Werkcollege 9C Flashcards

1
Q

wat is biest?

A

eerste, heel geconcentreerde melk van de moeder met daarin antistoffen voor het kalf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil tussen biest, koemelk en poedermelk.

A

Biest is heel geconcentreerd, bevat veel eiwitten en vet
Koemelk minder geconcentreerd, maar wel wat antilichamen, groeifactoren en ontstekingsmediatoren
Poedermelk bevat dit niet en zorgt alleen voor voedingswaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel biest moet een kalfje de eerste dag drinken?

A
4-6L, waarvan 2L in het eerste uur. 6 liter ook op 2e en r2 dag. 
Biest 4 V's: 
Veel
Vaak
Vlug
Vers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het verschil in goede en minder goede poedermelk?

A

kwaliteit van eiwitten = dierlijk (hierdoor groeit kalf beter) vs. plantaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de voor- en nadelen van het voeren van koemelk vs. poedermelk?

A
  • poedermelk is sterieler dan koemelk
  • koemelk bevat antilichamen, groeifactoren en ontstekingsmediatoren
  • kwaliteit van eiwitten
  • poedermelk is goedkoper
  • poedermelk duidelijker wat erin zit
  • minder mineralen en vitaminen in koemelk (in het wild geen last van omdat koeien niet gebruikt worden voor productie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk criterium zou je in de praktijk kunnen gebruiken om de melkvoorziening te stoppen?

A
  • leeftijd
  • pens volledig genoeg ontwikkelt, zodat brokken en hooi gefermenteerd kunnen worden > genoeg energie uithalen.
  • genoeg krachtvoer opnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er met het kalf tijdens het spenen?

A
  • pensvlokken (vvz opnemen) en spierlagen in pens ontwikkelen en grootte toenemen. Pensflora moet rantsoen aankunnen (komt uit eten, omgeving of elkaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manier zou je het standaardadvies kunnen aanpassen voor een kalf dat op 1 maand leeftijd ziek is geweest?

A
  • wat langer melk geven, zodat kalf weer kan bijdraaien

- langzaam brok en hooi ophogen en melk verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de cyclus van een “oplopend” kalf?

A

door de gasvorming stopt het kalf met eten. Wanneer het gas enigszins is verdwenen, gaat het kalf weer eten waardoor er weer gas ontstaat > recidiverend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt tympanie geholpen bij runderen?

A

trocar plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke waarneming zou je kunnen gebruiken om vast te stellen wanneer trocar definitief verwijderd kan worden?

A

Trocar afplakken en kijken of het oploopt. Zo ja, dan trocar laten zitten.
Trucar moet schoongehouden blijven en doorgeprikt worden > bron van infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waaraan kun je zien dat dieren recidiverende kalvertympanie hebben gehad?

A
  • wond die overblijft na het verwijderen van trocar

- groeiachterstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn eindproducten die vrijkomen na fermentatie?

A

Gassen:
CO2
Methaan (CH4)
Waterstof (H2)

Vluchtige vetzuren:

  • acetaat
  • butyraat
  • proprionaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom zal het voor de microflora in de pens of dikke darm gunstiger zijn om glucose om te zetten in vluchtige vetzuren dan in lactaat (eindproduct anaerobe glycolyse)?

A

omdat hieruit ATP/energie wordt omgezet; omzetting tot lactaat doet dit niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom 3 verschillende vetzuren i.p.v. één eindproduct?

A

Alle producten zijn nodig voor fermentatie voor bacteriën. Daarnaast moet er een balans zijn. Bij volgen van 1 route, dan krijg je overschot van een bepaald product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke processen houden de pH (6-7) constant in de pens?

A
  • bicarbonaat in het speeksel

- de vluchtige vetzuren worden opgenomen door de pens, hierdoor verdwijnt geproduceerde zuur.

17
Q

welke twee veranderingen treden op bij een toename van snel fermenteerbaar materiaal in het rantsoen (krachtvoer/zetmeelrijk voer)?

A
  1. er vormt meer proprionaat door een verhoogde vorming van lactaat.
  2. meer vluchtige vetzuren.
18
Q

waarom daalt vetgehalte in de melk bij een snel fermenteerbare rantsoen, terwijl de melkhoeveelheid toeneemt?

A

wanneer meer lactose gemaakt wordt, dan komt er meer melk omdat lactose water aantrekt. Vetgehalte blijft laag door mindere productie acetaat en butyraat.

19
Q

wat doen koeien als ze zelf te veel snel fermenteerbaar voer krijgen?

A

Dan gaan ze minder brok opnemen om zelf controle te houden.

Er treedt vermagering op, minder voer om pensacidose te voorkomen.

20
Q

welke omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de pH in de pens daalt?

A
  • bij te veel vluchtige vetzuren.

- bij veel krachtvoer wordt er ook minder geherkauwd > dus minder speeksel met bicarbonaat

21
Q

welke processen gaan door bij een hele lage pH in de pens?

A

Veel H+; lactobacterien kunnen wel overleven, veel andere bacteriën/protozoa sterven af.

22
Q

bestendige eiwitten (rumen undegradable protein)

A

deze worden in de dunne darm verteerd/opgenomen

23
Q

onbestendige eiwitten (rumen degradable protein)

A

deze worden in de pens afgebroken

24
Q

wat zijn kleischijters?

A

de mest van kleischijters is erg pastels en licht van kleur. het blijkt dat er bij deze dieren grote hoeveelheden melk in de pens terechtkomen, bijv. door dysfunctie van de slokdarmsleuf of door reflux naar de pens door een te grote inhoud.

25
Q

welke fysiologisch proces is gestoord bij kleischijters?

A

door dysfunctie van slokdarmsleuf of door reflux naar de pens door een te grote inhoud. De temperatuur, goede samenstelling van melk, chemoreceptoren en zuigreflex induceren dat slokdarmsleuf dichtgaat.

26
Q

wat gebeurt er met melk dat in de pens komt?

A

melk gaat stremmen door caseïne. Rennine is niet aanwezig in de pens, dus melk kan niet weg.
De melk die in de pens blijft gaat rotten.

27
Q

wat is therapie voor kleischijters?

A

volledig spenen,
pens spoelen met sonde
kleinere beetjes voeren
slokdarmsleuf beter stimuleren

28
Q

hoe wordt persgas afgevoerd?

A

via ructus (B-wave)

29
Q

2 vormen tympanie

A
  1. primaire tympanie = voedingstympanie; schuim (bij het krijgen van teveel eiwitten)
  2. secundaire tympanie = vrije gas
30
Q

Waarom stopt afvoeren gas bij primaire tympanie?

A

Het gas blijft in belletjes zitten, waardoor er geen gasbal vormt om af te voeren (dit kan verholpen worden met sla olie).

31
Q

hoe kan een koe opblazen tijdens een lange bevalling?

A

de koe blijft te lang liggen. Cardia wordt geblokkeerd waardoor gas niet weg kan.

32
Q

hoe kan een rund traumatisch reticulopericarditis tympanie ontwikkelen?

A

lokale ontsteking van netmaagwand door perforatie corpus alienum door maag wand en peritoneum.
Geeft symptomen van voorste stenose.