3.7 Ritme- en geleidingsstoornissen 2 Flashcards

1
Q

Wat is tachycardie en wat zijn de 3 meest voorkomende?

A

Tachycardie heb je als je een hartritme hebt van >100 bpm

Meest voorkomende soorten:
- Atriumfibrilleren
- AVNRT
- WNP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 soorten tachycardie zijn er?

A

Ventrikel Tachycardie: Ontstaan in de kamers, bijna altijd kwaadaardig. Breedcomplex

Supraventriculaire tachycardie: Ontstaat op een niveau boven de ventrikels maar kan ook in de AV-knoop ontstaan, vaak goedaardig (ontstaat uit de kamer, boezem en AV-knoop). Smallcomplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een smal en wat is een breedcomplex tachycardie?

A

Smallcomplex: <120 bpm. Meestal bij SVT (goedaardig)
Breedcomplex tachycardie: >120 bpm. Meestal bij VT (kwaadaardig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door welke 3 mechanisme ontstaat een tachycardie?

A
  • Accelerated automaticity: Makkelijker depolarisatieprikkel
  • Triggered activity: Abnormale calciuminflux, te vroeg vallende slag
  • Re-entry: Zelfde prikkel stuurt het hart aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SVT is op te delen in tachycardien die alleen in de bodem optreden of ook in de AV-knoop. Welke 5 tachycardien komen voor bij het atrium?

A
  • Sinus tachycardie (Bijna altijd secundair, komt vaak voor)
  • Boezemfibrilleren
  • Multifocale boezem tachycardie
  • Boezemflutter
  • Atriale tachycardie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke tachycardien bij SVT komen in de AV-knoop voor?

A
  • AVNRT
  • AVRT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er gezien op de ECG bij een atriale tachycardie?

A

Atriale tachycardie komt doordat een focus in de boezems harder gaat slaan (accelerated automacity). De automaticiteit is niet in de Sinusknoop, maar plotseling ergens anders in het weefsel en begint sneller te kloppen

Op ECG: Een plotselinge versnelling en verandering van de vorm van de P-top. P-top en T-top liggen nu dichter bij elkaar. QRS-complex wordt wel behouden. Er is een plots begin en einde, ritme is boven de 100 bpm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een multifocale tachycardie?

A
  • Er zijn meerdere plekken met een accelerated automacity en kloppen onafhankelijk van elkaar
  • Minstens 3 verschillende P-toppen en elke zijn anders van vorm en duur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een atriale flutter en wat wordt er gezien bij een atriale flutter op de ECG?

A
  • Re-entry fenomeen in de rechter boezem
  • Elektriciteit in een cirkel aan het ronddraaien (rechterboezem rond de tricuspidalisklep). Normaal kan dat niet, want de refractaire periode is sneller dan de elektriciteit maar nu is er sprake van een zieke weefsel waardoor er meer tijd overblijft

Sinusknoop wordt nu buiten spel gezet. Er wordt een zaagtand configuratie (Geen goeie P-top)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan helpen bij de diagnose van een atriale flutter?

A

Carotis massage:
- AV-knoop zal vertragen waardoor ritmestoornis beter beoordeeld kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welke onderdelen vindt re-entry plaats?

A
  • Sinusknoop
  • Anatomische obstakel (bijv. tricuspidalisklep)
  • Niet-anatomisch obstakel (bijv. hartinfarct)
  • AV-knoop
  • Accessoire bundels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een AVNRT?

A

Tachycardie die ronddraait in de AV-knoop (re-entry)

De AV-knoop heeft soms 2 wegen. Er is een window waarbij de langzame weg al hersteld is en de snelle weg (Korte refractaire periode) niet. Via de langzame weg gaat de prikkel nu naar het ventrikel en gaat dan weer naar boven via de korte weg

Er is een verlengde PR tijd. De P-toppen en QRS-complexen vallen op hetzelfde moment. Er zijn geen evidente P-toppen

Meest voorkomende ritmestoornis bij jonge mensen (2,5/1000)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er gezien bij een AVNRT bij een ECG?

A
  • PR tijd verlengd
  • P-top verdwijnt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een AVRT?

A

AV-knoop is de ene weg en de accessoire verbinding over de AV-klep ring is de 2e weg. Er is dus een Bypass (bijv. door een spier) van de normale geleidingsweg aanwezig over de fibrotische klepring.

De prikkel wordt gelijk doorgegeven zonder wachttijd. Een stuk van het hart wordt nu eerder geactiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er gezien bij een AVRT op de ECG?

A

Geen iso-elektrisch stukje tussen de P-top en de QRS-complex (WPW-syndroom)

Er is een deltagolf tussen de P-top en QRS-complex (Duidt een extra verbinding aan het hart aan, hoe meer plekken hoe groter de deltagolf). P-top valt net achter de QRS-complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Wolf Parkinson White Syndroom?

A

Dan wordt er op de ECG geen iso-elektrisch stuk tussen de P-top en QRS-complex gezien

Er is een deltagolf tussen de P-top en QRS-complex (Er hoeft niet altijd AVRT plaats te vinden)

Prevalentie is 1-3/1000

17
Q

Wat zijn mogelijke breedcomplex tachycardien?

A
  • VT: Fast VT, polymeer VT (Ontstaat op verschillende plekken in het hart, bijna naar VF maar kan ook spontaan stoppen)
  • VF
  • Pacemaker rhythm
18
Q

Hoe wordt een ventriculaire tachycadie (VT) herkend?

A
  • Breed en abnormaal gevormd QRS-complex
  • Meer P-toppen dan QRS-complexen en dwars er doorheen. Er is een pacemaker rhytm
  • Levensbedreigend
  • Sneller dan 100 bpm
19
Q

Wat is Ventrikel Fibrilleren (VF)?

A

De patiënt kan nu overlijden. De contracties van het hart vallen weg er is geen gecoördineerde contractie. Er moet wat aan gedaan worden

Kan ook ontstaan als de VT niet wordt behandeld

20
Q

Hoe ziet een onderliggend bundelt blok eruit?

A

Normaal sinusritme met verbreed QRS-complex

21
Q

Wat is de prevalentie van hartritmestoornissen?

A

2%

De meeste hier van zijn atriumfibrilleren met prevalentie van 5-15% >75 jaar

22
Q

Wat is sinustachycardie?

A

Komt vaak voor secundair aan andere dingen zoals angst

Normaal ECG met versneld sinus ritme

23
Q

Welke sinusknoop afwijkingen kunnen er ontstaan?

A

Sick Sinus Syndrome (SSS):
- Tachycardie-Bradycardie
- Bradycardie-Tachycardie
- Chronotropische incompetentie

Sinus node re-entry (SANRT):
- Re-entry op niveau van de sinusknoop
- Verhoogde hartslag vanuit de sinusknoop

Inappropriate Sinus Tachycardie (IST):
- Hartslag is continu boven de 100 (lat is te hoog, continu vermoeid)

Postural Orthostatic Tachycardie Syndrome (POTS):
- Recht opstaan geeft problemen (30 bpm stijgen en dalen BD)

24
Q

Hoe kan er door middel van de P-toppen worden bepaald of de prikkel uit de kamers of boezem komen?

A
  • Zoeken naar de P-toppen -> Meer P-toppen dan QRS-complexen wijst op een atriale oorzaak
  • Meer QRS-complexen dan P-toppen -> Komt uit de kamer
  • Evenveel P-toppen als QRS-complexen -> Tegelijk vallen is een AVNRT en erachter is AVRT