesterolemie
  • overgewicht
  • hypertensie
  • roken
  • alcoholgebruik
  • zout
  • bewegingsarmoede
20
Q

stabiele AP aanvullend

A
  • inspanning ECG
21
Q

ECG stabiele AP

A
  • ST-DEPRESSIE
22
Q

stabiele AP behandeling

A
  • leefstijladviezen
  • symptoombestrijdende medicatie: BB, Ca antagonisten, nitraten, trombocytenaggregatieremmers)
  • preventief statines en ACE-remmers
23
Q

aortaklepstenose pathofysiologie

A

aortaklep stijf en vervormd door verkalking. dit belast en leidt tot concentrische hypertrofie van de hartspier. dit kan leiden tot een relatieve ischemie.

24
Q

aortaklepstenose klachten

A
  • POB
  • duizeligheid
  • flauwvallen, hartfalen
  • plotselinge dood
25
Q

aortaklepstenose LO

A

systolisch geruis tussen eerste en tweede harttoon

26
Q

aortaklepstenose aanvullend

A

echo

27
Q

aortaklepstenose echo

A

aortaklep verdikt en verkalkt te zien als een dikke witte klep

28
Q

aortaklepstenose risicofactoren

A
  • veroudering
  • acuut reuma
  • aangeboren klepafwijking (bicuspid)
29
Q

aortaklepstenose behandeling

A
  • percutane interventie met ballondilatatie
  • chirurgische ingrepen zoals aortaklepplastiek of aortaklepvervanging
30
Q
A