Week 12 HC 6: Risicofactoren voor osteoporose Flashcards
Osteoporose definitie
Osteoporose is een afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa en een verlies in de onderlinge samenhang van de botbalkjes resulterend in een verhoogde kans op een fractuur
Meest voorkomende osteoporotische fracturen
Wervel
Heup
Pols
Proximale humerus
Klinische gevolgen van wervelfracturen
Acute en chronische pijn Kyphose Lengteverlies Afname beweeglijkheid Uitpuilen buik, reflux en andere GE klachten Kortademigheid Depressie Verlies onafhankelijkheid
Risicofactoren osteoporotische fractuur op een rij
Leeftijd Geslacht Botmineraaldichtheid Prevalente fractuur Gewicht/lengte Corticosteroidengebruik Immobiliteit Vallen Maar ook: Lichamelijke activiteit Hyperparathyreoidie Vroege menopauze Hypogonadisme Medicatie Roken/ alcohol/ koffie
Botmassa en menopauze
Botmassa neemt snel af na aanvang menopauze
Dit komt door minder oestrogeen
- Dit zorgt normaal voor onderdrukking van RANKL secretie en dus minder botafbraak
Bij afname dus overproductie van RANKL en dus meer geactiveerde osteoclasten en dus botafbouw
Factoren verborgen in de leeftijd
Botverlies Vermindering kwaliteit van bot - Verhoging botombouwactiviteit - Vermindering van de onderlinge samenhang van botbalkjes - Verandering samenstelling botmatrix Skelet onafhankelijke factoren - Vallen - Reactie op vallen - Absorptie val
Mannen vs vrouwen fractuur incidentie
Mannen lager dan vrouwen door:
- Kortere levensverwachting
- Hogere piekbotmassa
- Grotere botten
- Ander patroon van leeftijdgerelateerd botverlies
- Ontbreken van versneld botverlies tijdens menopauze
Veel vaker bij mannen secundaire factor van bij vrouwen door:
- Overmatig alcohol gebruik
- Gebruik corticosteroïden
- Testosteron deficiëntie
Botmineraaldichtheid en fracturen
Lage BMD goede voorspeller voor fractuur maar niet sensitief omdat mensen zonder osteoporose ook fracturen kunnen oplopen
Glucocorticoid geïnduceerde osteoporose (GIOP); definitie, afhankelijk van, effecten GC
Vooral remming bosaanmaak door versterkte apoptose ogteoblasten en osteocyten Ook effecten via andere orgaansystemen Snel verlies BMD na starten, deels herstel na staken Effecten afhankelijk van: - Dagelijkse dosis - Duur therapie - Cumulatieve dosis - Onderliggende ziekteactiviteit - Genetische factorne - Risicofactoren GC effecten: - Remmen FSH, LH en ACTH - Verminderde testosteron secretie - Negatief effect op ovaria - Remmen actief transport Ca2+ in darm - Renale terugresorptie Ca2+ neemt af
Aanvullend onderzoek naar factuurrisico bij groepen:
- Personen ouder dan 50 jaar met een recent fractuur (<1 jaar geleden)
- ZSM aanvullend onderzoek
- DEXA en VFA
- Labo onderzoek
- Valrisico evalueren bij vrouwen en recent fractuur bij mannen - Personen die behandeld worden met een glucocorticosteroid
- Bij prednison –> DEXA en VFA - Personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik glucocorticosteroiden
- >4 punten op risicofactoren scorelijst
FRAX model
Fractuur Risk Assessment Tool
10-jaars waarschijnlijkheid voor optreden heupfractuur en optreden van 1/4 belangrijkste osteoporotische fracturen