Week 1 HC 7: Bloed: proliferatie, differentiatie en verstoring bij kanker Flashcards

1
Q

Bloedcelvorming

A

Vindt plaats in het beenmerg: ontwikkeling van lymfatische cellen in de lymfklieren (B en T) en thymus (T lymfocyten)
Milt: opslagplaats voornamelijk voor rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acute myeloide leukemie

A

Ophoping van ongedifferentieerde cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bloedcelvorming en stamcellen

A

Onrijpe cellen komen normaal niet voor in het bloed –> aanwezigheid van onrijpe myeloide cellen of lymfoide cellen in het bloed is sterke aanwijzing voor leukemie
Alle bloedcellijnen ontstaan uit 1 type stamcel
Stamcellen
- Zijn pluripotent
- Geven verschillende type nakomelingen
- Hoge deling potentieel maar hoeveelheid delingen is laag
- Kunnen doen aan zelfvermeerdering
- Ongevoelig voor genotoxische invloeden
- Kunnen zich asymmetrisch vermenigvuldigen (1 van de gevormde cellen blijft hetzelfde en de ander gaat zich ontwikkelen
- Verantwoordelijk voor lange termijn herstel van beenmerg en bloedcelvorming bij stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorlopercellen eigenschappen

A

Geen vermogen tot zelfvermeerdering
Beperkt in ontwikkeling tot 1 (unipotent) of enkele (multipotent) bloedceldifferentiatielijnen
Hoge delingsfrequentie, beperkte delingspotentie
Gevoelig voor genotoxische invloeden
Verantwoordelijk voor korte termijn herstel van bloedcelvorming bij stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klinische toepassing van stamceltransplantatie

A

Beenmergherstel na totale lichaamsbestraling en chemotherapie bij ziekten van het hematopoietische systeem
- Meestal allogene stamceltransplantatie (SCT)
Beenmergherstel bij patienten met solide tumoren die zware chemotherapie hebben ondergaan
- Autogene SCT
Experimenteel: behandeling van autoimmuun ziekten
- Autogene SCT
Experimenteel: Gentherapie bij bijv immuundeficienties, stollingsziekten en rode bloedcel aandoening
- Autogene SCT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hematopoietische stamcellen (HSC)

A

Liggen in regulerende niches
Functie van de niche
- Regulatie van de stamcel eigenschappen
- Bescherming tegen toxische invloeden
Stamcel homing:
- Stamcellen vinden hun weg naar de niches (chemo-attractie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Differentiatie naar verschillende bloedceltypen

A

Onder stimulatie van hematopoietische groeifactoren vindt differentiatie plaats
- EPO –> tot erytrocyten
- G-CSF –> tot leukocyten
- Trombopoietine (TPO) –> tot trombocyten
Bij myeloproliferatief syndroom
- mutatie in signaalmolecuul wat zorgt voor overmatige activatie van productie granulocyten –> te veel van bepaald bloedcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leukemie; ontstaan en cellen

A

Kwaadaardige ontsporing van de bloedcel vorming
Ongecontroleerde aanmaak/ gereduceerde afbraak van niet of verminderd functionele bloedcellen
Normale bloedcel vorming wordt onderdrukt. Hierdoor infecties, anemie en bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Typen leukemie: chronisch vs acuut

A

Chronische leukemie
- Chronische, aanvankelijk minder levensbedreigende symptomen
- Veroorzaakt door ophoping van uitgerijpte en functionele leukemiecellen (die de normale bloedcelvorming in minder ernstige mate remmen)
- Defect in groeiregulatie
Acute leukemie
- Acute symptomen
- Veroorzaakt door ophoping van niet functionele cellen (meestal blasten) (die de normale bloedcelvorming ernstig onderdrukken
- Defecten in groeiregulatie en uitrijping (differentiatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Typen leukemie: Myeloide vs lymfoide

A

Myeloide leukemie:
- Leukemiecellen dragen kernmerken van granulocytaire, monocytaire en erythroide of megakaryoblastaire cellen
- AML, CML, APL
Lymfoide/ lymfatische leukemie:
- Leukemiecellen hebben kenmerken van lymfoide cellen
- ALL, CLL, plasmacel-leukemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Diagnostiek van leukemie

A
Morfologie 
Cytogenetica
Immunofenotypering 
Moleculair diagnostiek 
- Detecteren van gendefecten 
- Detecteren van residuele ziekte na behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Technologische ontwikkelingen en clonaliteit

A

NGS (Next Generation Sequencing)
- Groot deel DNA onderzocht
Clonale architectuur van AML
- Stamcel –> driver mutaties –> leukemische stamcel –> subclonale (cluster) mutaties —> recidief –> recidief (relapse) mutaties
- Dynamisch (ontwikkeld niet altijd leukemie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly