Werkcollege 4B

Question 1

Noem de histologische opbouw van de maagwand

Answer 1

T. mucosa
- Lamina epithelialis (intestinaal of cutaan)
- Lamina propria (losmazig bindweefsel klieren, lymfoide cellen
- Lamina muscularis mucosa (glad)
T. submucosa
T. muscularis
T. serosa

Question 2

In welke maaggedeelte en waar bevinden zich de hoofdcellen, parietale cellen en mucinenproducerende cellen?

Answer 2

Enkelvoudige maag = klierrijk t. mucosa in hele maag
Enkelvoudige samengestelde maag = klierrijk (pars glandularis)
Meervoudig samengestelde maag = klierrijk (lebmaag/kliermaag)

Question 3

verschillende vormen gastritis

Answer 3

acute gastritis

chronische gastritis

Question 4

gagging

Answer 4

kokhalzen

Question 5

retching

Answer 5

kokhalzen

Question 6

dyshagia

Answer 6

slikprobleem

Question 7

regurgitation

Answer 7

regurgiteren. Voedsel komt omhoog vanuit maag maar er treedt geen inleidende verschijnselen op

Question 8

vomiting

Answer 8

braken

Question 9

expectoration

Answer 9

spugen, ophoesten

Question 10

uit welke delen van het MDK kan braaksel komen?

Answer 10

maag en/of dunne darm

Question 11

uit welke delen van het MDK kan regurgiteren komen?

Answer 11

pharynx, slokdarm en/of fundus maag

Question 12

Hoe kan er onderscheid gemaakt worden tussen braken en regurgiteren

Answer 12

• Prodomal signs = bij braken misselijkheid en kokhalzen. Regurgiteren vertoont eigenlijk geen inleidende symptomen
• Eten = bij regurgiteren veel minder verteerd
• Kleur = braken meer gemengd met maagsappen > gele kleur. gal uit eerste gedeelte duodenum; soms ook schuim.
• Vorm = regurgiteren hetzelfde als voer > kan vorm als slokdarm hebben. Braken geeft een grote plas.
• Snelheid = regurgiteren langzamer dan braken > dit gaat met een golf.

Question 13

in welke categorieën kan braken in worden verdeeld?

Answer 13

het kan helpen met zoeken naar de oorzaak

• oorzaak binnen MDK bijv. infectie, volvulus
• oorzaak buiten MDK bijv. hersentumor, nierproblemen.

Question 14

NSAID heeft naast een pijnstillende en anti-inflammatoire werking ook ischaemie van het maagslijmvlies en een verminderde productie van natriumbicarbonaat en mucinen tot gevolg. Wat is de pathogenese van optredende slijmvliesdefecten?

Answer 14

Maagwand wordt aangetast, milieu wordt aangetast > maagzweren of necrose.
Combineer daarom nooit cortico’s en NSAIDs > beide tasten de maagwand aan

Question 15

Wat is het verschil tussen de manier waarop de maag tegen een lage pH kan en wat er zal gebeuren als die zure inhoud in de slokdarm terecht komt?

Answer 15

Door de productie van bicarbonaat in de maag (mucine productie); dit heeft de slokdarm niet. Als er teveel zuur in de slokdarm terecht komt, dan kan het de slokdarm aantasten.

Question 16

noem complicaties bij slijmvliesdefecten

Answer 16

ulcera, bloedingen, perforatie

Question 17

achterste stenose

Answer 17

afsluiting pylorus

Question 18

wat is het gevolg van het braken (of van een achterste stenose) op de zouthomeostase en de pH?

Answer 18

Er zit een groot verschil hierin tussen hond en herkauwer. De hond kan braken waardoor de zure inhoud op straat ligt. De herkauwer moet deze zure inhoud in de pens gooien. HCO3- gaat niet naar de darm.
–> hierdoor metabolische alkalose = basisch worden van bloed door HCO3- niet wegkan.

Question 19

Waarom krijg je een pappelvorm bij koeien met een achterste stenose?

Answer 19

de pens loopt bij een achterste stenose naar rechts. Er is geen passage, waardoor koe stopt met eten. Fermentatie ligt stil, maar speekselproductie gaat door. HCl in pens. Er zit dus alleen vloeistof in de pens, waardoor de pens uitzakt. (slijmproductie ongeveer 3 liter per uur).

Question 20

waarom hebben koeien met een achterste stenose een hogere hematocriet?

Answer 20

% rode bloedcellen gaat omhoog > uitdroging of shock.

Question 21

hoe kan de pappelvorm verholpen worden?

Answer 21

lebmaagrotatie en vocht toedienen.

Question 22

wat gebeurt er met de K+ concentratie van koeien met een achterste stenose?

Answer 22

door alkalose is een lagere gehalte H+ in het bloed. Intracellulair gaat de H+ naar buiten, waardoor K+ naar binnen gaat. Dit heeft hypokalemie in het bloed tot gevolg.