School Flashcards
Learn vocab
school / schools
de school / de scholen
teacher
de leraar / de lerares
lesson
de les
education
het onderwijs
student [pupil]
de leerling
class
de klas
teachers
de leraren [lay ra ren]
practice [n.]
de oefening
task / assignment
de opdracht
homework
het huiswerk
do homework
maken huiswerk
to teach
lesgeven [sep.]
test [n.]
de toets
example
het voorbeeld
pen
de pen
notebook
het schrift
rubber
de gum
sellotape
het plakband
glue
de lijm
chalk
het krijt
blackboard
het schoolbord
upbringing /education
de opvoeding
exam / exams
het examen / de examens
to raise [e.g. children]
opvoeden
secondary
middelbaar
to pass / graduate
slagen
primary school
de basisschool
pass the exam
slagen voor het examen
explanation
de uitleg
presentation
de presentatie
subject / topic
het onderwerp
grade
het cijfer
list [n.]
de lijst
preparation
de voorbereiding
geography
de aardrijkskunde
history
de geschiedenis
section / part
het gedeelte
maths
de wiskunde
objective / purpose / target
de doelstelling
library
de bibliotheek
to take the test
de toets maken
I have graduated / passed
Ik ben geslaagd
the geography lesson
de les aardrijskunde
to work on
werken aan
to learn
leren
to teach the children maths
leren de kinderen wiskunde