4.6 Primaire en secundaire hypertensie Flashcards
Wat is een risico van een te hoge bloeddruk?
Vergroot risico op hart- en vaatziekten (ook op beroertes)
Wanneer wordt er gesproken van hypertensie?
Wanneer het behandelen gunstiger is dan niet behandelen
Optimaal is Systolisch <120 mmHg en Diastole <80 mmHg
Normaal is Systolisch 120-129 mmHg en Diastole 80-84 mmHg
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire hypertensie?
Primaire hypertensie:
- Er is geen duidelijke oorzaak voor de te hoge bloeddruk (komt het meeste voor)
Secundaire hypertensie:
- Er is wel een duidelijke oorzaak wat weggenomen kan worden
Hoe vaak komen primaire en secundaire hypertensie voor?
Primair (essentiële): 90-95% van alle hypertensie
Secundair: 5-10% van alle hypertensie
Wat is de oorzaak van primaire en secundaire hypertensie?
Primaire hypertensie:
- Multifactorieel (waarschijnlijk aanleg en leefstijlfactoren)
- Vaak een positieve familieanamnese wat kan duiden op genetische aandoening (30% van de gevallen de verklarende oorzaak)
Secundaire hypertensie:
- Duidelijk onderliggende en eventueel behandelbare oorzaak
Wanneer wordt er gedacht aan een secundaire hypertensie?
- Jonge patiënten!
- Plots ontstaan of verergeren
- Negatieve familie-anamnese!
- Hypertensieve crisis!
- Therapieresistentie!
- Kenmerkende symptomatologie (hoofdpijn, oedeem, POB, benauwdheid, verminderde inspanningstolerantie, overgewicht, hoge zoutinname)
- Afwijkingen in het lichamelijk onderzoek of routinelab (creatinine -> Nierfunctie, hormonen, kalium, urine)
Wat zijn 8 hypertensinogene factoren?
- Laag geboortegewicht
- Leeftijd
- Obesitas
- Insulineresistentie
- Zoutinname
- Overmatig alcoholgebruik
- Stress
- Lage Kaliuminname
Wat zijn 7 oorzaken van secundaire hypertensie?
- Slaap apneu syndroom (OSAS)
- Endocrien (Ontregelde hormonen)
- Dieet/genotsmiddelen (Drop of drugs)
- (Reno)vasculair (Stenose bijvoorbeeld)
- Parenchymateuze nierziekten
- Geneesmiddelen (ADHD middelen, corticosteroïden, Cyclosporine, Angiogenese-remmers, NSAIDs, orale anticonceptiva)
- Monogenetisch (1 mutatie)
Wat is OSAS?
Iemand stopt tijdens het slapen met ademen (15 keer bijvoorbeeld) waardoor diegene hypercapnisch wordt + klachten van slaperigheid overdag
Kenmerken:
- 4% van de volwassen vrouwen, 9% volwassen mannen
- Predisponeert tot hypertensie, Hart en Vaatziekten, Diabetes Mellitus, Pulmonale hypertensie
- Obstructie van bovenste luchtweg (functioneel anatomisch)
Pas nu krijgt hij een prikkel om weer te gaan ademen. Het is de meest voorkomende oorzaak van secundaire hypertensie (maar kan eerst voor primaire hypertensie zorgen)
Hoe zorgt OSAS voor hypertensie?
OSAS zorgt iedere keer voor wakker worden waardoor er een stress prikkel is en uiteindelijk hypertensie oplevert
Bij deze mensen is in de nacht hun bloeddruk niet gedaald of lager dan normaal, terwijl het normaal wel lager is in de nacht
Hoe is OSAS te behandelen (5)?
Leefregels:
- Gewichtsreductie
- Alcoholgebruik verminderen
- Zij- in plaats van rugligging
Interventie
- CPAP middels neusmasker
- Operatief: KNO-arts (knippen van de uvula)
Bij het behandelen van OSAS zal de bloeddruk niet altijd verbeteren
Wat zijn endocriene oorzaken van secundaire hypertensie?
- Primair hyperaldosteronisme (meest voorkomend)
- Feochromocytoom (productie van noradrenaline)
- Hypercortisolisme (Cushing)
- Acromegalie
- Hyperthyreoïdie
- Hypothyreoïdie
Waar gaan de endocriene oorzaken vooral over?
Om aldosteron wat ervoor zorgt dat er meer zout wordt gereabsorbeerd ten koste van Kalium via het ENaC kanaal
Hoe zorgt aldosteron voor meer Natriumretentie?
Het werkt via de MR receptor. Werkt op HRE welke ervoor zorgen dat er meer ENaC kanalen worden gevormd (Kalium eruit, Natrium erin)
Wat is primaire hyperaldosteronisme?
Het zorgt voor hypertensie, (neiging tot) hypokaliemie (Spierzwakte & polyurie) en Metabole acidose (door H+ excretie)
Er wordt spontaan aldosteron door de bijnier gemaakt. Aldosteron blijft nu onafhankelijk van Renine geproduceerd worden. Renine gaat omlaag door genoeg zout en water en verhoogde ECV.
Patiënt kan komen met krampen en soms een positieve familieanamnese. Aanvullend onderzoek kan Lab (Kalium) of CT-scan van de bijnier (Voor een adenoom of bilaterale hyperplasie) zijn.
Een adenoom moet worden weggehaald en bilaterale hyperplasie moet er spironolacton gegeven worden