6.1 Bouwen, huis & bewoners - Basis Flashcards
bâtir
bouwen
le terrain à bâtir
het bouwterrein
le bâtiment
het gebouw
construire
bouwen
faire construire une maison
een huis laten bouwen
la construction
de bouw, de constructie
transformer
verbouwen
l’architecture (F.)
de architectuur
un, une architecte
de architect
le plan
de plattegrond; het plan
le matériau
het (bouw)materiaal, de (bouw)stof
des matériaux de construction
bouwmaterialen, bouwstoffen
la pierre
de steen
la brique
de baksteen
la tuile
de (dak)pan
le toit de tuiles
het dak met dakpannen
le béton
het beton
une construction en béton armé
een constructie van gewapend beton
un immeuble
een (flat)gebouw, een huis; onroerend goed
la tour
de toren; de torenflat, de wolkenkrabber
les tours de la Défense
de wolkenkrabbers van Défense (zakenwijk in Parijs)
la tour Eiffel
de Eiffeltoren
la tour de contrôle
de verkeerstoren
le tour
de toer, de ronde