Week 10 HC 4: Hoe werken kernreceptoren? Flashcards

1
Q

Kernreceptoren algemeen

A

Kernreceptoren zijn eiwitten die zich in de kern van de cel bevinden
Lijken op transcriptiefactoren
Ligand afhankelijk
Na binding hormoon –> conformatieverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschil kernreceptor en transcriptie factor en manieren van binden

A

Ligand afhankelijke transcriptiefactor
2 wegen hoe een hormoon kan binden aan kernreceptor
- Hormoon bindt in cel aan complex –> gaat naar kern
- Hormoon bindt direct aan kernreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Familie van kernreceptoren

A

Endocriene steroïdkernreceptoren
- Binden als dimeer; twee receptoren samen binden het DNA
- Kan hetero- of homodimeer zijn
Weesreceptoren
- Monomeren of dimeren waarvan ligand onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

6 Functionele domeinen van kernreceptoren

A

Ligand bindend domein

  • Specificiteit en hoge affiniteit
  • Dynamisch, conformatieveranderingen
  • Bindingspocket bestaat uit specifieke aminozuren
  • Kooi van 12 helices

Kernlokalisatie domein
- Receptor naar kern getransporteerd

DNA bindend domein

  • Receptor specifiek en hoge affiniteit voor DNA
  • Dynamisch en herkent specifiek DNA
  • DNA herkenning door 3 aminozuren
  • 3 alfa helices met 2 Zn clusters
  • Dimerisatie motief

Dimerisatie domein
Transactivatie domein
Co-Activator of co-repressie bindingsdomein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hormoon respons elementen (HRE)

A

Interactie van kernreceptoren met specifieke DNA sequentie
Korte sequentie in/ nabij promotor regio van gen
Receptor afhankelijke consensus sequentie
Steroïd receptoren
Klasse 2 receptoren
Wees receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kernreceptoren voor cortisol en schildklierhormoon

A

Schildklierhormoon (T3) bindt aan T3R

  • T3 moet cel in getransporteerd worden
  • Receptorcomplex zit al in de kern als inactieve vorm gebonden aan co-repressors
  • Door hormoonbinding activatie door conformatieverandering en co-activatoren ipv co-repressors

Cortisol bindt aan Glucocorticoïde hormoonreceptor (GR)

  • Cortisol kan in cel diffunderen en bindt hier aan inactieve GR
  • Receptor wordt actief en gaat naar de kern
  • Hier dimeriseert het en bindt het aan DNA (co-activatoren gerekruteerd)
  • Co-activatoren zorgen voor verdere activatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 Criteria waaraan co-activatoren voldoen

A

Interactie met de ligand-gebonden receptor
Versterken van activatorfunctie van de receptor
Intrinsiek vermogen om transcriptie te activeren
Dissociatie van receptor na dissociatie van het hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 Criteria waaraan co-repressors voldoen

A

Interactie met de onbezette receptor
Versterken van de respressor functie van de receptor
Intrinsiek vermogen om transcriptie te onderdrukken
Dissociatie van de receptor na binding hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diversiteit functies en receptoren van schildklierhormoon

A

Verschillende schildklierreceptoren

  • TRalfa (1 en 2); chromosoom 17; hart, brein, skelet
  • TRbeta (1 en 2); chromosoom3; lever, vet, hypothalamus, hypofyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Diversiteit van T3 werking

A

Weefsel specifieke expressie van TRalfa en TRbeta
Variabele heterodimerisatie van RXRalfa, RBRbeta, RXRgamma
Interactie van TRE met een monomeer, dimeer of heteromeer
Variabele samenstelling van het coactivatorcomplex
Bijdrage andere weefselspecifieke transcriptiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kernreceptoren en selectieve farmacologische receptor modulators

A

Agonist
- Activatie transcriptie
- Conformatie verandering van de receptor ten gunste van een coactivator binding
Antagonist
- Geen effect op transcriptie
- Blokkeert effect van agonist door competitieve binding
- Conformatie verandering van een receptor ten gunste van een corepressor binding
Inverse agonist
- Remt basale of constitiutieve activiteit van kernreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Selectieve receptor modulators

A

Agonist werking in sommige weefsels en antagonist werking in ander weefsels
Conformatie verandering van receptor, een balans tussen agonisme en antagonisme werking
Richting balans is afhankelijk van concentratie coactivatxoren en corepressors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly