Adverbs and Adjectives: DutchPod101 levels 2-3 Flashcards
fixed, stuck, firm
vast
in advance
alvast
moreover
bovendien
cocky
eigenwijs
newly married
pasgetrouwd
correct, just, right
juist
wonderful
prachtig
close, closed
dicht
cooked
gaar
great
hartstikke
including
inbegrepen
external
extern
internal
intern
beyond
verderop
otherwise, else, other
anders
thereafter
vervolgens
on the way
onderweg
just now
zonet
annoying
vervelend
forthcoming
aanstande
for this
hiervoor
busy
druk
nowadays, at present
tegenwoordig
delicious, glorious
heerlijk
including, inclusive
inclusief
varying, variable
wisselend
mild
mild
rainy
regenachtig
exceptional, peculiar, peculiarly
uitzonderlijk
sometimes
wel eens
strange, odd
vreemd
tragic
tragisch
breathtaking
adembenenend
difficult, awkward
lastig
ideal
ideaal
nice
aardig
strict
streng
casual(ly), coincidental(ly)
toevallig
current
huidig
unkind
onaardig
plentiful
overvloedig
secondhand
tweedehands
nostalgic
nostalgisch
sour
zuur
naked
naakt
monotonous
eentonig
sad, glum
triest
angry, carping, fed up
kwaad
takeaway
afhaal
besides, moreover
trouwens
lately
de laatste tijd
enormous
enorm