2.5 onvruchtbaarheid en gezondheid Flashcards

1
Q

wat is prepubertal fase, reproductieve fase en postmenopauzaal?

A

prepubertal fase is de fase voor de reproductieve fase. hierin ligt GnRH stil

reproductieve fase is fase vanaf menarche tot menopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

benoem hoe pariteit (hoe vaak je zwanger bent geweest) en menstruatie cycli is gerelateerd aan mortaliteit

A

bij ongeveer 3 kinderen minste risico op overlijden. neemt toe met aantal

lagere kans overlijden als je veel menstruatie cycli hebt

als je oud je eerste kind krijgt heeft dit een gunstig risico op overlijden

hoe langer de reproductieve fase (tijd tussen menarche en menopauze) en dus hoe langer je de regelmatige cyclus houdt, hoe beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is gemiddelde leeftijd menopauze?

A

51-52 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vroegere menopauze geeft hoger risico op…

A

cardiovasculaire ziekte

coronary heart disease

stroke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn vcardiovasculaire effecten van oestrogeen?

A

oestrogeen is belangrijk voor veel dingen zoals
- botopbouw
- HVZ
- lipide huishouding
- soepele vaatwand
- oxidatieve stress

weinig oestrogeen leidt tot athelosclerose–> ischaemic heart disease and stroke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zegt een vroege menopauze over DNA reparatie?

A

als je eerder in de menopauze komt kan je lichaam DNA minder goed repareren (ook indirecte associatie met kanker dys)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet te weinig oestrogeen met botgezondheid?

A

je ziet dat bij leeftijd van de menopauze, de botgezondheid/ -dichtheid afneemt

  • stimuleren activiteit osteoblast
  • remmen osteoclast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoezo osteoporose bij anorexia nervosa?

A

anorexia nervosa valt onder WHO I (hypogonadotroop en hypogonadisme)

geen LH en FSH–> geen oestrogenen –> oa osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is criteria van polycysteus ovarium syndroom (PCOS)?

A

minimaal 2 van de 3:
- oligo/ anovulatie
- hyperandrogenisme en/of hirsutisnme
- PCOM: polycysteuze ovariele morfologie >20 fillikels in een of beide ovaria of >10 ml volume in een of beide ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is pathofysiologie van PCOS?

A

abnormale GnRH pulsaties–> abnormale gonadotropine levels (LH productie hoger dan FSH)–> ovulatie disfunctie–> hyperandrogenisme (door verhoogde LH) en folliculaire arrest

bij PCOS ook sprake van insuline resistentie en metabool syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hebben vrouwen met PCOS voor of na menopauze vaker hart en vaatziekten?

A

premenopauzaal hoger risico op cardiovasculaire ziekte. na menopauze dus minder kans op hart en vaatziekten

komt doordat je door PCOS later in menopauze komt, dus langer oestrogenen hebt

en mensen met PCOS hebben betere DNA repair genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hebben subfertiele mannen een hogere of lagere mortaliteit?

A

subfertiele mannen hebben een hogere mortaliteit

hoe slechter de sperma kwaliteit, hoe hoger het risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hebben sub/ -infertiele mannen verhoogde kans op kanker?

A

er is een associatie met kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly