Suffixes Flashcards
1
Q
honesty
A
de eerlijkheid
2
Q
beauty
A
de schoonheid
3
Q
difficulty
A
de moeilijkheid
4
Q
responsibility
A
de verantwoordelijkheid
5
Q
stop [doing something]
A
hou op met
6
Q
I am in trouble
A
ik zit in moeilijkheden
7
Q
freedom
A
de vrijheid
8
Q
movement
A
de beweging
9
Q
expectation
A
de verwachting
10
Q
change
A
de verandering
11
Q
meeting
A
de ontmoeting
12
Q
waiting room
A
de wachtkamer
13
Q
it is necessary
A
Het is nodig
14
Q
someone else
A
iemand anders
15
Q
opening
A
de opening