Feelings 2 Flashcards
disappointed
teleurgesteld
excited for
opgewonden van
confused
verward
irritated
geirriteerd
shocked at
geschrokken van
worried about
ongerust over
lonely
eenzaam
vulnerable
kwetsbaar
curious about
nieuwsgierig naar
facial expression
de gezichtsuitdrukking
convinced
overtuigd
nervous about
zenuwachtig voor
confident
zelfverzekerd
shy
verlegen
satisfied with
tevreden voor [or over]
breathless
ademloos
helpless
hulpeloos
exhausted
uitgeput
tear
de traan (pl. tranen)
motivated
gemotiveerd
insulted
beledigd
fed up
het beu
desperate
wanhopig
to affect
raken
stressed
gestrest
to hide from
verbergen voor
afraid of
bang voor
angry at
boos op
proud of
trots op
to be in love with
zijn verliefd op
worried about
bezorgd om
sure of
zeker van
unsure of
onzeker van (or over)
I am sure
ik weet het zeker
are you sure?
weet je zeker?
I worry
ik maak me zorgen