Casus 11 Flashcards

1
Q

Je bent huisarts en op je spreekuur komt een 69-jarige vrouw met klachten van kortademigheid. De klachten zijn geleidelijk op komen zetten sinds 4 weken en zijn vooral bij inspanning aanwezig.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

DD

A
  • COPD
  • pneumonie
  • AP
  • interstitiële longziekten
  • hartfalen
  • longembolie
  • anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

COPD pathofysiologie

A
  • chronisch inflammatoir proces
  • vaak uitgelokt door roken of fijnstof
  • irreversibele bronchusobstructie
  • hypersecretie van mucus
  • hyperinfaltie
  • gaswisselingsstoornissen
  • pulmonale hypertensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

COPD verzamelnaam voor …

A

longemfyseem
chronische bronchitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

emfyseem

A

dilatatie van luchtruimten distaal van de terminale bronchioli door destructie van de alveolaire septa. dit wordt veroorzaakt door de productie van zuurstofradicalen en een chronische ontsteking van de weefsels waardoor er een disbalans in het protease-antiprotease systeem ontstaat en er weefselschade optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schade aan alveolaire septa veroorzaakt

A

dichtvallen van bronchioli waardoor airtrapping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

chronische bronchtisiq

A

hypertrofie en hyperplasie van bronchiaal klierweefsel. ook fibrose en hypersecretie van mucus waardoor er een obstructie van de bronchioli plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risicofactor COPD

A
  • roken
  • man
  • hoog leeftijd
  • werken in stoffige omgeveing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

COPD klachten

A
  • langer dan drie maanden klachten
  • hoesten
  • toenemde dyspneu
  • slijm (grijs)
  • productieve ochtendhoest
  • weer
  • piepen
  • crepiteren
  • tonthorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

COPD gevolgen

A
  • gewichtsverlies
  • spierverlies
  • moeheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

COPD aanvullend

A
  • spirometrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

COPD spirometrie

A
  • normaal/verhoogd TLC
  • verlaagde FEV1
  • verlaagde FEV1/FVC
  • concave vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

COPD ernst classificatie

A

GOLD van 1 naar 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

COPD behandeling

A

irreversibel. maar:
- bronchodilatoire middelen
- inhalatiecorticosteroïden
- transplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

anemie longen gevolgen

A

minder zuurstof getransporteerd naar de longen => kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

EAA HRCT

A
  • centrilobulaire noduli
  • matglas
  • airtrapping

alleen bij chronische vorm: fibrose en clubbing (niet op HRCT)

17
Q

diagnose EAA vaststellen dmv

A
  • aanwezigheid van IgG antistoffen
  • lymfocytose > 20% bij bronchoalveolair lavage
  • granulocyten bij fibrose
18
Q
A