Week 10 HC 1: Het centrale zenuwstelsel en endocriene organen Flashcards
Endocrien systeem; doel en effect van uitvoeren vs zenuwstelsel
Doel: samen met het zenuwstelsel de communicatie tussen cellen en celsystemen mogelijk te maken dmv hormonen
Hormonen:
- Eiwitten die effect uitoefenen op bepaalde doelwitcellen
- Receptoren kunnen verschillende effecten hebben op hetzelfde hormoon
Zenuwstelsel
- Netwerk van cellen met uitlopers die contact maken
3 typen communicatie via hormonen
Endocrien:
- Hormoon wordt via bloedbaan naar doelwitcellen gevoerd
Paracrien:
- Signaalmoleculen bereiken via intercellulaire vloeistof nabijgelegen cellen
Autocrien:
- Hormoon uit een cel bindt op de receptor van diezelfde cel
Belangrijke endocriene klieren
Hypofyse, schildklier, bijschildklier, bijnieren, testis, ovarium, pancreas
Endocriene as, van hypothalamus naar doelwit orgaan, en negatieve feedback
Hypothalamus –> Hypothalaam hormoon –> Hypofyse voorkwab –> Hypofyse voorkwab hormoon –> Perifere endocriene klier –> Perifeer hormoon –> doelwit orgaan
Negatieve feedback door perifeer hormoon richting hypofyse voorkwab en hypothalamus
- Als verstoord –> hormonale disbalans –> endocriene ziekten
Hypofyse voor- vs. achterkwab
Voorkwab:
- Gestimuleerd/ geremd door Releasing factors van neuronen met kleine cellichamen uit hypothalamus
- Bevat klierstructuur
Achterkwab:
- Neuronen uit hypothalamus met grote cellichamen met lange axonen tot hier
- Maken ADH en oxytocine
Hormonen aangemaakt door hypothalamus voor hypofyse voorkwab
Hypofyseotropische hormonen
- TRH
- GnRH
- Somatostatine
- GHRH
- Dopamine
- CRH
Hormoonproductie hypofyse voorkwab (5 soorten); Type cel, geproduceerd hormoon, gestimuleerd door, geremd door
Somatotroop (50%) - GH - GHRH - Geremd door Somatostatine Corticotroop (20%) - ACTH - CRH Lactotroop (15%) - Prolactine (PRL) - Geremd door dopamine Gonadotroop (10%) - LH/ FSH - GnRH Tyreotroop (5%) - TSH - TRH
Hypothalamus- hypofyse bijnier as
Hypothalamus –> CRH (onder stress ADH) –> bindt aan G-eiwit gekoppelde receptor op hypofysevoorkwab –> ACTH gestimuleerd –> Stimuleert bijnier tot aanmaak bijnierandrogenen en cortisol –> negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse
Hypothalamus- hypofyse schildklier as
Hypothalamus –> TRH –> hypofyse voorkwab –> TSH –> stimuleert schildklier –> aanmaak schildklierhormoon T4 –> negatieve feedback op hypothalamus en hypofyse/ omgezet in lever tot T3
Hypothalamus-hypofyse groeihormoon as
Hypothalamus maakt somatostatine en GHRH –> Somatostatine remt en GHRH stimuleert hypofyse –> aanmaak groeihormoon GH –> lever –> maakt IGF-I –> inhibitoir effect hypothalamus en hypofyse
Maag maakt ghreline dat aanmaak GHRH en GH stimuleert
Hypothalamus- hypofyse gonaden as
Hypothalamus –> GnRH –> hypofyse –> LH/FSH –> steroiden hormonen; testosteron, oestradiol, progesteron aanmaak door testes/ ovaria –> negatieve terugkoppeling
Prolactine
Zorgt voor melkvormig
Hypothalamus –> dopamine –> onderdrukt prolactine aanmaak –> wanneer nodig –> dopamine remming
Hypofyse geeft oxytocine af
- Ook belangrijk bij bevalling uterus
Hormoonspiegels
Verschillen gedurende de dag Circadiaan ritme GH, TSH, PRL: - Hoge concentratie tijdens slaap ACTH: - Laag middernacht - Loopt op in vroege ochtend - Zelfde als cortisol
Rol van bindende eiwitten bij de bepaling van hormoonspiegel
Eiwitbinding inactiveert de hormonen en zorgt daarnaast voor verminderde klaring/ uitscheiding
Door veranderen van concentratie van bindend eiwit verandert de totale naar niet de vrije hormoonconcentratie