Week 10 HC 3: Hoe werken G-eiwit gekoppelde receptoren Flashcards

1
Q

Schildklierhormoon opbouw

A

TSH is groot geglycosyleerd glycoproteïne hormoon
Opgebouwd uit beta en alfa subunit
- Alfa subunit kan meerdere binden
- Beta subunit is specifiek voor hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GPCR, volledige naam

A

Guanine nucleotide binding protein coupled receptor
Grootste, veelvoorkomende en meest veelzijdige familie van membraan receptoren
Doelwit voor medicijn ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ACTH; Plaats gemaakt en synthese

A

Gemaakt in hypofyse voorkwab
Complex peptide geproduceerd uit pro-hormoon: POMC
- Wordt gekliefd tot ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Domeinen GPCR

A

Bestaat uit 7 transmembraandomeinen
- 3 intracellulaire loops (C-terminaal)
- 3 extracellulaire loops (N-terminaal)
3 receptor domeinen
- Hormoonbindingsdomein; affiniteit en specificiteit
- Transmembraandomein; verankering receptor in membraan
- Transductiedomein; Geeft signaal door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GRCP classificatie

A
Familie 1:
- Grootste klasse 
- Kleine hormonen
- Peptide hormonen
- TSH binden 
Familie 2:
- PTH 
- GnRH 
Familie 3:
- Calcium binden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diversiteit in ligenden

A

G-eiwitten

  • Gs –> verhoging cAMP
  • Gi –> verlaging cAMP
  • Gq –> verhoging Ca2+
  • G12 –> productie van Rho
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ACTH en TSH signaaltransductie

A

ACTH/ TSH

  • MC2R/ TSH receptor (extracellulair)
  • Gs (vanaf hier cytosoliar)
  • Adenylyl syclase
  • cAMP
  • Protein kinase A
  • Fosforylering en genregulatie (Cortisol en T4)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Werkingsmechanisme GPCR

A

G eiwit bestaat uit 3 subunits
- Alfa (belangrijkst)
- Beta
- Gamma
G-eiwit bindt geïnactiveerd aan GDP –> ligand bindt aan receptor –> alfasubunit activatie –> GDP los en bindt GTP –> signaal wordt doorgegeven
Alfasubunit zorgt voor GTP hydrolisatie dmv GTPase –> GDP inactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GPCR signaaltransductie

A

Gs geactiveerd –> signaal vermenigvuldigt doordat alfasubunit adenylyl cyclase activeerd –> ATP omzetting in cAMP –> activatie PKA –> naar kern –> transcriptie regulatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Adenylyl cyclase

A

Enzym
Zet ATP om in cAMP waardoor de concentratie stijgt
cAMP activeert PKA
PKA fosforyleert eiwitten
cAMP afgebroken door fosfodiësterases
Somatostatine receptor koppelt Gi –> adenylyl cyclase inactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Protein Kinase A

A

2 regulatoire subunits
- Zorgen voor inactivatie van katalytische subunits
- cAMP bindt hieraan na Gs activatie
- Na binding –> dissociatie van complex en katalytische subunit komen vrij
2 Katalytische subunits
- Geactiveerd gaan deze naar kern en activeren verschillende kinases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Soorten G-eiwitten

A
Gs
- Alfa s
- Stimulering Adenylyl cyclase
- cAMP stijging 
- Activering PKA 
Gi
- Alfa i
- Remming Adenylyl cyclase
- cAMP daling 
- Remming PKA 
Gq
- Alfa q 
- Koppelt fosfolipase C 
- Ca2+ en DAG concentratie stijging 
- Activering PKC 
G12/13
- Alfa 12
- RhoGEF 
- Rho actief 
- Rock
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

TRH signaleert via Gq

A

Hypothalamus TRH productie –> TRH koppelt via GPCR aan Gq en activeert dit –> alfasubunit hiervan activeert fosfolipase C –> activeert inositol fosfolipide (PIP2) –> vrijkomen diacylglyerol en IP3 –> IP3 zorgt voor vrijkomen Ca2+ in cel –> PKC activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mutaties in GPCR signaaltransductie

A
Mutaties in MC2R
- Inactiverende mutaties; familiaire cortisoldeficiëntie 
- Activerende mutatie; niet bekend 
- Alternatief gen; MRAP 
Mutaties in TSH receptor
-  Inactiverend: hypothyreoïdie 
- Activerend: hyperthyreoïdie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

G2-eiwit mutatie

A

Inactivatie Gs-eiwit
- Activatie door receptor kan niet plaatsvinden
- Algemene hormoonresistentie
- Pseudohypoparathyreoïdie
Activerende mutatie Gs eiwit
- Gs is onafhankelijk van hormoon en continu actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mutatie in PKA

A

Regulatie subunit van PKA doet het niet –> katalytische subunit altijd actief –> bijniertumoren
Zelfde geldt voor mutatie in katalytische subunit (geen cAMP nodig)

17
Q

Mutatie in fosfodiesterase

A

Mutatie in cAMP afbraakeiwit
Hoge dosis cAMP
Continue activering PKA –> bijniertumoren

18
Q

GPCR’s als doelwit voor medicijnontwikkeling, verschillende agonisten en antagonisten

A

Agonist
- Bindt met hoge affiniteit aan de receptor
- Induceert signaaltransductie met hoge effectiviteit
Partial agonist
- Bindt met variabele affiniteit aan de receptor
- Induceert signaaltransductie maar met variabele effectiviteit
Inverse agonist
- Bindt bij voorkeur aan receptor met inactieve conformatie
- Remt basale of constitutieve activiteit van receptor
Antagonist
- Bindt receptor, maar induceert geen signaaltransductie
- Competitie met endogene ligand

19
Q

Zwangerschaps thyrnotoxicose

A

TSHR mutatie waardoor het reageert op hCG in eerste trimester van zwangerschap
Kan zorgen voor te hoge spiegels