Health Flashcards
learn vocab
1
Q
allergic to
A
allergisch voor
2
Q
condition
A
de toestand
3
Q
to hurt
A
pijn doen
4
Q
appointment
A
de afspraak
5
Q
serious / seriously
A
ernstig
6
Q
wound
A
de wond
7
Q
bandage
A
het verband
8
Q
wheelchair
A
de rolstoel
9
Q
plaster
A
de [of het] pleister
10
Q
to feel
A
voelen
11
Q
treatment
A
de behandeling
12
Q
ointment
A
de zalf
13
Q
medication / drugs
A
het geneesmiddel
14
Q
pill
A
de pil
15
Q
flu
A
de griep