Les 8 Flashcards
eet smakelijk
tasty
maaltijd (de)
meal
anders
different
zeker
definitely
vroeger
in the past
omdat
because
ongeveer
more or less
hetzelfde
the same
at (eten)
ate
wereld (de)
world
aantal (het)
number
maaltijden (de maaltijd)
meals
eerste
first
ontbijt (het)
breakfast
Nederlanders (de Nederlander)
Dutch people
kaas (de)
cheese
drinken
drink
vriend (de)
(boy)friend
neemt (nemen)
has/takes
kop (de)
cup
zwarte (zwart)
black
gezond
healthy
krijgt (krijgen)
gets
genoeg
enough
energie (de)
energy
denk (denken)
think
tweede
second
vlees (het)
meat
vaak
often
daarbij
with it
warms (warm)
warm
soep (de)
soup
er
there
eten (het)
food (meals)
weinig
little
derde
third
belangrijkste
most important
ons
us
avondeten (het)
evening meal
warme (warm)
warm
aten (eten)
ate
vooral
mostly
vis (de)
fish
kip (de)
chicken
pasta (de)
pasta
rijst (de)
rice
daar…bij
with it
water (het)
water
maar
only
verbaast (verbazen)
surprises
me
me
misschien
perhaps
typisch
typically
vertel (vertellen)
tell
eens
just
vind (vinden)
find
lekker
tasty