Science Flashcards
1
Q
science
A
de wetenschap
2
Q
scientist
A
de wetenschapper
3
Q
scientific
A
wetenschappelijk
4
Q
laboratory / laboratories
A
het laboratorium / de laboratoria [pl]
5
Q
experiment
A
het experiment
6
Q
research
A
het onderzoek
7
Q
solution
A
de oplossing
8
Q
idea
A
de of het idee
9
Q
theory
A
de theorie
10
Q
definition
A
de definitie
11
Q
method
A
de methode
12
Q
formula
A
de formule
13
Q
discovery
A
de ontdekking
14
Q
evidence / proof
A
het bewijs
15
Q
to prove
A
bewijzen
16
Q
conclusion
A
de conclusie
17
Q
concept
A
het concept
18
Q
It may be that
A
het kan zijn dat
19
Q
to apply / applied
A
toepassen [sep] / toegepast