Les 37 Flashcards
verloopt (verlopen)
expires
nieuw
new
meegenomen (meenemen)
brought along
pasfoto (de)
passport photograph
aha
aha
in orde
in
werkdagen (de werkdag)
business days
terugkomen
come back
loket (het)
counter
afdeling (de)
department
burgerzaken
civil affairs
bedoelen
mean
dorp (het)
village
combinatie (de)
combination
stadsdelen (het stadsdeel)
districts
kantoren (het kantoor)
offices
geregistreerd (registeren)
registered
ernaartoe
to it
geboorte (de)
birth
regelt (regelen)
arranges
langdurig
long-term
bouwt (bouwen)
builds
verzamelt (verzamelen)
collects
afval (het)
waste
enzovoort
and so on
hond (de)
dog
burgers (de burger)
citizens
leden (het lid)
members
gemeenteraad (de)
municipal council
parlement (het)
parliament
bestuur (het)
management
verkiezingen
elections
stuurt (sturen)
sends
erop
on it
daarmee
with that
stemmen
vote
burgemeester (de)
mayor
functie (de)
function
lijkt op (lijken op)
resembles
voorzitter (de)
chairman
leidt (leiden)
leads
vergaderingen (de vergadering)
meetings
beslist (beslissen)
decides
boos
angry
twintig
twenty
verhuizing (de)
move
verhuist (verhuizen)
move
huurwoning (de)
rental property
verhuizen
move
even kijken
let me think
wilt (willen)
want