Les 7 Flashcards
1
Q
stap voor stap
A
step-by-step
2
Q
werkt (werken)
A
works
3
Q
Delftse
A
Delft
4
Q
methode (de)
A
method
5
Q
uit je hoofd
A
from memory (by heart)
6
Q
hoofd (het)
A
head
7
Q
tekst (de)
A
text
8
Q
verstaan
A
hear
9
Q
begrijpen
A
understand
10
Q
zonder
A
without
11
Q
hulp (de)
A
help
12
Q
kost (kosten)
A
costs
13
Q
stappen (de stap)
A
steps
14
Q
online
A
online
15
Q
menu (het)
A
menu
16
Q
begint (beginnen)
A
begin
17
Q
kijkt (kijken)
A
look
18
Q
luistert (luisteren)
A
listen
19
Q
zin (de)
A
sentence
20
Q
eind (het)
A
end
21
Q
pauze (de)
A
pause
22
Q
woorden (het woord)
A
words
23
Q
zoek … op (opzoeken)
A
look up