Week 6 HC 6: Systemische therapie: mechanisme, indicaties en evidence Flashcards
Systemische therapie; multimodaliteit
Curatief (niet frequent)
Palliatief (frequent)
In combinatie met andere behandelingsmodaliteiten
Soorten systemische therapie
Cytotoxische chemotherapie (cel-killers)
Kankercel specifieke therapie
- Receptoren of targets
(anti) Hormonale therapie
- Is meestal kankercelspecifiek
Immunotherapie (revisited)
Cytotoxische chemotherapie
Grijpt aan op de celkern
Niet specifiek
Vrijwel alle tumortypes van het thema
- Snelle groeiers
- Diverse tumoren
Level 1 evidence van effectiviteit
Zeer veel ervaring tas management
- Korte/ lange termijn toxiciteit
- Soms letaal
- Secundaire tumoren
Niveau’s van bewijsvoering
A1
- Systematische reviews die tenminste enkele onderzoeken van A2 niveau betreffen waarbij de resultaten van de afzonderlijke onderzoeken consistent zijn
A2
- Gerandomiseerd vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang en consistentie
B
- Gerandomiseerde klinische trials van matige kwaliteit of onvoldoende omvat of ander vergelijkend onderzoek
C
- Niet-vergelijkend onderzoek
D
- Mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden, collega’s
Levels of evidence
1.
- Gebaseerd op 1 systematische review (A1) of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A2
2.
- Gebaseerd op tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B
3.
Gebaseerd op 1 onderzoek van niveau A2 of B, of op onderzoek van niveau C
4.
- Mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden
Soorten cytotoxische middelen (chemo)
Alkylerende middelen (cycli, gifos, melphalan)
- Door alkyleren van DNA vorming van adducten en remming van transcriptie/ replicatie
- Stabiele of meer instabiele DNA ‘adducts’; DNA schade en celdood
Platina verbindingen
- Door DNA adductvoqming en crosslinks vorming remming van transcriptie/ replicatie
Topoisomerase remmers
- Zorgen voor ontstaan DNA breuken in DNA
- Topoisomerase remmer I: Enkelstrengs DNA breuk in de S-fase
- Topoisomerase remmer II: dubbelstrengs DNA breuk in S-fase
Microtubulaire middelen
- Taxanen: remmen depolymerisatie van tubulines in de M-fase
Bijwerkingen van cytotoxische middelen
Korte termijn:
- Effect op snel delende weefsels (beenmerg, maag-darm slijmvlies, haren)
- Meestal dosis afhankelijk, dosis beperkend
- Soms levensbedreigend (soms geen klachten)
- Meestal reversibel
Lange termijn:
- Effect op traag delende weefsels (hart, longen, nieren, zenuwbanen, lever)
- Vaak blijvende effecten, soms nog wel deels reversibel
- Soms dodelijk
Moleculaire middelen (kanker specifieke middelen)
Mab’s en Nib’s grijpen in op celmembraan receptoren
- Grijpen aan op transmembraan receptoren en de ligenden
- Veel specifieker dan chemo
- Kunnen ook aangrijpen op endotheelcel –> angiogenese remmer –> tumorgroei beïnvloeden
Mab’s
- Werken extracellulair
- Intraveneus
- Buitenkant van cel op receptor
Nib’s
- Werken intracellulair
- Binnenkant van cel op receptor
- Orale toediening
(anti) hormonale therapie
Meestal ongelofelijk kankerspecifiek
Werkt alleen als er een hormoonreceptor is
- Is niet op veel plekken in lichaam
Werk alleen bij:
- Mammacarcinoom
- Prostaatcarcinoom
- (evt endometrium carcinoom)
Receptoren –> remt proliferatie –> meestal niet snel effect
Nooit chemo en hormonale therapie samen
Immunotherapie
Doel is blokkade door de tumorcellen op te heffen en om het immuunsysteem dus te reactiveren