Hoorcollege 15C Flashcards

1
Q

hypomagnesamie

A

te kort aan magnesium

kopziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nutritionele secundaire hyperparathyreoidie

A

Calcium gebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hypocalcemische paresis puerperalis

A

melkziekte. Tekort aan calcium waarbij paralyse optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zombie krokodillen

A

Thiamine gebrek, vitamine B gebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier kan er naar voeding gekeken worden

A
  • hoe worden enzymen afgebroken en wordt het verder omgezet in je lijf > biochemicus
  • voedingsgerelateerde aandoeningen > arts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is voeding?

A

Inname en verwerking van alle stoffen die noodzakelijk zijn voor het in stand houden van een dier(soort) en de gezondheid van alle lichaamsweefsels.

Ook water en zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veterinaire diervoeding

A

Rol van dierenarts:

  • beoordelen verstrekte voeding (in- of uitsluiten als de oorzaak van het probleem).
  • adviseren over voeding
  • beoordelen van voedingsclaims
  • diëten voorschrijven of opstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beoordeling voeder

A
  • samenstelling: grondstoffen, nutriënten, toevoegingen
  • verteerbaarheid
  • acceptatie
  • prijs
  • reputatie producent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beoordeling volledig voeder (zonder dier)

A

a.d.h.v. boek nutrient requirements of dogs and cats

Op basis van de declaratie is een voeder als slechts, of als voorwaardelijk goed te kwalificeren!

Op basis van de onderzochte/beoordeelde nutriënten, voldoet dit voer wel of niet aan de gangbare normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarde van een voer

A

voederwaarde, gebaseerd op een chemische analyse met of zonder correctie voor benutting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Weende analyse

A

Voer of grondstof bestaat uit 6 fracties:

  1. Ruw water
  2. Ruw eiwit (RE)
  3. Ruw vet (RVET)
  4. Ruwe celstof (RC)
  5. Ruw as (RAS)
  6. Overige koolhydraten (OK) = restfractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

RE

A

ruw eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

RVET

A

ruw vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

RC

A

ruwe celstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

RAS

A

Ruw as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

OK

A

overige koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CVB

A

centraal veevoeder bureau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

DS

A

droge stof = RAS + RE + RVET + RC + OK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ruw water

A

gewichtsverlies na drogen. Wanneer water is verdampt dan houd je droge stof over

20
Q

Ruw anorganische stof (RAS)

A

overblijfsel na verbranden. Daarbij zit natuurlijk ruw water wat verdwijnt na drogen. Wat overblijft is organische stof (OS)

21
Q

ruw eiwit

A

ruw eiwit wordt niet als zodanig geanalyseerd.
Alle eiwitten hebben aminogroep gemeenschappelijk, dus je gaat kijken naar het aantal stikstof (N).

RE = g geanalyseerd N x 6,25 (N bepaling volgens Kedjal)

22
Q

ruw vet

A

materiaal oplosbaar in organische oplosmiddel.

23
Q

ruwe celstof

A

niet oplosbaar tijdens koken in zwak zuur en loog

24
Q

overige koolhydraten

A

berekende restfractie

25
Q

is weende analyse geschikt?

A

andere stoffen zijn ook opgebouwd van ruw vet of water etc, maar deze zijn niet per definitie geschikt als dier voeder

26
Q

minpunten weende analyse

A
  • specificiteit
  • voedingsfysiologische betekenis
  • -> andere producten kunnen dezelfde eigenschappen hebben, maar zijn niet per se voederwaardig
27
Q

pluspunten weende analyse

A
  • Algemeen toegepast
  • Eenvoudig
    > wettelijke verplichte declaratie
28
Q

Nabij Infrarood Spectroscopie (NIR)

A

Moleculen worden gebombardeerd met licht. Soms wordt het licht gereflecteerd en soms juist geabsorbeerd. Het NIR registreert dit, waarbij gekeken kan worden naar de eigenschappen van het molecuul.

1) NIR-meting Referentiemeting (hieruit komt een model)
2) NIR-meting Voorspelling (het model wordt gebruikt om een voorspelling te maken)

(+ snel en weinig preparatie)
(- niet zo nauwkeurig en betrouwbaarheid afh. van uitgebreidheid referentiemetingen)

29
Q

Benutting door het dier?

A

vaststellen van het percentage van het nutriënt dat door het dier wordt verteerd/geabsorbeerd

30
Q

In-vitro vertering herkauwer

A

Dit werkt voor herkauwers.

Er wordt herkauwervoeder gepakt waarbij de samenstelling geanalyseerd wordt.
- pensvloeistof en buffer toegevoegd (48h incuberen)
- pepsine en zuur toegevoegd (48h incuberen)
> residu analyseren

31
Q

In-vitro vertering varkens

A

Dit werkt voor varkens

Samenstelling analyse van varkensvoer
+ pepsine en HCl (pH 2; 2h incuberen)
+ pancreatic en NaOH (pH 6.8; 4h incuberen)
+ microbiële carbo-anhydrase (pH 4.8; 18h incuberen)
> residu analyseren

(simulatie maag > dunne darm > dikke darm)

32
Q

In-vitro vertering humaan, hond/kat, varken

A

D.m.v. TNO Intestinaal model

Dit model simuleert het MDK door het voedsel door buizen heen te loodsen en daarbij pepsines en zuren toe te voegen. Het eindproduct (de niet-verteerbare producten) wordt geanalyseerd.

33
Q

Schijnbare fecale verteerbaarheid van een nutriënt

A
Opname 
|
| --> Verteerd (geabsorbeerd)
|
v
Feces

VC = (opname - feces) / opname x 100%

34
Q

Hoe onderzoek je fecale verteerbaarheid

A

Je laat een dier eten (een afgewogen hoeveelheid) en je vangt de feces op na een bepaalde periode van tijd.

Je kan dit doen voor alle onderdelen van de Weende analyse

35
Q

Voederwaardering in de praktijk

A

Op basis van Weende analyse en regressie modellen berekenen van de energiedichtheid voeding.

Bijv. konijn
Energie voer (MJ/kg) = ((19.0 x VRE) + (37.8 x VRVET)+ (16.3 x VRC) + (17.1 x VOK)) / 100
36
Q

VRE

A

verteerbaar ruw eiwit

Bijv. 19.0 x VRE = 1 gram eiwit levert 19 kJ aan energie

37
Q

VRVET

A

verteerbaar ruw vet

38
Q

VRC

A

verteerbare ruwe celstof

39
Q

VOK

A

verteerbare overige koolhydraten

40
Q

VC

A

verteringscoefficient

41
Q

Waarom is het schijnbare fecale verteringscoefficient?

A

in werkelijk is de vertering of absorptie een complex proces

RE feces
  > onverteerd voereiwit
  > endogeen fecaal eiwit
    a. mucus
    b. enzymen
    c. enterocytes
      --> door het dier geproduceerd eiwit
42
Q

Werkelijke fecale verteerbaarheid van RE

A

Dit neemt dus wel mee dat een gedeelte van het RE wordt opgenomen/omgezet/geabsorbeerd.

VC(re) = RE opname - (RE feces - endogeen fecaal RE) / RE opname x 100%

43
Q

EFV

A

endogeen fecaal eiwit

44
Q

is de waarde van een nutriënt afhankelijk van de plaats van vertering?

A

ja, dierennamen zetten in de dunne darm eiwitten/koolhydraten om in peptiden en glucose, deze kunnen gebruikt worden in het lichaam. In het caecum worden de eiwitten omgezet in microbiële eiwitten en NH3 door fermentatie. Deze kunnen veel minder gebruikt worden door het lichaam.

45
Q

Schijnbare ileale verteerbaarheid

A

maat voor de enzymatische afbraak in het ileum. Dit wordt vooral toegepast bij de varkens.
Hierbij wordt een canule geplaatst in het ileum, hierbij lopen voedingsstoffen uit de canule (dit wordt vervolgens gemeten)

46
Q

Berekening ileale verteerbaarheid

A

ileale VC = RE voer - RE in chymus / RE voer x 100%