Casus 4 Flashcards

1
Q

Een 25-jarige jongen komt op de SEH vanwege pijn aan de linkerzijde van de borstkas.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

DD

A
  • pneumothorax
  • longembolie
  • spierpijn
  • pericarditis
  • gastro-oesophageale refluxziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pneumothorax etiologie

A
  • door rookschade
  • door trauma
  • na operatie
    kan zowel traumatisch als spontaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pneumothorax pathofysiologie

A

aanwezigheid van lucht in de pleuraholte, tussen de pariëtale pleura en de viscerale pleura.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptomen pneumothorax

A
  • acute dyspneu
  • pijn door prikkeling van pleurabladen (bij ademhaling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

incidentie/prevalentie/voorkeur pneumothorax

A

jonge slanke mannen tussen 20 en 40 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

risicofactoren pneumothorax

A
  • roken
  • eerdere longchirurgie
  • borsttrauma
  • positieve familie anamnese
  • longemfyseem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LO pneumothorax

A
  • asymmetrische borstkas
  • verminderde ademexcursies
  • verminderd ademgeruis
  • hypersonore percussie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aanvullend onderzoek pneumothorax

A
  • X-thorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

X-thorax pneumothorax

A

pleura visceralis duidelijk te zien als een scherp afbegrensde lijn zonder bronchovasculaire structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

behandeling pneumothorax

A
  • klein: afwachten met zuurstofsuppletie
  • groot: drain om lucht te verwijderen gevolgd door eventuele pleurodese met talkpoeder om herhaling te voorkomen
  • bij ineffectief: pleurectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

> 4 punten op WELLS

A

wrs longembolie => CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

< 4 punten op WELLS

A

=> plasma D-dimeer bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

D-dimeer bepaling

A
  • afbraakproducten trombine : D-dimeren worden gemeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

D-dimeer < 0,5 mg/L

A

longembolie onwaarschijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

D-dimeer > 0,5 mg/L

A

CT-scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

spierpijn

A

syndroom van Tietze?

18
Q

syndroom van Tietze pathofysiologie

A

zwelling van het kraakbeen tussen borstbeen en ribben

19
Q

syndroom van Tietze symptomen

A
  • POB met uitstraling naar hele borstkas
  • evt maar aan 1 kant
20
Q

risicofactoren syndroom van Tietze

A
  • overbelasting van spieren bv na fysiek zwerk
21
Q

aanvullend onderzoek syndroom van tietze

A

X-thorax zwelling onder het borstbeen

22
Q

uitlokkende factoren bij syndorom van tietze

A
  • drukken
  • bewegen
  • hoesten
23
Q

behandeling syndroom van tietze

A

pijnverlichting

24
Q

pericarditis pathofysiologie

A

ontsteking hartzakje

25
Q

pericarditis etiologie

A

ten gevolge van virale infectie of open hart operatie

26
Q

pericarditis risicofactoren

A
  • myocardinfarct
  • griep
  • trauma
  • auto-immuunziektes
27
Q

pericarditis symptomen

A
  • scherpe pijn midden op de borst
  • neemt toe bij liggen en neemt af bij voorover leunen
  • pijn uitstraling linkerschouder
28
Q

pericarditis LO

A
  • pericardwrijven
29
Q

pericarditis aanvullend onderzoek

A
  • ECG
  • echo
30
Q

pericarditis ECG

A
  • ST-elevaties in alle afleidingen
31
Q

pericarditis echo

A

pericardeffusie (vocht)

32
Q

pericarditis diagnose

A

minstens 2 vanL
- pericardwrijven
- ECG-afwijking
- pericardeffusie
- pob scherp die afneemt bij voorover buigen

33
Q

pericarditis behandeling

A
  • pijnstillers
  • ontstekingsremmers
  • in geval van bacteriële infectie: antibiotica

er blijft kans op recidief

34
Q

GERD etiologie

A

westerse bevolking

35
Q

GERD risicofactoren

A
  • hernia diafragmatica
  • overgewicht
  • roken
36
Q

GERD pathofysiologie

A
  • zuurbranden
  • te zwakke LES
37
Q

GERD klachten

A
  • zuurbranden
  • regurgitatie
  • epigastrische pijn
  • hoesten
  • dyspneu
38
Q

GERD aanvullend onderzoek

A
  • pH-metrie
  • endoscopie
39
Q

GERD behandeling

A
  • histamineagonisten
  • of PPI
40
Q

GERD onbehandeld gevolgen

A
  • oesophagitis
  • barret’s oesophagus met verhoogd risico op adenocarcinoom
41
Q
A