Recreation Flashcards
learn vocab
1
Q
festival
A
het festival
2
Q
film
A
de film
3
Q
play [e.g. on the stage]
A
het toneelstuk
4
Q
cinema
A
de bioscoop
5
Q
concert
A
het concert
6
Q
festival
A
het festival
7
Q
band
A
de band
8
Q
castle
A
het kasteel
9
Q
museum
A
het museum
10
Q
amusement park
A
het pretpark
11
Q
tower / towers
A
de toren / torens
12
Q
toys
A
het speelgoed
13
Q
swimming pool
A
het zwembad
14
Q
[amusement] fair
A
de kermis
15
Q
hobby / hobbies
A
de hobby / hobby’s