Week 1 HC 5: Van gewone cel tot kankercel Flashcards
Vorming van een kankercel
Veel verschillen tussen normale en kankercellen
Er zijn veel mutaties nodig, maar niet elke keer dezelfde
Kleine kans dat dit in een cel gebeurt
Hulpmiddel bij begrijpen zijn de hallmarks of cancer
Hallmark 1: blijven delen
Groeifactor nodig om tot deling aan te zetten
Loopt via groeifactor receptor
Tumor: maakt zelf groeifactor of heeft geen groeifactor nodig voor activering
- Bijvoorbeeld door mutatie in receptor
Hallmark 2: Remming ontwijken
Normale cellen luisteren naar signalen die de groei remmer
Tumor: schakelt deze groeiremmers uit –> ongecontroleerde celgroei
Hallmark 3: Celdood weerstaan
Normale cellen kunnen mechanismen activeren die tot celdood leiden (bijv bij DNA schade)
Dit zet cellen aan om geprogrammeerd eiwitten en DNA af te breken (apoptose)
Tumor: schakelt apoptose uit
Hallmark 4: Oneindige celdeling
Normale cellen kunnen slechts een beperkt aantal delingen doormaken
Uitzondering: stamcellen
Oorzaak: telomeren worden bij elke celdeling korter
Tumor: schakelt de telomeerverlening weer in (zoals bij stamcellen)
Verschil tussen Hallmark 1 en 4
Verschil tussen blijven delen en oneindige celdeling
- Blijven delen is het ‘opstarten’
- Oneindige celdeling is dat de cel ook door blijft gaan met delen
Hallmark 5: Vorming van nieuwe bloedvaten
De groeiende tumor heeft veel voedingsstoffen nodig
Tumor zal dus vorming van nieuwe bloedvaten (angiogenese) stimuleren
Stroma :
- Is directe omgeving van de tumor en bestaat uit ondersteunend, niet-neoplastisch bindweefsel, bloedvaten en ontstekingscellen
- Geeft aanbod van groeifactoren wat angiogenese stimuleert
- Stromacellen verzorgen tumor (endotheel, fibroblasten en ontstekingscellen)
Angiogenese
- Angiogene groeifactoren nodig (zoals HIF1-alfa, VEGF, VEGF-R)
- Bij voldoende angiogenene groeifactoren ontstaat de angiogene switch
- Remmers tegen VEGF en VEGF receptoren worden als geneesmiddel toegepast
Hallmark 6: invasie en metastase
Tumor dringt in het omringende weefsel binnen met doorbraak door een basaalmembraan (invasie)
- Migratie door basaalmembraan (detachment)
- Verplaatsing door extracellulaire matrix (invasie)
Tumorcellen kunnen over grote afstand worden getransporteerd en daar een nieuwe tumor geven (metastasering)
- Invasie gaat vooraf
- Epitheliale tumoren ondergaan een EMT (epithelial mesemchymale transitie)
- Metastasering kan via lymfebanen of bloedbanen
- Voor uitgroei op metastase plek is MET (mesenchymale epitheliale transitie) nodig
- (3) Intravasatie (EMT)
- Transport in bloedbaan
- Extravasatie en metastatic deposit
- Colonisatie/ uitgroei (MET)
Hallmark 7: Genoom instabiliteit en mutaties
Enabling characteristics
Tumorcel moet dus heel veel mutaties ophopen
Dit wordt normaal tegen gegaan door DNA schade reparatie
Tumor: verminderd of zet DNA-reparatiemechanismen uit waardoor mutaties makkelijker ophopen
Hallmark 8: Tumor bevorderende ontsteking
Enabling characteristics
Al lang is bekend dat bijv chronische ontstekingen tumorbevorderend kunnen zijn
Tumoren gebruiken immuun cellen om stroma ‘naar hun hand’ te zetten maar precies hoe was lang onbekend
Recente studies wijzen op macrofagen en granulocyten als bevorderend voor invasie en metastasering
Hallmark 9: Deregulatie van energievoorziening
Tumorcellen leven vooral van de glycolyse (afbraak glucose –> pyruvaat)
In tumorcellen wordt pyruvaat omgezet in lactaat wat maar 2 ATP oplevert ipv 32 –> tumor kan overleven in zuurstofarme perioden
Doordat tumorcel veel glucose opneemt zijn ze goed zichbaar bij scans
Hallmark 10: ontspanning aan het immuunsysteem
Tumorcellen hebben mutaties
Het immuunsysteem kan deze herkennen en cellen elimineren
Tumoren activeren daarom vaak mechanismen die het immuunsysteem minder actief maken
Waar zijn hallmarks handig voor
Begrijpen wat voor soort therapieen er zijn
Voor elke Hallmark zijn specifieke medicijnen ontwikkeld