5.10 Farmacotherapie van hartfalen Flashcards
Wat gebeurd er als de sympathische activiteit omhoog gaat?
Hart:
- Bèta-1 receptoren, Bèta-2 receptoren en Alfa-1 receptoren actief
- Myocyt hypertrofie
- Ischemie
- Ritmestoornissen
Nier:
- Bèta-1 en Bèta-2 receptoren actief
- Zoutretentie
Bloedvaten:
- Alfa-1 receptoren actief
- Vasoconstrictie
Wat gebeurd er met de Bèta receptor dichtheid als deze continu wordt gestimuleerd?
Downregulatie (door dichtheid te verminderen)
Dit is op langer termijn nadelig als het hart op goede stoffen wilt reageren, wat dan niet meer goed lukt
Wat gaat het lichaam doen bij hartfalen (Neurohormonale activatie)?
Ze gaan meer vocht vasthouden door:
- Sympathicus ((nor) adrenaline)
- RAAS systeem (Onderscheid van Ras-Raas systeem)
- Vasopressine (Anti-Diuretisch hormoon, ADH)
Korte termijn gunstig, lange termijn ongunstig (door de remodeling)
Wat voor medicijnen worden er gegeven aan patiënten met acuut hartfalen?
- Intraveneuze nitraten/lisdiuretica (Om onder andere oedeem weg te halen)
- Dopamine is een Bèta agonist (Nauwelijks meer gebruikt): Stimuleert dosis afhankelijk receptoren D1/D2 > bèta-1 & bèta-2 > alfa-1. Het geeft vasodilatatie, maar probleem is het stimuleert ook alfa en dat is ongunstig
- Dobutamine: Stimuleert dosisafhankelijke bèta-1 > bèta-2/alfa-1
- Fosfodiesterase remmer (Milrinon): Zorgt dat cAMP langer blijft bestaan wat er weer voor zorgt dat het hart blijft contraheren
- Calcium sensitizer (Levosimendan): Gevoeliger voor calcium en de contractiekracht gaat omhoog
Bèta-receptor zorgt voor ATP omzetting naar cAMP en fosfodiësterase zet cAMP weer om naar 5’AMP
Wat wordt er gegeven aan patiënten met chronisch hartfalen?
- Diuretica: Furosemide (lis van Henle), Bumetanide (lis van Henle), Hydrochloorthiazide (tubuli), Chloortalidon (tubuli)
- RAS-blokkers: Catopril (ACE-remmer), Enalapril (ACE-remmer), Losartan (AT-blokker), Aliskiren (Renine)
- MR receptor antagonisten: Spirnolacton, Eplerenon
- Bèta receptor antagonisten: Metaprolol, Carvedilol, Bisoprolol
- Na/K ATPase remmers: Digoxine
Wat is het gevolg van diuretica?
Het is een symptomatische behandeling
Risico op Hypokaliëmie (Door Na vasthouden en K uitscheiden)! Er kan daarom het beste worden gegeven met een kaliumsparende diuretica (Amiloride, MR antagonist)
De Renine release gaat omhoog
Waar zorgen RAAS-blokkers voor?
Ze verlagen de mortaliteit en remmen de cardiale remodeling
ACE remmers combineren met of vervangen door AT-1 receptor antagonisten of renine remmers
Onvoorspelbare reactie in combinatie met diuretica
Kunnen ACE remmers vervangen of gecombineerd worden door ATI receptor antagonisten/Renine remmers?
Combineren niet, want totale blokkade is niet goed
Het systeem is op een laag niveau wel nodig voor het functioneren van het hart
Hoezo zorgt de combinatie van een RAAS blokker en diuretica voor een onvoorspelbaar effect?
Diuretica stimuleert juist het RAAS systeem door het vochtverlies
Als er nu een RAAS blokker wordt gegeven kan er een erge BD daling ontstaan
Wat zijn spironolacton en eplerenon?
Aldosteron (MR-receptor antagonisten) receptor antagonisten. Ze zijn Kaliumsparend, maar geeft dan wel weer kans op hyperkaliëmie
Ze zorgen voor minder post-MI (eplerenon) sterfte en minder sterfte bij ernstig hartfalen (spironolacton)
Wat zijn de bijwerkingen van een MR receptor antagonisten?
- Spironolacton zorgt bij mannen voor gynaecomastie
- Risico op hyperkaliemie
Eplerenon zorgt voor minder bijwerkingen, want ze zijn selectiever
Waardoor krijgt een patiënt hyperkaliemie tijdens aldosteron receptor blokkade?
- Te hoge dosis MR blokkers
- Oudere patiënten hebben vaak een verlaagd aldosteron
- Nierfunctiestoornissen
- Co-medicatie (RAS-blokkers en Bèta blokkers wat voor Renine remming zorgt hebben ook al kleine effect op aldosteron)
Wat is de MR-antagonist die minder hyperkaliemie veroorzaakt?
Finerenone
Het zijn Kaliumbinders (Patiromer, Natrium zirconium cyclosilicaat). Ze worden niet opgenomen in het maag-darm-kanaal en binden kalium
Zo kan er mogelijk ‘ongestraft’ hoge dosis van RAS-blokkers/MR antagonisten worden gebruikt
(SGLT-2 remmers (empagliflozin, dapagliflozin) zorgen voor glucose en Na reabsorptie remmers en blijken een gunstige effect bij hartfalen te hebben)
Wat doen Bèta-receptor antagonisten?
Ze verlagen de mortaliteit en verbeteren de Ejectiefractie (Terwijl ze negatief inotroop en chronotroop zijn)
Ze zorgen voor:
- Anti-aritmisch werking
- Langere diastole dus meer zuurstofvoorziening
- Blokkeert de slechte bèta receptor effecten (necrose, hypertrofie, apoptose)
De dosis moet worden opgebouwd
Wat doet digoxine?
Remt de Na/K ATPase -> Natrium uitstroom wordt geremd -> waardoor de concentratie intracellulair omhoog gaat -> De Na/Ca exchange gaat ook omlaag -> waardoor er meer Ca in de cel beschikbaar komt -> Inotropie omhoog
- Vagale tonus gaat omhoog
- Remming van de sympathicus (noradrenaline daalt)
- Geringe therapeutische breedte