Week 11 HC 7: Chirurgische behandeling endocriene aandoeningen Flashcards
Schildklier: operatie-indicaties
Benigne
- Symptomatische benigne nodus
- Nodus van onduidelijke aard
- Multinodulaire struma met mechanische klachten
- M. Graves
- Thyreotoxicose
Maligne
- Goed gedifferentieerde schildkliertumor (Papillair en folliculair)
- Medullair schildkliercarcinoom
- Slecht gedifferentieerd schildkliercarcinoom
- Anaplastisch schildkliercarcinoom
Bijschildklier: operatie- indicatie
Primaire hyperparathyreoïdie
- Teveel PTH-productie –> hypercalciëmie
- 80-90% 1 adenoom
- 10-15% meerdere adenomen
- 5-10% hyperplasie
- Bijschildkliercarcinoom is zeer zeldzaam
Secundaire/ tertiaire hyperparathyreoïdie
- Overmatige PTH-productie als reactie op nierfalen en stoornissen in de calcium- en fosfaathuishouding
Bijschildklier: operatie
Weet of je 1 of meerdere bijschildklieren moet zoeken
Slechts 1 afwijkende bijschildklier?
- Minimaal invasieve doelgerichte operatie
Meerdere afwijkende bijschildklieren en inconclusieve beeldvorming?
- Conventionele halsexploratie
- Identificatie van alle bijschildklieren
Primaire hyperparathyreoïdie
Lokatie diagnostiek
- MIBI-scintigrafie/ PET
- Echo hals
- CT-bijschildklieren
- Peroperatieve PTH-meting
Schildklier anatomie
M. platysma en V. jugularis anterior --> Door platysma heen m. Sternocleidomastoïdeus/ hyoid/ thyroid / m. sternohyoïdeus/ m. sternothyroïdeus 3 venen - Inferior - Media - Superior 2 arterien - Inferior; Tr. thyreocervicalis - Superior; a. carotis externa Bijschildklieren aan de achterkant n. vagus/ n. laryngeus recurrens
Risico’s en complicaties
Laesie n. laryngeus recurrens Hypoparathyreoïdie bij bilaterale resectie Bloeding en nabloeding Beschadiging trachea of slokdarm Wondinfectie
Bijnieren: operatie indicatie
Hypercortisolisme
Feochromocytoom
Ziekte van Conn (primair hyperaldosteronisme)
Massa-effect/ klachten van benigne bijnierlaesie
Vergrote bijnier met verdachte kenmerken
Verdenking bijnierschorscarcinoom
Solitaire bijniermetastase
Ziekte van Conn
Adenoom of hyperplasie van bijnierschors
Arteriële hypertensie en vaak hypokaliëmie
Medicamenteuze versus operatieve behandeling
Meestal zeer kleine benigne tumoren
Bijniervenesamping
Postoperatief
- Vaak snelle correctie van K+
- Trage correctie van bloeddruk
Hypercortisolisme
Syndroom van Cushing of ziekte van Cushing
Adenoom van bijnierschors of hyperplasie
Voor adrenalectomie hypercortisolisme uitsluiten
Peri-operatief glucocorticosteroiden suppleren
Risico op addisonse crisis
Feochromocytoom
Tumor van bijniermerg Adrenaline, noradrenaline of dopamine Benigne of maligne kenmerken Geen invasieve diagnostiek of behandeling voordat feochromocytoom is uitgesloten Preoperatief alfablokkade Belangrijkste risico: hypertensie crisis